Spirit keek naar Swan, ietwat bezorgd. Swan's blik zei meteen dat het niet nodig was. Spirit wist niet of ze dit moest geloven. Swan was een kitten die graag de sterke wou zijn en dacht dat ze geen hulp nodig had. Spirit wou Swan niet het gevoel geven dat ze Swan niet zou helpen, dus keek ze die bezorgd aan. Ze luisterde naar de vraag van Swan. Ze kreeg enkele twijfels. Ze vertrouwde Swan wel, maar ze wist niet zeker of IJsel en Sandstorm het zouden accepteren dat zij Swan iets had geleerd en bij haar was gebleven. Spirit stelde zichzelf die vraag. Zou zij blij zijn als een volslagen vreemde, die ze niet kende, haar kitten had ontvangen en iets geleerd had? Om eerlijk te zijn niet echt, maar iedere kat reageerde daar anders op. Trouwens, als Swan of zij het uitlegde, dan zouden ze het wel begrijpen. Dat zou zij trouwens ook doen. Ze keek opzij naar Swan en knikte toen. 'Dat zou me een eer zijn,' sprak ze plechtig. Ze pakte toch een beetje prooi van Swan mee om haar te helpen. De kitten had ook veel gevangen. Ze keek naar Swan. Het was fijn dat Swan haar vertrouwde. Zij zou die vertrouwen ook niet schenden. Ze had nu een kleine vriendin. Of ja, een jongere vriendin. Swan klein noemen? Niet echt. Ze was niet veel kleiner dan Spirit. Maar Spirit was eigenlijk ook wel klein voor haar leeftijd, ook al zou ze dat tegenover anderen nooit toegeven. Ze keek opzij naar Swan, terwijl ze al aanstalten maakte om te vertrekken. Ze keek opzij of er toevallig een andere Clankat aankwam. Spirit liep beschermend dichtbij Swan. Ze keek om zich heen, alsof er elk moment een of ander beest tevoorschijn zou komen om Swan te doden. Spirit zou het zelf ook niet leuk vinden als een ouder niet beschermend was tegenover haar kittens. Dus zou ze Swan voldoende beschermen. Tenslotte was Swan ook haar vriendin en vriendinnen beschermde je. Ze keek opzij naar Swan. Swan leek niet echt eentje die bang was. Of ja, snel bang was. 'Je bent een sterke kitten, Swan, weet je dat?' vroeg Spirit, maar het klonk toch een beetje als woorden die bemoedigend waren. Ze keek opzij naar Swan. Ze rekte haar nek uit om te kijken of er echt géén Clankat kwam. Ze opende haar mond een beetje, zodat de geuren binnendrongen. Ze rook ook geen katten die maar in de buurt durfden te komen. Ze oordeelde deze plek dus maar als veilig.