Behoedzaam sloop Whalepaw dichter bij de struik. De prooi zat er achter en die mocht haar absoluut niet zien. Langzaam liet ze zich zakken en versmalde haar ogen. Ze sloop dichterbij tot ze dichtbij genoeg was. Heel even keek de merel op en om zich heen, alsof die Whale verwachtte. De tabby hield haar adem in, als ze ook maar iets deed nu, zou de vogel haar door hebben. Maar gelukkig ging de oranje snavel al snel weer omlaag om verder in de grond te gaan pikken. Heel even vergat Whalepaw dat ze aan het jagen was en niet aan het verstoppen, maar al snel herpakte ze zich. Plots hoorde ze geritsel, en haar prooi helaas ook. Fladderend vloog die op, richting de boom. ''Welke idioot deed dat?'' Riep de apprentice boos. Ze keek om zich heen of ze iemand zag. Ja, daar in de verte zag ze iemand, met prooi. Minder boos maar nog steeds geïrriteerd liep ze erop af. ''Kon je niet wat stiller zijn?'' Zei ze. Maar toen bedacht ze zich dat die andere poes wél een prooi had, en het vangen daar van nog wel eens dat geritsel had kunnen veroorzaken. Toen ze dicht bij de poes was zei ze op een verontschuldigende toon: ''Uhm, sorry, was niet bot bedoelt.''