Hongerig liep Stonepaw wat rond in het territorium. Hij ergerde zich wat aan de koude plakkerige sneeuw onder zijn poten en de wind in zijn gezicht. Plotseling rook hij een bekende geur. Prooi. Hij wist niet wat voor prooi, maar het boeide hem ook niet echt. Als hij dit ving had de Clan weer eens wat meer eten. De prooistapel was niet echt groot en Stonepaw had zelf ook honger. De grijze kater volgde de geur hij stopte toen hij nog een andere geur rook. Een poes van dezelfde Clan. Hij liep in die richting, aangezien de prooi ook in die richting was. Toen hij wat dichterbij was zag hij de poes met een dode veldmuis in haar bek. Dus ik heb die geur voor niks gevolgd? dacht Stonepaw wat geirriteerd. De poes had een gevlekte gekleurde vacht maar met witte buik en snuit. De jongere grijze kater wist de naam niet goed, dus hij besloot die maar te vragen. ''Hoi,'' miauwde hij ''Wat is jou naam eigenlijks?''