Met kleine pasjes trippelde het rode poesje nieuwsgierig wat rond. Ze had tegen zichzelf gezegd dat ze vandaag zou proberen weer wat te jagen. Ze had soms zelfs haar eigen vorderingen gemerkt en genoot ervan. Maar toch was ze weer afgedwaald van haar oorspronkelijke doel. De laatste tijd had haar vader zo’n vreemd ding om zijn nek… En zijn afwezigheid was gebleven. Eerst had ze geprobeerd nog meer prooi te vangen, nog meer haar steentje bij te dragen – voor zover dat kon als kitten – om zijn aandacht te krijgen. Natuurlijk kreeg ze wel de complimentjes, maar die deerde haar niet meer. Ze wou haar vader, zijn liefde en zijn aandacht. Altijd wanneer ze het maar wou. Ze realiseerde zich ook prima dat nou dat haar zusjes er waren – Swan en Seashell – het nog moeilijker zou zijn. En dat ze misschien zou moeten wennen aan af en toe een complimentje, en that’s it. Ze rekende er ook al niet meer op dat ze de volle aandacht van haar moeder zou hebben; die verkeerde in een soort van roes… Een vage droom. Trots dat ze weer een nieuw nestje had gekregen, met twee gezonde kits. Niet dat ze het erg vond; ze had het al zien aankomen. Maar dat ze minder aandacht kreeg van haar vader vond ze erger. Als het om dezelfde reden was als van haar vader; oké. Maar… Het was ergens anders om. Hij was zo vaak weg. Ze maakte zich gewoon zorgen om de kater.
Nu kon ze het niet laten om alweer zijn geurspoor te volgen. Opnieuw kwam ze uit bij de plek waar al die andere kattengeuren zich met elkaar mengden. Maar ze negeerde het, de drang om te weten wat haar vader nou zo bezig hield was te groot. Haar diep groene ogen waren wijd opengesperd. Haar oren trokken nerveus. Natuurlijk was ze een beetje bang; dadelijk werd ze gesnapt door een of andere oudere kat. Die haar dan natuurlijk wat aan zou doen. Misschien moest ze zich vermommen… Net zoals haar vader een halsband dragen. Dan was het zeker dat iedereen haar zou geloven dat hij haar vader was; ze droeg immers dan ook een halsband. Ze hield halt. Waar haalde ze een halsband vandaan? Zo’n ding maakte je niet van takjes of zo. Ze had wel vaker andere katten ermee zien lopen… Dikke katten. Misschien dat een van die dikke katten eentje voor haar zou kunnen regelen. Ze maakte rechtsomkeert en trippelde richting de plek waar ze er wel eens eentje had gezien. Onderweg leek ze ineens te bevriezen en bleef ze verstijfd staan. Ze kneep haar ogen tot spleetjes. Iets wits… Bedekt onder wat takjes en blaadjes. Snel rende ze erop af en schoof ze de takjes en blaadjes ervan af met haar neusje. Een blije glimlach krulde zich rond haar lippen. Het was een halsband. Een oude en versleten. Er zaten een paar vieze vlekken op. Maar daar vroeg je om als je een witte droeg. Een van die dikke katten moest hem blijkbaar verloren hebben. Maar hoe kreeg ze dat ding om haar nek? Voorzichtig zette ze haar – met rode vacht bedekte – pootje erop en probeerde ze haar hoofd erdoorheen te krijgen. Ze realiseerde zich al gelijk dat de halsband naar modder rook, maar nadat ze wist wat haar vader nou precies iedere keer deed zou ze hem gelijk weer weggooien. Na hard zwoegen wist ze eindelijk haar kopje erdoor heen te krijgen. Ze slaakte een zucht. Nu kon ze weer verder.
Ze was weer terug gelopen naar de plek waar ze rechtsomkeert had gemaakt, maar vervolgde nu haar weg. Nog steeds haar vaders geur volgend. Ze kon zijn geur onderscheiden, hoeveel andere geuren er ook overheen waren gegaan; hoeveel zich er ook mee vermengden. Het was en bleef de geur van haar vader, en die zou ze altijd terug weten te vinden. Opeens bleef ze staan, met een pootje nog steeds in de lucht hangend. Met een ruk draaide ze haar kop. Hoorde ze nou wat geritsel? Haar oren fier naar voren gericht en haar ogen wijd opengesperd bleef ze richting de plek kijken. Had iemand haar gesnapt?...
{ Gelieve alleen een Bloodclan/Elite lid xd
En al helemaal geweldig als Waz hier tijd voor zou kunnen maken,
Maar ik heb al door dat zij het een beetje druk heeft (;
Dus kijk maar ~ }