|
| [Fanfic] Darkness will rise from within | |
| |
Floriske 2583 Actief Vibrations of tremors that shook long ago
Tear holes in the fabric of all that we know
Can't survive with the secrets we have
All that we have is a lie
| |
| Onderwerp: Re: [Fanfic] Darkness will rise from within ma 31 maa 2014 - 20:56 | |
| Nou ja, ik zit inderdaad al wel een tijdje te twijfelen of ik weer eens verder zal gaan, dus misschien wel :3 EDIT: Ik hen uiteindelijk besloten om wel door te gaan, want het verhaal blijft in mijn hoofd zitten, dus ik wil graag verder schrijven. Er komen alleen niet in een enorm hoog tempo nieuwe hoofstukken bij, verwacht ik, vanwege school, omdat ik posten altijd voor laat gaan en omdat ik niet kan schrijven als er iemand in de buurt is die misschien over mijn schouder mee kan lezen. Hier is in ieder geval het volgende hoofdstuk: - Hoofdstuk 8 - Het verhaal van Sunrise en Burningmoon:
“Vele seizoenen geleden, toen Polestar RiverClans leider was en Tinamoufeather zijn deputy, werden er twee kittens geboren. Hun ouders waren Clearwater, een knappe en zeer geliefde poes, en Rosewood, een krachtige, gerespecteerde warrior. Hun dochter heette Burningkit, zo genoemd vanwege haar vlammend rode pels. Ze was het evenbeeld van haar moeder. Hun zoon werd Erminekit genoemd. Hij leek met zijn wit met bruine vacht sprekend op zijn vader. Burningkit was een voorbeeldkitten: lief, leergierig, mooi. Haar broertje was slim en dapper, maar ook koppig, een eigenschap die hij van zijn vader geërfd had. Drie manen later ging Clearwater mee naar de Gathering. Rosewood had de tijdelijke leiding over het kamp gekregen en bleef dus achter. De Gathering was in volle gang toen Risinghymn, de medicine cat, een blik wierp op de volle maan. Voor haar ogen kleurde die plotseling een helder oranjerood, alsof zij in brand stond. Even later viel er echter een donkere schaduw op de maan. Toen Risinghymn zich omdraaide om te zien wat die schaduw wierp, zag ze een reusachtige, gitzwarte zon aan de hemel staan. Ze werd door schrik bevangen, maar toen ze met haar ogen knipperde waren de zwarte zon en de oranje kleur van de maan verdwenen. Het visioen bleef haar achtervolgen en hield haar nachtenlang uit haar slaap, maar ze kon de betekenis niet raden. Terwijl de medicine cat dit vreemde teken zag, had Clearwater een gesprek aangeknoopt met een kater van WindClan. Zijn naam was Walnutvale. Hij was een vriendelijke kat, en knap en charmant. Clearwater kon het niet helpen, ze viel als een blok voor hem. De jonge Walnutvale voelde hetzelfde. En met die ontmoeting begonnen de problemen. Clearwater was te verliefd om na te denken. Walnutvale wist wel dat het verboden en gevaarlijk was wat ze deden, maar hij was altijd eenzaam geweest. Nu hij eindelijk een echte vriendin gevonden had, kon hij het niet over zijn hart verkrijgen haar weg te sturen. Ze spraken af, midden in de nacht. Het ravijn scheidde hun territoria en ze konden niet meer doen dan naar elkaar kijken. Op iedere Gathering die volgde, slopen ze samen weg. In het begin waren ze voorzichtig en namen ze geen enkel risico. Later beseften ze echter dat dit niet zou stoppen. Ze begonnen een plan te verzinnen om samen weg te lopen. Ze konden zich verschuilen in de boerderij die vroeger Barley's Farm werd genoemd. Ze konden hun eigen gezinnetje maken, ze konden samen zijn. Maar toen het plan vorm begon te krijgen, bedacht Clearwater zich. Ze wilde haar vrienden en haar kittens in RiverClan geen vaarwel zeggen. En nu ze eenmaal had besloten dat ze niet weg wilde rennen, werd ze ook bang dat haar clangenoten het zouden ontdekken. Eerst had dat niet uitgemaakt, zij en Walnut zouden toch weggaan, maar nu... Toen ze elkaar opnieuw zagen, vertelde ze hem dat ze hem niet meer kon zien, en brak zo zijn hart. Hij ging terug naar zijn clan, zij naar de hare, en ze hebben nooit meer een woord met elkaar gewisseld. Het was echter al te laat. Één van hun ontmoetingen had grote gevolgen: Clearwater droeg kittens. Ze smeekte Rosewood te doen alsof hij de vader was, maar hij, woedend omdat zij hem had bedrogen, weigerde. In de clan verspreidde het nieuws zich snel dat de vader van Clearwaters nieuwe nestje niet uit RiverClan kwam. De poes was niet langer geliefd in de clan. Ze gaf geboorte aan één kitten, een dochter die precies op haar leek. Ze noemde haar Sunkit, vanwege haar vurige vacht. Sunkit was een vrolijke kitten. Haar oudere zus, inmiddels net Burningpaw geworden, was haar grote voorbeeld. Manen gingen voorbij. Sunkit werd Sunpaw, Burningpaw werd Burningmoon en Erminepaw werd Ermineheart. Burningmoon was RiverClans meest geliefde poes en Ermineheart was uitgegroeid tot een echte zoon van zijn vader. Sunpaw, echter, werd met de nek aangekeken, vanwege haar niet-RiverClan vader. De apprentice deed ontzettend haar best, maar het was nooit goed genoeg. Ze werd voortdurend vergeleken met haar oudere halfzus, en niet in haar voordeel. 'Neem eens een voorbeeld aan Burningmoon', 'Was je maar meer zoals je halfzus', 'Hoe durf je jezelf haar familie te noemen. Je bent niet half zo goed als zij'. Ze namen het haar zelfs kwalijk dat ze op haar geweldige zus durfde te lijken. Burningmoon nam het vaak voor haar op, maar dat sterkte de anderen alleen maar meer in hun overtuiging dat zij zo lief en geweldig was, dat ze het zelfs opnam voor haar vervelende half-clan zusje. Sunpaws vrolijke karakter verdween. Ze begon haar zus meer en meer te haten. Wat maakt Burningmoon zo geweldig, behalve haar vader? Zij is precies hetzelfde als ik. Als Rosewood mijn vader geweest was, was ik geliefd geweest. En dan ook nog eens doen alsof ze zo vriendelijk is, alsof ze mij een plezier doet. Ze zou bewijzen dat zij net zo veel, nee, méér waard was dan die arrogante zus van haar. Ze zou ze eens wat laten zien... Het duurde lang voor Sunpaw haar warriornaam kreeg. Uiteindelijk gaf Polestar haar de naam Sunrise. Sun was blij, voelde zich uiteindelijk nog een beetje gewaardeerd. Het veranderde echter niets aan de manier waarop anderen met haar omgingen. De warriors, de apprentices, zelfs de kittens gingen met haar om alsof ze het niet waard was om zich RiverClanner te noemen.
