Ospreypaw soesde wat, ze liep vliegensvlug achter een haas aan, zo'n grote! Die bijna niemand wist te vangen. Ze rende, en rende. De haas was sneller, maar Ospreypaw was vele slimmer.
Ze sprong en de haas keek achterom. Waar zou ospreypaw toch zijn? De haas minderde vaart en keek vliegensvlug rond zich heen, geen kat te bekennen.
Bam!
Ospreypaw sprong uit de struiken en belande pal op de haas die er nu gehaast vandoor liep Mét de apprentice op zijn rug.
'Jihaah haasje!' riep ze speels terwijl ze haar nagels in de pels sloeg van het beest, de genadebeet in de nek liet de haas al snel verslappen totdat het een dom dood hoopje pels met vlees werd.
Ospreypaw nam de haas mee naar binnen en bracht het naar de hoop, iedereen juichte en riep Ospreypaws naam "OSPREYPAW!OSPREYPAW!OSPREYPAW!"
Met vier opgeheven staar, oren naar voren en borst vooruit aanvaarde ze het applaus. Ineens doemde er een megagrote roze haas op voor haar die Ospeypaw breeduit uitlacht. De haas hief zijn voet op en verbrijzelde Ospreypaw.
Gillend werd ze wakker en de jonge poes keek doodsbang om haar heen. Dan ging ze gerergerd zitten 'Het was een nachtmerrie' Mompelde ze. Toen pas had ze het door.
Ospreypaw zat pal op de staart van een andere apprentice! woeps..