I'm not sick! {Open}

Toen hij langs de Medicine Cat's Den passeerde, staarde hij naar binnen. Al zijn spieren wrongen aan zijn lijfje en gaven steken van pijn die hij niet kon verdragen. "Ik haat je!" Gromde hij naar de grond onder zijn poten. Maar toen een nies zijn neus ontsnapte, kromp hij in elkaar. Wat was dat nu weer? Hij stampte woedend in de richting van de den, maar een nies bracht hem tot stilstand. "IN DE NAAM VAN STARCLAN!" Gromde hij luidkeels. "LAAT MIJ NAAR DIE DEN GA-A-Atchu!" Zien zin eindigde in een harde nies. Hij sloot zijn ogen, deze traanden van de kracht die hij achter zijn niezen zetten. De natte vacht hielp ook wel niet, deze plakte wat aan zijn huid en bracht hem aan het trillen. Hij stond terug op zijn poten en keek doelbewust naar de opening voor zich. "Ik laat me niet verslaan door de aarde," hij wierp een blik op de grond onder zijn poten. "Ik zal en ga naar die Den," Een nies vulde zijn zin aan. Hij trippelde verder, ookal steekten zijn poten van de pijn. Met grote opluchting was hij voor de den gekomen. Hij staarde even naar binnen, maar trippelde toen verder. Een nies ontsnapte weer uit zijn bek. Dit liet even zijn oogjes tranen. Toen hij zijn groengele ogen terug opende, opende hij ook zijn bek. "Hallo?" Riep hij, eigenlijk hoefde hij geen hulp, maar hij wilde ook niet terug naar de Nursery en de Medicine Cat's den was iets heel nieuws voor hem.

Note: Vervolg van topic: Iep! {Speelt zich vlak daarachter af, nog in Leaf Fall ;3}

Haar broertje stapte bibberend en nat de den in. Ze wist dat hij hier heen zou gaan. Lady had gezien hoe hij het water in was gesprongen, het was ijskoud. Dan moest hij wel ziek zijn. "Hallo?" Toen hij dat riep besloot ze dat het tijd was duidelijk te maken wat wel en niet kon. "Wat heb je nou weer uitgespookt?" Klonk een geïrriteerde stem vanuit de schaduw. Ladykit stapte vanachter een uitstekende rots Bumble's blikveld in. "Je weet dat je het kamp niet uit mag. Pas als je 6 moons bent mag je weg. En je kan ook niet zwemmen, wist je dat?" Sneerde ze. "Kijk, ík ben zo slim dat ik veilig in het kamp blijf. Later als ik groter ben leer ik zwemmen en jagen." Ze hief trots haar kopje op. Als er iemand anders was zou die vast versteld staan van hóé slim ze was. Niet zo roekeloos als haar broertje.