Blackgaze trippelde met zijn donkerbruine pootjes naar de ingang van de den. De kater stak zijn kopje om de hoek en zag hier een daar wat katten en poezen. Met een zucht van verlichting dat het niet te druk was, trippelde hij verder de den in. Het witte spoor dat hij achterliet smolt geleidelijk aan in de grond. Met een zucht liet hij zich neerploffen op een stukje droog gras. Eindelijk kon de brompot zijn kopje op zijn bruine pootjes leggen, en kom hij zijn ogen even sluiten. Terwijl de kater eindelijk weer een beetje warm werd, krulde hij zijn staart om zijn lichaam om nog die extra warmte te vangen. De wind hielp niet echt met het warmer worden van het katten lichaam, het gierende gejammer van de wind deed pijn on zijn oren en de kater opende zijn ogen weer om vervolgens om hem heen te kijken. Met een vernauwende blik keek hij naar de ingang van de den, de sneeuw viel opnieuw met bakken uit de lucht en liet kleine hoopjes achter. "Niet weer", bromde hij terwijl hij zijn ogen liet rollen