Eerst Greeneye en Sandstorm
Sandstorm gaapte even, al wist hij dat er iemand anders bij liep. Hij had deze nacht al slecht geslapen en de jacht had veel energie gekost, al deed hij het met hart en ziel voor zijn kits. Voor zijn gezin zou hij duizend zonloze nachten jagen zonder een oog dicht te doen, hoe dramatisch dat ook mocht klinken. Zijn hart was verkocht, al was het niet aan de duivel. Alhoewel, dat was dan maar weer hoe je het bekeek. Sommigen zagen liefde als iets duivels en sloten zich af. Je moest proeven van het leven, maar die dwazen begrepen dat niet. Zij luisterden slechts naar de stemmen die niets meer wisten dan dat het leven eindigt met de dood. What is the meaning of life, if we all live to die? (Quoting) Sandstorm keek even achterom, naar Greeneye. De oudere kater wilde graag kennismaken met Bloodclan.. Nou, dat kon, perfect. Sandstorm was er best trots op dat hij Rain en Greeneye genoeg had verteld om ze nieuwsgierig te maken, al had dat geen echte reden. Waarschijnlijk was het gewoon nutteloos, net zoals de gedachten waren die in enkele seconden weer vergeten waren. Hij hoopte dat de kater Bloodclan wat vond. Meer Rogues betekende een betere kans tegen de Clans, al zou die confrontatie nog wel even uitblijven. Hij hoopte dat zijn kits, Aube, Swan, Seashell, Ice en Moon het vol zouden houden. Ze hoefden dan nog niet te vechten, maar toch.. Als hen wat zou overkomen zou hij het zichzelf nooit vergeten. Uiteindelijk bereikten ze de ingang van Bloodclancamp, verborgen tussen de struiken die nog genoeg bladeren droegen om het camp een gewone plaats van de Tweebenen te laten lijken. Er moest wat trots in zijn ogen te zien zijn, van de kat met de halsband, al had dat geen duidelijke reden. 'Hier is het kamp,' was de enige introductie die hij gaf.