Ann 102 Actief
| |
| Onderwerp: Out of misery «Silverthorn» di 29 apr 2014 - 14:20 | |
| Het felle maanlicht illumineerde door de donkere wolken die in de hemel hingen, en maakten de gestaltes van verschillende dieren bekend. Er klonken luidruchtige kreten van Twolegs die hun welpen riepen om het nest in te komen. Hier en daar schoot een haas weg om naar zijn leger terug te keren. Een hond blafte ergens in de verte op het erf van een of andere boerderij. Katten waren bijna nergens te bekennen, aangezien de meesten zich hadden teruggekeerd naar hun familie of Clan of wat voor gezelschap dan ook. Tenminste, als ze gezelschap hadden. De meeste Rogues hier leefden alleen, maar veel kon dat hen niet schelen. Hun leven had geen regels, ze waren vrij, ze konden staan en gaan waar ze wilden. En toch. Het was Misao's eigen keuze zo te gaan leven, en toch had ze altijd gevoel in haar dat er een deel van haar miste. Integendeel tot de meeste Rogues had zij wel een behoefte aan gezelschap. Haar klauwen boorden zich in de ijskoude grond van de vlakte onder haar, in een hopeloze poging haar tenen en klauwen op te warmen. Haar gele ogen reflecteerden het licht van de maan en haar vacht ging haast op in de achtergrond, waardoor ze er uit zag als een kleine duivel in de nacht. 'Mijn echte identiteit' dacht ze bitter, voordat haar achterpoten zich samenspanden en ze haar achterwerk van de grond af haalde. Dit was weer eens een van haar vele slapeloze nachten, ze ligt gewoon wakker te piekeren over dingen die absoluut al lang niet meer belangrijk zijn in haar leven. Maar als er nu eenmaal iets ergs gebeurd, is het een hel voor Misao dat te vergeten. Ze trippelde een stukje verder, hopend de gedachten haar hoofd uit te kunnen verbannen.
Her soul is hidden Her soul is asleep But when it awakens The ones who threaten her Will be sacrificed |
|
534 Actief
| |
| Onderwerp: Re: Out of misery «Silverthorn» di 29 apr 2014 - 21:29 | |
| Ik ben te dicht bij het Tweebenenterritorium. Silverthorn verstijfde toen de geur van een tweebeen haar bereikt en legde haar oren in haar nek. Haar haren gingen overeind staan, maar al gauw merkte ze dat de geur niet dichterbij kwam maar zich van haar verwijderde. Ze ontspande iets. Het was niet haar bedoeling geweest om in de buurt van de Tweebenen te komen, maar zoals wel vaker was ze zo erg in gedachten verzonken geweest, dat ze haar fout niet door had gehad. Het is ook een lange dag geweest, dacht ze. Ik kan beter een plek zoeken om te gaan slapen.
Ze wilde net verder lopen, toen een onbekende geur haar nekharen weer overeind deed gaan. Ze kromp ineen en snoof diep. Rogue. De geur kwam haar vagelijk bekend voor, maar ze kon hem niet goed plaatsen. Een oude bekende, maar wie? Sommige “oude bekenden” wilde Silverthorn liever niet tegenkomen, en daarom kroop ze langzaam bij de geur vandaan. Ze wilde niet als een blinde haas wegrennen, niet nu ze zo dicht in de buurt van het Tweebenengebied was. Ha! De vorige keer dat ik als een gek wegrende in de buurt van dit territorium, belande ik ín het tweebenengebied. Dat doe ik liever niet nog een keer. Ondanks dat ze best goede herinneringen had aan die nacht. De onverwachte ontmoeting van toen was haar nog lang bijgebleven en had haar zelfs nog een tweede keer naar het door haar zo gehaatte gebied gebracht.
Toen wist ze het plotseling weer. De kat, de geur... Het was inderdaad een bekende! Abrupt stopte Silverthorn in haar beweging. Het was een poes, ze had haar afgelopen bladkaal ontmoet. Of twee bladkalen geleden... Ze wist het niet meer precies. Ze kon zich de naam van de poes niet goed meer herinneren, maar ze wist nog dat het een zwarte was. Ravenzwart met gouden ogen. Of waren de ogen groen geweest...? En er was een ander poesje bij, herinnerde Silverthorn zich. Maar nu ging het om de zwarte. Mimi? Mamo? Misa? Silverthorn probeerde zich de naam te herinneren, maar geen van de opties die door haar heen schoten klonken bekend.
Het duurde niet lang of de zwarte poes verscheen in haar zichtsveld. Silverthorn zwiepte met haar staart. Ondanks dat ze haar naam niet meer wist, had ze goede herinneringen aan de zwarte poes en ze hoopte dat die haar ook nog zou herinneren. ‘Goedenacht,’ groette ze, toen de zwarte poes binnen gehoorafstand was en ze zwiepte nog eens met haar staart.
|
|