Sour liep door een uitgestrekt gebied die vol met prooigeuren zat. Sour opende zijn kaken. Hij rook vooral veel konijn, maar hier en daar ook een muis. Het lange gras kietelde an zijn buik. Sour snoof nog een keer om uit te maken waar de meeste konijnen zaten. Hij rende ernaar toe, maar toen hij vlakbij was liet hij zich in de sluiphouding vallen. Hij hoorde het zachte geritsel van een konijn. Daar zag hij hem. Een mollig, wit konijn die heerlijk op een bloemetje aan het knagen was. Sour versmalde zijn ogen. Hij haalde uit, en na die klap was het beest al dood. Sour had geweldige poten, eigenlijk leek hij best wel op Tigerstar. Net zo groot, net zo verbitterd. Hij nam wat happen. Opeens kraakte er een takje. "Wie is daar?" Sour snuffelde. Dit was Windclan.
Open voor Windclan.