Het grijze poesje liep door de Heatherfields. Ze ving een geur van een muis op en zakte in jacht houding. Ze zag het muisje rondscharrelen onder de sprieten. Ze sloop behoedzaam op het muisje af. De wind ging in haar richting dus merkte de muis haar niet op. Ze sprong op de muis en voor het diertje een kreet slaakte maakte het grijze poesje de muis af. Ze pakte het muisje vast en trippelde verder richting het kamp dat nog een eindje was. Ze had (nog)geen mentor dus trainde ze zichzelf tijdelijk. Ze begroef de muis onder het zand en liep naar rechts. Ze nam een grote wending zodat ze meer kon jagen. Ze proefde de lucht en keek rond. Ze rook geen muis en draafde verder,af en toe proefde ze de lucht. Vreemd er was geen wind en geen muis te ruiken. Misschien kon ze beter terug keren naar het kamp.