Verveeld keek de kleine gevlekte kater het kamp rond. Zijn siblings waren alweer aan het slapen maar hijzelf was niet moe. Vandaag was de tweede dag dat Sharpkit naar buiten mocht gaan, niet dat hij zich daaraan had gehouden. Tot nu toe was hij sinds zijn ogen open waren gegaan elke dag naar buiten gegaan. Nou ja, buiten... gewoon de nursery uit. Sharpkit wist niet wat er buiten de kampwanden was hij wist alleen dat het verboden was daar te gaan. Maar eens, als hij een oudere kitten was zou hij erheen gaan. Hij zou op avontuur gaan en iets vangen om te bewijzen dat hij het waard is om de oudste te zijn ook al is hij kleiner. Ineens vielen zijn blauwe ogen op een zwart-witte apprentice. Hij kende haar nog niet maar het viel hem direct op dat ze hetzelfde uiterlijk had als hem. Ze waren allebei zwart-wit. Blij trippelde de kleine kitten richting de onbekende apprentice. Maar toen hij dichter bij kwam begon hij te rennen om sneller bij de apprentice aan te komen. Eenmaal aangekomen bij de poes stond hij direct stil en keek hij met zijn blauwe ogen naar haar. "Hallo, jij lijkt op mij!" Begon hij direct. "Ben jij aardig?" De kleine kitten draaide zijn zwart-witte kopje scheef wat erg schattig bij hem uitkwam omdat hij nog erg klein was, zelfs voor een normale kitten. "Ik ben Sharpkit, de zoon van Shrewstar, en wie ben jij?" Vroeg hij vervolgens. Hij liet amper plaats tussen zijn varen waardoor de poes zijn vragen niet eens kon beantwoorden. Maar toen besloot de kater dat hij antwoorden wou dus hield hij zijn mond.