De regen viel zachtjes op de takken, en de druppels gleden naar beneden. De wind blies door de bladeren, en liet de boom zwaaien. Opeens was er veel geristel, een dier was verscholen in de struiken. Het was een poes, die te voorschijn kwam. Haar anders zo rustige blik was nu een met woede, haar nagelss waren uit. En ze siste, ze sloeg met haar poot op de grond. Zodat de modder opspatte. Zij was ooit Warrior van de Windclan. Maar ze ging er uit, het was voor een tijdje. Tor ,t het weer wat beter ging, met haar en de clan. Ze was blij met haar beslissing. En had er geen spijt van. De poes genaamt Sparrowpelt ging zitten. En ontspande zich, ze sloot haar ogen. En luisterde naar de geluiden om haar heen, opeens hoorde ze weer geristel. Ze keek op, en zag de gestalte van een kat. Een die op haar af kwam, Sparrowpelt zette een hoge rug op. En blies.