In bladkaal brak groenhoest uit. Tinamoufeather was een van de doden die te betreuren waren dat seizoen. Niemand twijfelde eraan wie haar op zou volgen, en inderdaad: Burningmoon werd Polestars nieuwe deputy. Voor Sunrise was de maat vol. Zij was net zo sterk, ijverig en slim als haar zus. Zij verdiende die rang net zo goed. Maar besloot dat ze geen deputy wilde worden, of zelfs leider. Nee, ze haatte iedere kat uit die clan. Ze zou RiverClan volledig verwoesten. Ze zouden er spijt van krijgen dat ze haar zo hadden behandeld. Ze ging eropuit en verzamelde een groep rogues die wel wat in haar idee zagen. Sunrise beloofde hen dat zij in het gebied zouden mogen leven, waar veel meer prooi te vinden was dan op de kale stukken land die de eenlingen nu bewoonden. Deze groep was echter niet groot genoeg. Sunrise had meer katten nodig. BloodClan was nog groot in die tijd, en werd met ijzeren klauw geregeerd door Lady Marlene. Zij was een kat waar je voor op moest passen. Ze was onvoorspelbaar en wreed. Sunrise wendde zich tot haar. Ze beloofde Lady Marlene een groot deel van het RiverClan territorium in ruil voor haar legertje. Ze spraken een dag en een simpel plan af: ze zouden het kamp omsingelen en aanvallen en ze zouden geen vluchtwegen openhouden voor de RiverClan katten. Sunrise wilde de clan niet verdrijven. Ze wilde hem volledig uitroeien.
Ze hadden 's nachts afgesproken, want dan zou iedereen in het kamp zijn en waren er geen patrouilles die hen zouden kunnen ontdekken. Ze bereikten het kamp ongezien en overrompelden de warrior die de wacht hield. De RiverClanners werden wakker en er ontstond grote paniek. Aan alle kanten braken gevechten uit.
De strijd was echter nog nauwelijks begonnen, toen Lady Marlene zich plotseling terugtrok. De poes had simpelweg geen zin om een plan te volgen dat een andere kat had bedacht en verraadde Sunrise. Haar Elitekatten volgden haar, hoewel ze graag hadden willen vechten, want ze waren trouw aan hun leidster. Sunrise' roguegroepje ging er ook vandoor zodra ze zagen dat ze hopeloos in de minderheid waren. Er was nu nog maar één gevecht bezig. Sunrise, woedend en gefrustreerd, weigerde op te geven en vocht nog steeds met Burningmoon. Maar de hele clan kwam de deputy te hulp. Het was Ermineheart die zijn halfzusje was zijn zus wegtrok. En hij doodde haar. Zo was het visioen uitgekomen. De schaduw van de zon was op de brandende maan gevallen, maar het was de zon die gedoofd was en de maan die bleef branden, net zo vurig als altijd. Sunrise werd op aandringen van Burningmoon begraven, maar zij was de enige die treurde bij het graf.
Ik kan mijn hoofdstukken vanaf nu overigens niet meer in de beginpost zetten, want dan wordt hij te lang, zegt actieforum. |
| | | 22 Actief
| |
| Onderwerp: Re: [Fanfic] Darkness will rise from within vr 4 apr 2014 - 16:18 | |
| Woah... Toen ik hier op klikte dacht ik zovan; Hm, een verhaal. Ik denk dat het saai gaat worden... Maargoed, toch maar eens lezen. Maar dit is ASDFGHJKL >.< ZO. GOED. GESCHREVEN. En die namen zijn gwn geniaal! Mooi bedacht! Goed verhaal! Leuke figuren~! echt... amazing. |
| | | Floriske 882
| |
| Onderwerp: Re: [Fanfic] Darkness will rise from within ma 7 apr 2014 - 18:26 | |
| Aww, dankjewel. - Hoofdstuk 9 - Geen wolkje aan de hemel:
“Wat gebeurde er daarna met Burningmoon?” vroeg Jacinthstorm toen Lorebeadle uitgepraat was. “Niet veel. Sinds Ermineheart Sunrise had gedood, gingen hij en Burningmoon niet veel meer met elkaar om. Zij had Sunrise alleen weg willen jagen, niet willen vermoorden. Ze werd zo'n twee manen later vermoord door een eenling”, antwoordde de grote, grijze kater. Hij lachte vreugdeloos. “Een onwaardig einde. De grote, geliefde poes had een aanslag op haar clan overleefd en vervolgens werd haar leven haar afgenomen door niemand meer dan een naamloze rogue.” Ze waren allebei even stil. Jacinthstorm dacht aan de poes uit haar dromen. “Welke kleur waren de ogen van Burningmoon?” vroeg ze. “Bleekblauw”, zei Lore, “bleekblauw als maanstenen.” Jacinthstorm wist niet waarom, maar eigenlijk durfde ze er nu pas echt vanuit te gaan dat Burningmoon inderdaad was wie ze beweerde te zijn. Er hing een vreemde sfeer in de dromen, maar, zoals de kat van StarClan haar had verteld, was dat puur een illusie. Jacinthstorm wilde alleen maar dat ze een prettiger omgeving gecreëerd had in haar dromenwereld. “Bedankt, Lorebeadle”, miauwde ze met een beleefd knikje. De oude kater knikte terug. Toen Jacinthstorm omkeek, zag ze Lacunalake in de ingang van Lorebeadle's den staan. De deputy keek de witte poes zwijgend aan. Jacinthstorm knikte nogmaals naar de medicine cat en volgde toen de zwarte poes naar buiten. Ze verliet het kamp onder begeleiding van de deputy en twee andere warriors. Alsof ShadowClan bang was dat zij, een medicine cat die niet eens had leren vechten, een bedreiging kon zijn. De ShadowClanners bleven achter bij de grens, al voelde Jacinthstorm Lacunalake's donkere ogen nog lang in haar rug prikken.
Toen ze terug was, bleef ze eerst nog even in het water liggen voor ze het kamp binnenging. De hemel was strakblauw en er stond geen wolkje aan de hemel. De frisheid van nieuwblad was verdwenen en had plaatsgemaakt voor de zware hitte van groenblad. De wind, die die ochtend nog hard had gewaaid, was gaan liggen en het was nu bijna windstil. De weerspiegeling van de zon schitterde in het water, zo fel dat het pijnlijk was om ernaar te kijken. Jacinthstorm sloot haar ogen en voelde hoe de stroming haar vacht bewoog. Zo'n dikke pels was heerlijk in bladkaal, maar in dit warme seizoen was ze liever een korthaar geweest. Uiteindelijk kwam ze uit het water en schudde zich uit.
