haai! ik vind schrijven heel leuk... dus ik dacht, waarom niet op WC?
The Apocalypse
Dee loopt de gang in van een oud, vervallen gebouw. Gelukkig doet de lelijke TL-verlichting het hier wel nog. Ze neemt de plaats in zich op. Deuren zijn uit de scharnieren gezakt, de meeste ramen zijn vies en ingeslagen, en de ramen die het nog wel doen zijn besmeurd met uitgeveegde bloederige handafdrukken, net zoals de vloer en de muren. Dee voelt zich niet zo op haar gemak: het bloed ziet er niet erg opgedroogd uit, en hier en daar ligt een lichaam met groen, verrot vlees. Alhoewel de hoofden ervan zijn ontploft door kogels, wat zou moeten betekenen dat er ergens nog een groep hier niet ver vandaan is, of een zombie met zelfmoordneigingen hiertussen ligt, was er toch niet iets in de haak. Dee draait haar hoofd, naar Reef. 'Reef?' Zegt ze. Reef knikt. 'Ja?' Kunnen we niet beter op zoek gaan naar de moordenaars van deze groep Walkers?' Reef schudt zijn hoofd. 'Nee, waarschijnlijk zijn die allemaal al gebeten. En zo niet, dan hebben ze vast een auto, dus zijn ze al veel te ver weg.' Dee fronst. 'Wij zijn toch ook niet gebeten?' Zegt ze. 'Nee, wij niet, maar Bobby en Emma wel.' Argumenteert Reef. Dat is waar, onderweg hiernaartoe zijn waren ze al 2 mensen verloren, die allebei al binnen een paar uur waren aangesloten bij de Walkers, als Reef ze niet had neergeschoten. Dee denk weer terug aan hoe deze ellendige troep was gekomen, en bijna weer gegaan.
H1-Radeloos (in progress)
'Geen oog dicht gedaan vannacht!' Zeurde Dee's vader, Allen. 'Al die ambulances en politie en weet ik het wat voor een sirenes er allemaal voorbijkwamen zeg!' Ging Allen verder. 'Zet het nieuws eens aan!' Dee zuchtte. 'Waarom?' Allen zag er uit alsof hij elk moment kon ontploffen. 'Omdat ik verdomme wil zien wat er allemaal zo belangrijk was!' Dee keek haar vader geschrokken aan. 'Rustig...' Mompelde ze. Dee stond op om de afstandsbediening te pakken, en het nieuws aan te zetten. 'Er is vannacht een vreemde groep kannibalen onze stad binnengedrongen. Dee schrok zich dood. 'Kannibaal? Zoals in: mens eet mens? Zoals in: grote houten spiesen boven het vuur en mensenschedels als decoratie?' Dee kon het niet geloven. Checkte de datum even voor het geval het 1 april was. 'HOU JE MOND!' Blafte Allen. Deze groep ziet er zo uit: er werd een plaatje getoond van, echt misselijkmakend, een groep... Tja, hoe noem je het... "Dingen" met blauwgroene verf op hun huid, wat er overigens heel echt uitzag, en allemaal bloed, al kon je niet zeggen of het hun eigen bloed was of dat van andere mensen. Als je niet zou weten dat zombies niet bestaan, had je echt gedacht dat het ze waren. 'Wij hebben van een aantal anonieme inwoners te horen gekregen dat dit zogeheten zombies waren. Waarom deze personen hierop zijn gekomen weten wij niet. Als u een van deze mensen ziet, gelieve dan meteen 911 te bellen. Dan gaan we nu verder met een...' Dee stamelde. 'Was dat...?' 'Maar dat kan...?' 'Wat is dit...?' Allens vader had zijn krant neergelegd, en wou net iets gaan zeggen toen er op de deur gebonkt werd. Dee stond op, maar aarzelde. Wat nou als het een van die kannibalen was? Haar vader leek haar te begrijpen. 'Pak hem maar...' Dee wist gelijk wat hij bedoelde. Ze liep naar de kast, schoof hem een stukje opzij en pakte daar een groot jachtgeweer achter vandaan. Wel geladen, liep ze naar de voordeur en draaide hem van het slot. Ze schreeuwde: 'HIJ IS OPEN!,' en richtte het geweer op de deur. De deur werd opengedaan en haar moeder Sandra deinsde verschrokken achteruit. 'DEE! WAT DIE JIJ MET DAT DING! DOE HET WEG!' Dee liep naar buiten, en schoot in het oranje zand. 'Sorry, heb je het nieuws al gehoord?' Sandra keek haar verbaasd aan. 'Welk nieuws?' Dee voelde haar knieën het weer bijna begeven als ze eraan terugdacht. Ze liep zonder iets te zeggen naar de woonkamer en keek haar vader veelbetekenend aan.
~nog niet af