De wind waaidde haar komst weer terug op, maar deze keer was ze sterker, sluwer, gemener, en vooral nauwlettender dan ooit tevoren. Haar ogen die tot spleetjes getrokken waren hielden alles wat ze zien kon in haar omgeving in de gaten. Haar oren, bewogen alle kanten uit, om al de geluiden op te vangen die er waren. Ze zette een snelle sprint in, toen ze een angsthaas zag. Het konijn, die een glimp van haar lichaam opgevangen had, sprintte er eveneens vandoor. Indi spandde haar spieren zo stevig mogelijk op, om op het moment zelf te kunnen springen. Ze vertraagde een beetje haar pas, om zo nog krachten te besparen voor straks. Het konijn leek snel, sneller dan normale konijnen normaal aankunnen. Achter een tijdje gingen de pas van beide wat slomer aan. Totdat ze helemaal uitgeput waren. Indi raaptte haar laatste krachten bijéen, wat haar wat dichter bij het konijn bracht. Haar spieren nog steeds gespannen, totdat ze besloot om achterhet dier te springen. Ze sprong, greep het konijn vast met haar klauwen en bek, terwijl ze het konijn probeerde stil te krijgen. Ze beet de slagader van het konijn door, die nog eventjes rildde op de grond, en dan voorgoed z'n ogen sloot. Indi sleeptte het dode dier mee naar een boom, die net genoeg beschijnt werd door de warme zon. Ze had de haas nog maar half op, toen ze gekraak hoord in de struiken achter zich. Ze kneep haar ogen weer tot spleetjes, en keek zo diep mogelijk in de struiken, maar zag niets. Dus raaptte ze het konijn terug op, en ging het op een tak in de boom gaan leggen. Indi klom zo hoog mogelijk de boom in, om te kijken achter de struiken, wie of wat het was...