Haar gedachten begonnen zich weer aan haar op te dringen. Risinghymn had de schaduw van een zwarte zon op de maan zien vallen, een maan die brandde als een fakkel in de lucht. Jacinthstorm had in haar eerste visioen een zwarte zon op zien komen en Riveraindream had haar gewaarschuwd met de woorden: “The sun will cast shadows, faith will cause death.” Waren die gebeurtenissen van talloze generaties geleden op de een of andere manier verbonden met wat er nu gebeurde in RiverClan? Maar hoe? Sunrise had geen nakomelingen. Haar tak van de familie stierf met haar. Burningmoon had ook geen tijd om kittens te krijgen. Ermineheart? Jacinthstorm bedacht zich nu pas dat ze daarnaar had moeten vragen. Ze kon echter niet weer terug. Lacunalake zou zich af kunnen vragen wat haar voor een tweede keer naar hun clan bracht. Ze zou zich afvragen of er misschien problemen waren in RiverClan en of ShadowClan daar misschien een voordeel uit kon halen.
Het was die avond stil in het kamp, net zoals de vorige avond, net zoals het waarschijnlijk nog vele avonden zou zijn, voordat iedereen van Heronbeaks dood bekomen zou zijn. Jacinthstorm was moe na haar tocht naar ShadowClan en ze viel snel in een droomloze slaap. Ze werd de volgende ochtend wakker van het gefluit van vogels. Het was het enige geluid in het kamp, hoewel er al meerdere katten wakker waren. De zonsopgangpatrouilles die terugkeerden hadden niets te melden. Zo ging het ook de dagen daarna. De zon stond fel en stralend aan de hemel. Burningmoon liet niets van zich horen. Er hing een vreemde sfeer in het kamp. Een sfeer van stilte en verdriet, maar nog meer van wantrouwen. Jacinthstorm observeerde iedere kat zorgvuldig in de hoop dat de moordenaar zichzelf zou verraden, en ze zag dat iedereen dat deed. Als ze in haar den zat en de kruiden rangschikte, hoorde ze de gesprekken. “Wie denk jij dat het is?” Het was Mayfly die dit vroeg aan Skylark. “Ik wed dat het die Sleekvoice is”, zei de kater. “Die kat bevalt me niet, die emotieloze blik in zijn ogen. Het lijkt wel alsof het hem niets kan schelen dat zijn clangenoot vermoord is.” “En dan die manier waarop hij opeens achter je kan staan, zonder dat je hem hebt gehoord... Skylark, denk je dat hij het nog eens zal doen?” Jacinthstorm hoorde aan Mayfly's stem dat de poes huiverde. “Geen zorgen, Mayfly, ik zal je wel beschermen”, miauwde Skylark zacht. “Je weet toch dat ik jou niets laat overkomen?” Jacinthstorm hoorde een overdreven zucht, die niet van Skylark of Mayfly afkomstig was. Vlak daarna hoorde ze Brickpaws stem: “Pfff, Gibscream was vandaag nog strenger dan anders. En halverwege kwam Holmwood ook nog eens opeens langs. Ik bedoel, hoe verwacht ze van me dat ik me kan concentreren als die oude zuurpruim ook nog eens mee staat te kijken?” “Brickpaw!” Dat was zijn zusje, Ladypaw. “Jullie hebben geluk! Jij hebt Tortoisefur en Center heeft Hawkscream. Gibscream is gewoon geméén. Het zou me niets verbazen als zij die moord op haar geweten heeft.” “Brickpaw, nu ga je te ver! Daar moet je geen grapjes over maken!” riep Ladypaw geschokt. “Oké, oké, al goed. Ik meende het niet, hoor”, miauwde haar broer verongelijkt. “Kunnen jullie een beetje rustig zijn?” klonk opeens de stem van Redline. “Er proberen kittens te slapen.” Toen was het weer stil in het kamp. Jacinthstorm ging verder met het sorteren van haar kruiden, maar haar gedachten waren er niet helemaal bij. Zo ging het vele dagen lang, totdat de bijna volle maan aan de hemel stond. Het was de ochtend voor de Gathering, dat een nieuwe tragedie de clan door elkaar schudde.
|
| | | Floriske 2583 Actief Vibrations of tremors that shook long ago
Tear holes in the fabric of all that we know
Can't survive with the secrets we have
All that we have is a lie
| |
| Onderwerp: Re: [Fanfic] Darkness will rise from within za 26 apr 2014 - 17:57 | |
| - Hoofdstuk 10 - Gif:
Westkit hobbelde naar buiten. Het begon al te schemeren, maar de zon was nog niet op. Ze was altijd vroeg wakker, want Windrose stuurde hen altijd belachelijk vroeg naar hun nest om te slapen. Northkit kwam achter haar aan. Zij was de oudste en de grootste en Westkit vond haar ongelofelijk irritant. Northkit beschouwde zichzelf namelijk ook als de slimste en wijste van het nestje en kon ongelofelijk goed de pret verpesten. Net zoals Eastkit, overigens. Die vond helemaal niks leuk en ging al huilen als je hem aanraakte. Southkit was ook al te stil om lol mee te beleven. “Hé, wat zijn dat?” vroeg Westkit toen ze de rode besjes zag liggen. “Besjes”, zei Northkit. Westkit rolde met haar ogen. “Dat zie ik ook wel”, miauwde ze. Ze snuffelde eraan. Ze roken naar besjes, veel meer dan dat kon ze er niet van maken. “Ze zien er best wel lekker uit”, miauwde ze. Northkit knikte, maar op dat moment kwamen ook South en East aanwaggelen. Westkit besloot aardig te zijn en rolde wat van de besjes naar hen toe. Er waren er toch genoeg om te delen. “Mag je die wel eten?” vroeg Eastkit zenuwachtig. “Natuurlijk mag je die eten, waarom zou het niet mogen?” zei West geërgerd. “Ik vraag het wel aan mama”, zei haar broertje en hij draaide zich al om naar de nursery. “Eastkit”, miauwde North toen. “Ze liggen hier vlak naast de prooistapel, natuurlijk zijn ze om op te eten.” Westkit glimlachte tevreden. Zelfs Northkit, die meestal de kant van hun broertje koos, gaf haar ditmaal gelijk. Eastkit murmelde nog wat onverstaanbaars en raakte de besjes niet aan. Westkit snoof. Nou dan moest hij het zelf maar weten. Ze pakte een besje tussen haar tanden. Hij was lekker zoet, alleen de pit was vervelend hard en toen ze hem kapot beet, smaakte hij vies. Southkit en Northkit aten ook van de bessen, maar Eastkit volgde hun voorbeeld niet en bleef zenuwachtig kijken, alsof er ieder moment een boze warrior uit een den kon komen stormen. Westkit nam nog een besje in haar mond, maar spuugde de pit weer uit. Ze grinnikte even en pakte een volgend besje. Voorzichtig at ze het vruchtje op, ervoor zorgend dat ze niet op de pit beet. Ze spuugde het zwarte projectiel naar Eastkit, die met een geschrokken kreetje omviel. Traantjes welden op in zijn ogen en Westkit zag dat hij op het punt stond om te gaan jammeren. “Eastkit, ga niet huilen, het deed niet eens pijn”, miauwde Westkit geërgerd. Dat bezorgde haar een boze blik van Northkit en Eastkit begon alsnog te huilen. Westkit voelde zich opeens niet echt geweldig meer. Eastkit, stop. Ze kreeg hoofdpijn van zijn gejammer. Haar pootjes trilden. Ze wilde terug naar de nursery, ze voelde zich niet lekker. “Northkit?” miauwde ze zacht. Ze keek naar haar zusje en schrok. Northkits adem piepte en er stroomden tranen over haar grijze wangen. “Wat is er? Northkit, Southkit, Westkit, wat is er?” vroeg Eastkit bangig. Hij keek met grote ogen naar zijn drie nestgenootjes. “North... Mama! Mamaaaaa!” huilde hij. Westkit kreeg er hoofdpijn van. Alles deed opeens pijn en het voelde alsof haar keel dichtgeknepen werd. Paniek maakte zich van haar meester. Wat gebeurde er? Eastkit bleef schreeuwen en van alle kanten kwamen katten aangerend. “Wat is er gebeurd?” “Wat is er aan de hand?” “Mijn kittens!” “Jacinthstorm, Myrtlepaw!” En tussen al deze kreten een uitroep: “Doodsbessen!”
“Myrtlepaw, haal duizendblad en jeneveverbessen”, droeg Jacinthstorm haar apprentice op. Duizendblad om de kittens de giftige bessen uit te laten braken, jeneverbessen om het ademhalen te vergemakkelijken. Zelf griste ze wat van het eerste mee. Terwijl ze haar den uit rende, kauwde ze op de bladeren. Toen ze aankwam, zag ze inderdaad doodsbessen liggen. Eastkit huilde nog steeds luidruchtig, terwijl de drie andere kittens trillend op de grond lagen. “Zorg dat ze dit eten”, zei ze tegen twee andere katten, Globetrotter en Niveouspath, nadat ze de duizendbladpap uitgespuugd had. “Heb jij ervan gegeten?” vroeg ze aan Eastkit. De kitten schudde zijn kopje. Jacinthstorm zag uitgespuugde pitten op de grond liggen. Goed. Het vruchtvlees was niet giftig, het waren de pitten die het echte gevaar vormden. “Eet dit”, zei ze tegen Northkit. De grijze kitten piepte en keerde haar kop af van het duizendblad. “Je moet het opeten, Northkit, dat zal helpen. Dan gaat het over. Dat beloof ik.” Northkit gehoorzaamde en likte wat van het groene papje op. “Meer.” De kitten kreunde en slikte nog een klein hapje door. Jacinthstorm hield haar overeind. Als ze ging braken moest ze niet liggen, dat was gevaarlijk. Northkit piepte meelijwekkend. “Shh, shh, het komt goed. Globetrotter, zorg dat hij het opeet!” zei ze toen ze zag dat de donkerrode kater er moeite mee had om Southkit het duizendblad te laten eten. Ze keerde zich weer naar Northkit. Die hoestte, waarbij haar hele lichaam schokte. Ze spuugde iets uit, maar het was weinig. Het was niet alles wat ze had gegeten. Kom op, Northkit. Ze hoestte opnieuw, maar er kwam niets. Haar lichaam schokte, haar hijgende adem piepte, een traan rolde over haar wang. Ze werd stil.
Jacinthstorm klemde haar kaken hard op elkaar en probeerde haar opkomende tranen terug te dringen. Ik had het haar beloofd. Ik had haar beloofd dat het over zou gaan. Ze keek naar Westkit en Southkit. Met de eerste leek het beter te gaan. Misschien was zij degene die de pitjes had uitgespuugd. Southkit was er slecht aan toe. Hij vocht voor adem. “Zijn alle pitten uit hem?” vroeg Jacinthstorm aan Globetrotter. “Ik denk het wel”, antwoordde die. Hij keek de medicine cat met bange ogen aan. “Was het op tijd?” Jacinthstorm antwoordde niet. Southkit had zich opgekruld tot een bolletje en schopte in de lucht. Zijn oudere broer waste Southkits vacht om hem gerust te stellen. De kitten had moeite met ademhalen en Myrtlepaw rolde een paar jeneverbessen naar haar mentor. Jacinth kauwde erop om ze zacht te maken en voerde ze voorzichtig aan Southkit. De paarsblauwe bessen zouden het ademhalen gemakkelijker moeten maken, maar Jacinthstorm vreesde dat het weinig zin meer had. De ademhaling was niet het grootste probleem. Doodsbessen maakten alles kapot. Southkit had ze uitgespuugd, maar er was al teveel schade gedaan. “Het spijt me”, zei ze. Globetrotter liep zijn kop hangen. “Ik zal hem wat papaverzaadjes geven, zodat hij rustig...” ...kan sterven, zonder pijn en angst. Hij zal rustig in slaap vallen. Ze kon het niet zeggen. Ze hoefde Myrtlepaw niets te vragen. De apprentice kwam al aangerend met de zwarte zaadjes. Ze wendde zich af terwijl Jacinthstorm ze aan de donkerbruine kitten voerde. Windrose waste de vacht van haar kleintje met regelmatige likken en Southkit kwam tot rust.
“Ik heb Eastkit één papaverzaadje gegeven zodat hij kan slapen, is dat goed?” vroeg Myrtlepaw. Jacinthstorm knikte vermoeid. Ze wilde dat dit voorbij was, dat ze weg kon uit deze groep katten waar de schrik en het verdriet als een zware, drukkende deken overheen lag. Ze kon echter nog niet weg. Ze liep nu naar Westkit. Haar ademhaling ging moeizaam en ze trilde, maar ze schokte niet zo als haar broer en zus. Niveouspath had haar al laten braken en het leek erop dat het nu beter met haar ging. Jacinthstorm zuchtte opgelucht. Westkit zou overleven. Ze gaf de kitten een beetje van de pap van jeneverbessen. Ze liet Myrtlepaw tijm halen en gaf er wat van aan Westkit tegen de schok. Jacinthstorm zag Windrose zitten en liep naar haar toe. “Kauw hierop en neem Eastkit en Westkit mee naar de nursery. Houd ze warm”, droeg ze de queen op. Windrose gehoorzaamde zonder tegenwerpingen. Jacinthstorm kon haar niets geven om te slapen. Ze moest eerst voor haar kittens zorgen. Redline volgde haar naar binnen.
Jacinthstorm zag dat Evenstar op de lage heuvel ging staan om te spreken, maar ze wachtte het niet af. Nu ze had gedaan wat ze kon doen, drong zich een vraag aan haar op: wie had de doodsbessen neergelegd? Het kon geen ongeluk zijn dat er zo veel bessen zo dicht bij de prooistapel lagen. Als een warrior de eerste was geweest die wakker was geworden, had hij de bessen meteen herkend. Het waren echter vaak de kittens van Windrose en Redline die als eerste naar buiten kwamen. Wie had die nacht de wacht gehouden? Ze moest een hartig woordje spreken met die kat. Maar eerst was er nog iets anders wat haar bezighield. Waar kwamen de bessen vandaan? Taxusbomen droegen pas aan het eind van groenblad bessen. Jacinthstorm kon maar één plek bedenken waar gedroogde doodsbessen lagen en dat baarde haar erg veel zorgen. Ze ging haar den binnen zonder te luisteren naar Evenstars toespraak. Achter in haar den lag een platte steen. Ze gebruikte hem soms als ondergrond om dingen op te leggen die ze niet op de vieze grond wilde leggen. Ze schoof hem opzij. Onder de steen was een klein kuiltje in de grond uitgegraven. Het was leeg. Jacinthstorm beet op haar lip. Haar vermoeden was bevestigd. Het waren haar doodsbessen die waren gebruikt om de kittens te vergiftigen. Ze had de bessen voor noodgevallen, voor als een kat in hevige pijn verkeerde en er geen kans meer op genezing was. Het was iets waar Evenstar ongelofelijk tegen zou zijn. Jacinthstorm had het haar nooit verteld. Niemand wist van haar geheime voorraad, ze hield het zorgvuldig geheim. Myrtlepaw was er ooit perongeluk achter gekomen, maar zij was de enige. Ze had het toch niet doorverteld? Ze had Jacinthstorm beloofd dat ze dat nooit zou doen. Had ze die belofte verbroken? Ze snuffelde overal: in de lucht, aan de grond, aan de steen. De kruidengeur in haar den was te overheersend. Ze kon er op deze manier onmogelijk achterkomen wie haar den in was geslopen en de bessen had gestolen. Ze voelde zich schuldig. Als zij ze niet had gehad, had de dief er niet aan kunnen komen. De kittens zouden nog leven. Ze had de bessen niet moeten hebben.
De hele dag ging als een waas aan haar voorbij. Ze gaf tijm aan Globetrotter, die alleen maar voor zich staarde en aan de apprentices, die allemaal geschokt waren. Ze vroeg aan Evenstar wie er die nacht op wacht had gezeten. Dat was Saltstone. Hij was geen kat die in slaap zou vallen tijdens zijn wacht. De kat die de bessen had gestolen moest dus wel erg stil kunnen bewegen. Het lukte haar niet om zich te bedenken wie het geweest kon zijn. Ze was moe. Ze had hoofdpijn. 's Middags sliep ze, nadat Myrtlepaw haar ervan had verzekerd dat zij op zou letten of er iemand geholpen moest worden. Die avond, toen de zon onderging, was de hele clan verzameld op de open plek in het kamp. In het midden van de groep lagen de twee kleine lichamen. Hun vachten roken naar lavendel en watermunt. Om hen heen zat hun familie. Windrose en Redline, Eastkit en Westkit, Brickpaw, Ladypaw en Centerpaw, Treasurehunt, Questseeker en Globetrotter. Ook Tortoisefur, Gibscream en Hawkscream, de mentoren van de drie apprentices, zouden de hele nacht bij hen blijven. Evenstar kon geen wake houden. Het was volle maan. Zij moest haar clan leiden naar de Gathering. Saltstone, Jacinthstorm en Myrtlepaw konden ook niet blijven. Verder gingen er ook nog enkele warriors en apprentices mee, want hoewel niemand het kamp graag wilde verlaten deze avond, konden ze niet met een kleinere groep katten aankomen dan gewoonlijk, of de andere clans zouden denken dat er iets aan de hand was met RiverClan. In de kampingang keek Jacinthstorm nog even om naar het ongelukkige gezelschap in het kamp. Daarna volgde ze Evenstar in de richting van de Vierboom.
|
| | | Floriske 2583 Actief Vibrations of tremors that shook long ago
Tear holes in the fabric of all that we know
Can't survive with the secrets we have
All that we have is a lie
| |
| Onderwerp: Re: [Fanfic] Darkness will rise from within do 8 mei 2014 - 21:21 | |
| - Hoofdstuk 11 - Leugens en beschuldingen:
De andere drie clans waren al bij de Vierboom toen Evenstars groep aankwam. Weaverstar, Everstar en Sevenstar stonden op de grote rots, hun deputy's zaten aan de voet daarvan. Evenstar stak haar staart in de lucht, het teken om te stoppen. “Het spreekt voor zich dat niemand een woord zegt over wat er gaande is in RiverClan”, sprak de donkergrijze poes. Als de andere clans wisten van hun moeilijkheden, konden ze het idee krijgen dat ze daar voordeel uit zouden kunnen halen. Hun clan kon niet nog meer problemen gebruiken. De leidster liep weer verder en de anderen volgden haar. Toen ze de al aanwezige katten naderden, plakten de RiverClanners een glimlach op hun gezichten en verspreidden ze zich om met de andere clans te praten, alsof er niets aan de hand was. Jacinthstorm zag Lorebeadle en Yarnbark en hun apprentices en ze liep naar hen toe. Pas toen ze bij hen was merkte ze Hushpaw op. De kleine, grijze kat begroette haar met een voorzichtig knikje. “Geen Quicktip?” vroeg Jacinthstorm. Hushpaw schudde zijn kop. “Nenewing en Stormpetal zijn aangevallen door een vos. Quicktip moest in het kamp blijven om ze te verzorgen”, zei hij zacht. “Is de vos weggejaagd?” vroeg Jacinthstorm. Hushpaws antwoord was opnieuw ontkennend. “Het is een slimme vos. Hij viel Nenewing aan toen ze alleen was en toen anderen haar kwamen helpen vluchtte hij weg. Zijn geurspoor liep over de grens, dus ze dachten dat ze hem weggejaagd hadden, maar hij kwam weer terug en heeft toen Stormpetal bijna gedood. Het is nog steeds niet zeker of ze het gaat redden. Nu is hij weer weg, maar het is maar de vraag voor hoe lang...” Hushpaw wierp een zenuwachtige blik op Everstar. “Sorry, dat had ik denk ik niet mogen vertellen. Zeg het niet tegen je leider, oké?” Jacinthstorm knikte. Hushpaw was waarschijnlijk bang dat RiverClan WindClan aan zou vallen nu twee van hun warriors in de medicine cats den lagen, maar een gevecht was wel het laatste waar Jacinthstorms clan nu op zat te wachten. Lorebeadle en Yarnbark waren intussen in een gesprek over een of ander kruid dat de medicine cat van ThunderClan had ontdekt. Lorebeadle bleef maar planten opnoemen die het konden zijn, maar Yarnbark hield vol dat het een nog onbekend kruid was. Jacinthstorm besloot haar aandacht op andere gesprekken te richten. Myrtlepaw was met Scintillapaw en Liltpaw aan het praten. Hushpaw ging bij hen zitten, maar zei niets.
Het bleek nog lastig te zijn voor haar clangenoten om niets te zeggen over de gebeurtenissen van de afgelopen maan. “Is Heronpaw eigenlijk al warrior geworden?” hoorde ze een ThunderClan apprentice, Olivepaw, aan Tangerinepaw vragen. Tangerine wist niet wat ze moest antwoorden, maar Tintin beantwoordde de vraag voor haar. “Ja, hij heet nu Heronbeak”, zei ze met een glimlach. Ze wist haar pijn goed te verbergen. Een queen van ShadowClan vroeg aan Mayfly hoe het met Windrose' kittens ging. “Goed”, antwoordde de witte poes alleen, waarna ze nogal snel wegliep en haar toevlucht zocht tot Skylark, de queen wat verbaasd achterlatend. Jacinthstorm richtte haar blik op de grote rots toen ze Weaverstar zijn keel hoorde schrapen. De leider van ShadowClan was een grote, grijze kater. Zijn vacht zag er meestal wat stoffig uit, maar nu de maan hem bescheen, had hij een zilverachtige glans gekregen.
“Beste katten,” begon hij plechtig, “de Gathering is begonnen. Een paar warriors hebben een das van ShadowClans gebied verjaagd. Verder rent er volop prooi door onze bossen en de zon heeft onze beekjes niet doen opdrogen. Ik geef het woord nu aan Everstar.” “Ook de konijnen zijn met veel en het gaat goed met WindClan. We hebben de afgelopen maan geen problemen gehad en we zijn sterk als altijd”, zei de poes. Geen woord over de vos. Met een kort knikje gaf ze aan dat Evenstar nu kon spreken. “De zon schijnt veel deze dagen, maar wij hebben genoeg water in ons gebied om geen problemen te krijgen” zei Evenstar. “Nu het weer goed is zijn er in RiverClan geen problemen.” Ze zei het zonder blikken of blozen. Jacinthstorm wist niet dat haar leidster zo'n goede leugenaar was. “Die das die ShadowClan heeft verjaagd kwam op ThunderClan gebied terecht”, zei Sevenstar verwijtend. “Onze warriors hebben het beest echter weg kunnen jagen. Rogue gebied in.”
De Gathering was gauw afgelopen en Jacinthstorm was blij dat ze weer terug konden naar het kamp. Ze zag dat Mayfly huilde. Skylark raakte haar troostend aan met zijn staart en gaf haar onder het lopen een lik over haar oor. Ook de andere katten zagen er bedrukt uit. Myrtlepaw liep zwijgend naast Jacinthstorm, die ook geen gesprek begon. De hele groep zweeg en het kamp dat ze betraden was ook in een diepe stilte gehuld. De clan vormde een grote cirkel om de rouwende familie heen. Zo zaten ze en zwegen ze, tot de eerste zonnestralen verschenen.
De katten stonden op. Er werd geen woord gezegd terwijl Voidgaze en Tornveil de overleden kittens het kamp uit droegen om hen te begraven naast het nog zo verse graf van Heronbeak. Jacinthstorm keek om zich heen. De nacht was vol geweest van de Gathering en van de rouw, nu het dag was keerden de vragen terug in haar hoofd. Ze keek om zich heen en merkte dat ze iedere kat bekeek als een mogelijke moordenaar. Aan de blikken in de ogen van haar clangenoten zag ze dat iedereen op die manier rondkeek. Vanuit haar ooghoek zag ze een beweging en toen ze keek, zag ze hoe Sleekvoice het kamp verliet. Ze keek hem na tot hij uit het zicht verdwenen was. “Ben je nu blij?” hoorde ze opeens. Het was Windrose's stem. “Heb je nu je zin?” De donkerrode poes snauwde tegen Thymegreen. “Jij wilde toch zo graag dat mijn kittens doodgingen? Heb jij ze soms vermoord? Gun je niemand soms meer kinderen, omdat je jouwe dood is?” De queen keek woedend. Thymegreen keek haar geschokt aan. “Ik heb helemaal niets gedaan!” riep ze. “'Had er dan één van Windrose genomen, zij heeft er zo veel! Zij kan er wel één missen!'” herhaalde Windrose Thymegreens woorden sissend. “Windrose, rustig. Thymegreen was toen in shock, ze wist niet wat ze zei”, kwam Saltstone tussenbeide. “Of heb jij het soms gedaan?” raasde de moederpoes door. “Er zijn wel meer verhalen waarin het de deputy was. En jij stond op wacht, niet? Jij was de enige die wakker was! Óf dat was voor jou de perfecte gelegenheid, óf je bent alleen een waardeloze bewaker en een waardeloze deputy, die niet eens zijn eigen clangenoten kan beschermen!” Er gleed een gemengde uitdrukking van woede en schuldgevoel over Saltstone's gezicht. “Hoe kun je hem zomaar beschuldigen?” riep Spiritpaw. “Hij heeft nooit iets slechts gedaan.” “Windrose, natuurlijk heeft Saltstone het niet gedaan,” zei Mayfly ook, “daar is hij toch veel te aardig en loyaal voor? Waarom zou hij in StarClansnaam kittens vermoorden?” “Wie heeft denk jij dan dat het gedaan heeft, hm?” vroeg Windrose. “Wie hier is er volgens jou niet te aardig om moorden te plegen?” Mayfly zweeg, maar Jacinthstorm wist dat ze wel een antwoord in haar hoofd had. “Windrose, kom”, zei Redline tegen zijn partner. “Het heeft geen zin om iedereen te beschuldigen. Kom.” Windrose liet zich meevoeren. Jacinthstorm bracht haar even later een paar papaverzaadjes zodat ze wat kon slapen.
De sfeer in het kamp was slecht. Thymegreen was de warriors den in gegaan. Sommige katten keken naar Saltstone met twijfel in hun ogen. Had Windrose niet ergens een punt gehad? Het wás Saltstone die die nacht de wacht had gehouden. De deputy verliet samen met zijn nichtje het kamp. Hij zei dat hij Sleekvoice ging zoeken, die niet alleen rond moest lopen, maar hij wilde waarschijnlijk vooral de blikken ontwijken. Evenstar stelde de regel in dat er voortaan 's nachts twee katten wakker bleven, zodat er één kon letten op gevaren van buitenaf en één op gevaren van binnenuit. En misschien ook zodat ze de ander in de gaten konden houden.
|
| | | Floriske 2347 Actief When you're broken
there's no assurance
you made a better place
| CAT'S PROFILEAge: 58 manenGender: She-cat ♀Rank: - (ooit Senior Tunneler van WindClan) |
| Onderwerp: Re: [Fanfic] Darkness will rise from within ma 1 sep 2014 - 21:00 | |
| En hier is, na een veel te lange tijd, weer eens een hoofdstuk. - Hoofdstuk 12 - Myrtlepaws visioen:
Het was een zonnige dag, opnieuw. Myrtlepaw begreep niet hoe het de hele tijd zonnig kon zijn. Het zou moeten regenen, de hemel zou grijs moeten zijn van rouw, de wind zou moeten huilen. Maar er woei niet meer dan een briesje en de zon keek stralend en onbewogen op hen neer. Het water in de rivier was gezakt en de oevers waren modderig, maar er zwom nog volop vis. Er waren wel veel tweebenen, maar die waren er ieder jaar en ze konden ermee leven.
De sfeer was nog meer verslechterd sinds de dood van de kittens en de beschuldigingen van Windrose. De katten waren al gespannen geweest en wantrouwig, maar nu was de sfeer echt grimmig. Er werd nauwelijks gesproken en bij het samentongen zaten katten in groepjes bij elkaar, soms wantrouwige blikken op andere groepjes werpend. Myrtlepaw zag Windrose, Redline en hun kinderen bij elkaar zitten, dat was de grootste groep. Silktooth en Sootwind zaten met zijn tweeën aan de rand van het kamp. Hawkscream en Petalcloud vertrouwden elkaar natuurlijk, maar ook Niveouspath en Tortoisefur zaten bij hen. Grittybloom en haar zoon werden vergezeld door de kleine, witte Mayfly. Tangerine en Tintin zaten met zijn tweeën voor de apprentice's den. Er waren een paar katten die niet met wantrouwen bekeken werden. Evenstar, natuurlijk. Hun leider konden ze vertrouwen, daar was iedereen zeker van. Ook Jacinthstorm werd niet verdacht. Zij was immers de medicine cat. Iedereen was wel eens door haar geholpen. Apprentices konden zich ook door het kamp bewegen zonder nagekeken te worden. Sommige katten, daarentegen, werden met onverholen vijandigheid bekeken. Één van hen was Sleekvoice. Myrtlepaw kon hem eerst niet ontdekken, tot ze opeens zijn dunne, zwarte gestalte zag, half verscholen tussen het riet bij de kampingang. Hij zat alleen, al leek dat hem niet erg te deren. Misschien was hij het gewend. In een andere situatie zou Myrtlepaw misschien naar hem toe zijn gegaan, maar ze bleef toch zitten waar ze zat, naast haar mentor en diens zus. Ze had het altijd gemeen gevonden dat men zo bevooroordeeld was tegenover de kater, maar nu moest ze toegeven dat zijn onbewogen groene blik haar ook een rilling bezorgde. Hij had geen erg vriendelijke uitstraling en hij deed ook niet echt zijn best daar iets aan te veranderen. En dan waren er natuurlijk ook nog zijn ouders... Myrtlepaw wilde hem niet beoordelen naar zijn ouders, maar er was kans dat hij hun slechte eigenschappen geërfd had. Vreemd was hij zeker... De anderen waren Thymegreen en de deputy. Windrose' uitval had meerdere katten aan het denken gezet. De poes zat alleen, maar Saltstone had genoeg gezelschap. Evenstar liet duidelijk merken dat zij haar deputy vertrouwde en steunde. Verder zaten ook Evenstars broers bij hen, en Spiritpaw, die onvoorwaardelijk in haar oom geloofde. Myrtlepaw keek even naar Thymegreen. Was het mogelijk dat zij Windrose' kittens vergiftigd had? Myrtlepaw dacht eigenlijk dat haar uitroep na de dood van haar zoon enkel een uiting van haar verdriet en woede geweest was. Ze had het toch zeker niet gemeend? Ze keek alleen maar naar de grond. Het leek alsof ze zich ergens schuldig over voelde. Schuldig over haar uitbarsting of schuldig over moord?
De zon was nog niet onder en zijn stralen kleurden de wolkeloze hemel een helder oranje. Evenstar stond op en liep naar Sleekvoice toe. Myrtlepaw kon hun stemmen horen, de warme, vriendelijke stem van de leider en de zachte, mooie stem van Sleek, maar ze verstond niet wat ze zeiden. De meeste katten fluisterden en ze vroeg zich af of ze over hun clangenoten aan het praten waren. Myrtlepaw keek naar Jacinthstorm en Cottongust en hoorde dat ze over Saltstone praatten. "Ik weet niet wat ik van hem moet denken, hoor. Ik bedoel, hij zat op wacht. Ik zie niet echt een moordenaar in hem, maar heeft hij echt niets gemerkt?" "Hij lette natuurlijk vooral op gevaar van buiten..." "Dan nog. Misschien beschermde hij iemand?" "Maar wie dan?" "Waarom zou hij dat doen?" zei Myrtlepaw, zich in het gesprek mengend. "Hij zou echt niet iemand beschermen die kittens vermoordt." "Misschien heeft hij toch zelf..." Myrtlepaw luisterde niet meer. Ze keek naar de deputy. Die glimlachte naar zijn nichtje, maar toen Spiritpaw een andere kant op keek, verdween die lach. De medicine cat's apprentice' blik bleef even op hem hangen. Ze wilde hem wel vertrouwen, hij was haar deputy. Evenstar had hem met goede redenen gekozen als haar opvolger. Maar de twijfel bleef, zoals ze over ieder van haar clangenoten wel twijfelde. Ze haatte het dat ze hen op die manier bekeek. Haar hele leven had ze hen gekend, hen vertrouwd. De gebeurtenissen van de afgelopen zijn hadden dat vertrouwen verbrijzeld. Ze had in geen van hen ooit een moordenaar gezien, maar iemand moest het zijn. Ze wilde graag geloven dat ze het mis hadden, dat het helemaal geen RiverClanner was die zulke afschuwelijke dingen had gedaan, maar er was geen andere mogelijkheid.
Ze bracht haar aandacht weer naar het gesprek tussen haar mentor en Cottongust. Ze wierp nog een laatste blik op Saltstone en keek toen naar de twee witte poezen. De zon scheen op Cottons pluizige vacht, maar Jacinthstorm zat in de schaduw. Het duurde even voor Myrtlepaw het besefte en haar adem stokte. Want er was helemaal niets dat die schaduw kon werpen. Ze rook opeens een vage geur en na een paar tellen herkende ze die als de geur van zwarte nachtschade. Haar haren rezen op. Er groeide hier helemaal geen zwarte nachtschade. Ze wist dat het verder weg groeide, in de buurt van de rivier, maar niet hier. Ze kon het niet ruiken. En toch herkende ze de geur, ze wist het zeker. Toen ze nog een keer snoof was de geur verdwenen. Angst sloot zich als een koude hand om haar hart. "Myrtlepaw, wat is er?" vroeg Jacinthstorm opeens. Myrtlepaw schrok van haar stem en keek naar de medicine cat, wiens witte vacht weer beschenen werd door de stralen van de zakkende zon. Ze keek Myrtlepaw bezorgd aan. "Is er iets aan de hand?" "Nee, niets", mompelde Myrtlepaw. "Ik dacht dat ik zwarte nachtschade rook." Haar mentor fronste. "Dat kan niet, dat staat hier niet in de buurt", miauwde ze. Ze snoof zelf even. "Ik ruik niks." "Nee, ik weet het..." miauwde Myrtlepaw afwezig. Jacinthstorms blik bleef nog even op haar leerlinge hangen, maar ze richtte zich toen weer tot haar zus. Myrtlepaw luisterde niet naar wat ze zeiden. Gedachten raasden door haar kop en haar hart klopte twee keer zo snel als normaal. Wat betekende dit? Was het een teken van StarClan? Het moest wel. Ze keek naar Jacinthstorm. Was Myrtlepaws mentor in gevaar? Zou zij het volgende slachtoffer zijn? Myrtlepaw wilde er niet eens aan denken, maar ze bedacht dat StarClan haar het teken niet gestuurd zou hebben als het onvermijdelijk was. Er moest iets aan te doen zijn. Myrtlepaw nam zich vast voor haar mentor niet meer uit het oog te verliezen. Wat voor gevaar dit teken ook aankondigde, het mocht haar mentor niet krijgen.
Nacht was gevallen. Het was nog altijd warm, maar de hitte van de zon was verdwenen. Jacinthstorm lag opgekruld in haar nest en keek naar Myrtlepaw. De jonge kat lag in het nest achterin de den, waar anders gewonde of zieke katten sliepen. Jacinthstorm begreep niet precies waarom Myrtle haar had gevraagd of ze in de medicine cats den kon blijven slapen. Gewoonlijk sliep ze bij de andere apprentices. Misschien voelde ze zich veiliger bij haar mentor dan bij de andere jongere katten? Myrtlepaw had haar mentor niets verteld over de schaduw en het kwam niet in Jacinthstorm op de ze niet bezorgd was om zichzelf, maar om haar mentor. Jacinthstorms vermoeidheid was sterker dan haar zorgen en zodra ze haar ogen sloot, viel ze al gauw in slaap.
De maan stond hoog aan de hemel. Zelfs midden in de nacht was de lucht nog warm. Zwermen muggen zoemden rond de straatlantaarns, ergens blafte een hond. Er klonk het geluid van pratende tweebenen. Ze keek en luisterde niet naar al die zaken. Haar aandacht was gericht op de vreemdeling. “Dit is het moment waarop je zo lang hebt gewacht. RiverClan is zwak”, sprak de kat. “Ik zal je het kamp wijzen. Val aan en je zult overwinnen.” “Hoe weet ik dat ik je kan vertrouwen? Waarom verraad je je eigen clan?” vroeg ze. “Ik haat mijn clan. Ze hebben me nooit gewaardeerd zoals ze hadden moeten doen. Kijk me in de ogen en je zult zien dat ik de waarheid spreek.” Ze keek en ze zag ogen waar geen enkel sprankje vriendelijkheid in te vinden was terwijl de kat over RiverClan sprak. Niets dan haat. Wraak. “Ik geloof je.” Ze keek om zich heen. Het groepje katten dat zich verzameld had op het pleintje was klein. Tweeëntwintig waren het er, de vreemdeling niet meegerekend. “Is het risico niet te groot?” vroeg een witte poes met een zwart oor. “Hoezo, Mistletoe? Ben je soms bang voor een paar clankatten?” zei een zwart-wit gevlekte kater honend. De poes keek hem woedend aan. “Bang? Ik ben alleen reëel, March. Het zijn misschien maar clankatten, maar ze zijn met ongeveer evenveel als wij en sommigen van ons zijn nog jong en niet veel sterker dan hun apprentices. We zijn al eerder verslagen, March, verwoest.” “Wees daar maar niet bang voor”, zei de vreemdeling toen. “Ze zijn op dit moment te druk bezig met rouwen om hun doden en ze hebben al een tijd geen echte gevechten meer gehad. Jullie zullen ze kunnen verassen en voordat ze iets hebben kunnen doen, zullen ze al overrompeld zijn.” “Jij hebt makkelijk praten, jij zult niet eens meedoen aan het gevecht”, snoof een lichtbruine kater. De blik van de onbekende werd plotseling fel. “Denk je niet dat ik net zo veel belang heb bij een goede uitkomst van dit gevecht als jullie? Ik heb hier al heel lang op gewacht en ik zou langer wachten als dat nodig was, maar dit is het moment. Jullie zullen winnen, daar ben ik zeker van. Of ben jij soms bang?” De lichtbruine kater leek de vreemdeling aan te willen vallen, maar werd tegengehouden door een grijze, onverzorgd uitziende poes. “Lights”, siste ze waarschuwend en de jonge kater kalmeerde, al bleef hij de vreemdeling met een boze blik in zijn ogen aankijken. “Wat vind jij? Jij hebt het laatste woord”, vroeg de grijze poes. De leidster keek even rond. Ze wist dat ze haar allemaal zouden volgen. Zij had de groep nieuw leven ingeblazen, katten overgehaald zich bij hen aan te sluiten. Eindelijk, na een lange tijd, begonnen ze hun oude kracht weer terug te krijgen. Ze keek naar hen. Halcyon en Echo, broer en jonger zusje, hadden op jonge leeftijd hun ouders verloren, maar zij had hen opgevangen en er was een band tussen hen alsof zij hun echte moeder was. Quill, de grijze poes en na haar hoogste in rang. De felle Mistletoe en sterke March. Light klaagde wel, maar hij was loyaal aan haar. Ze zag Brimstone, die al voordat hij zich bij haar gevoegd vele littekens en veel ervaring had vergaard in gevechten. En meer katten, allemaal verzameld onder haar leiding. Allemaal even belust op wraak op de clans die geloofden dat ze belangrijker waren dan iedereen. Ze keek naar de vreemdeling. “We zullen vechten,” zei Faith, “en RiverClan zal zien dat BloodClan nog even levend en gevaarlijk is als vroeger.”
|
| | | | Onderwerp: Re: [Fanfic] Darkness will rise from within | |
| |
| | | |
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |