699 Actief
| |
| Onderwerp: i have written some stories... wo 3 jul 2013 - 21:50 | |
| hallo, ik ben de laatste tijd erg creatief geweesd, en nu heb ik in totaal 4 verhalen op mijn pc staan, en ik zal er een aantal moeten deleten om nog genoeg plaats over te houden, de vraag is dus, welk verhaal? Tigerwaar het over gaat: - Spoiler:
Yana is een meisje van 13 dat erg gepest word op school, op een dag loopt het uit de hand en word ze aangereden door een auto waarna ze in coma valt. als ze uit haar coma ontwaakt, is ze een Siberische tijger en moet ze samen met andere tijgers zien te overleven
wat ik tot nu toe heb: - Spoiler:
Hoofdstuk 1 Yana wandelde van school naar de bushalte en nam de bus tot aan de straat waar haar huis lag. Dat deed ze elke dag. In Yana's leven gebeurde nooit iets speciaals, maar daar zou verandering in komen. Yana stond bij de bushalte te wachten op de bus, toen Anna, Amy en Noor weer eens op haar af kwamen. Yana vond dat Anna een nog al zelfingenomen, egoistishe kwal was. Noor en Amy gedroegen zich altijd als een stel schoothondjes die gewoon alles deden wat Anna hen opdroeg. Anna riep altijd naar Noor en Amy dat ze Yana moesten slaan, daarom haatte Yana het drietal, en vooral Anna. Anna had het altijd op haar gemunt. Maar nu stond Yana bij de bushalte en bekeek het groepje pestkoppen goed. Ze hadden iets in hun handen, maar wat, dat kon Yana niet zien. Ze kwamen dichter en stopten opeens. Anna zei iets tegen Noor en Amy. Toen besefte Yana wat Anna, Noor en Amy in hun handen hadden. Stenen. Yana begreep wat Anna's plan was. Anna zei nog iets onverstaanbaars tegen Noor en Amy. Waarop Noor een steen pakte en die naar Yana gooide. Yana kon nog net op tijd opzij springen. Het duurde niet lang of Anna en Amy begonnen ook te gooien. Ze liepen naar Yana toe in de hoop haar harder te kunnen raken. Yana was bang en rende met dichtgeknepen ogen de straat op. Toen ze haar ogen weer opende stond ze midden op straat. Nog heel even zag Yana de twee koplampen van een auto op haar af komen. Niet veel later voelde ze een klap die haar achteruit slingerde. Een paar meter verder kwam ze weer op de straat terecht. Haar hoofd botste tegen de stoeprand. Toen werd alles zwart voor haar ogen. Hoe lang het duurde voor haar ogen opengingen wist Yana niet. Ze wist wel dat ze wakker werd omdat ze iets nat in haar zij voelde. Toen gingen Yana's ogen open. Ze stond midden in een besneeuwd landschap. Het was alsof ze veel verder kon kijken. Yana keek opzij, toen zag ze een tijger naast haar staan. Ze wou gaan gillen, maar in de plaats van een kreet, kwam er een soort gessis uit haar keel. Toen besefte Yana dat ze zelf een tijger was. Yana bekeek zichzelf goed. Ze had een dikke geel-oranje vacht waarop redelijk dikke zwarte strepen zichtbaar waren. Toen bekeek ze de andere tijger. Er kwam nog een tijger bijstaan. Ze bekeek hen anders dan ze de tijgers in de dierentuin had bekeken. Zoals je een mens bekijkt. Vroeger hadden voor haar alle tijgers het zelfde geleken. Nu zag ze duidelijk verschillen. De ene tijger was ouder en vast familie van de andere tijger hij had groene ogen. De andere tijger was ongeveer een jaar, dat kon ze ruiken hij had blauwe ogen. Ze waren vast vader en zoon, want hun geuren verschilden amper. “Je kijkt alsof je nog nooit een tijger hebt gezien!”, zei de jongere tijger. “Ik heet trouwens Nouri, en dit is mijn vader, Tikeri.”, “Leuk jullie te ontmoeten. Ik ben Yana.”, zei Yana. “Wil je met ons meekomen, om de rest van onze stam te ontmoeten?”, vroeg Nouri. “Ik wist niet dat tijgers in stammen leven.”, zei Yana. “In tijden als deze moeten tijgers elkaar helpen.”, zei Tikeri. “Kom, we kunnen hier niet blijven. Er zijn te veel stropers.”, zei Nouri terwijl hij zich uitstrekte. Yana stond op, haar vacht zat onder de sneeuw. Ze keek naar boven. Dikke sneeuwvlokken dwarrelden naar beneden. “Volg ons.”, zei Tikeri. Yana kon amper iets zien door de sneeuwvlokken die voor haar ogen dansten. Ze volgde Nouri's geur. Na een tijdje stopten Tikeri en Nouri bij een grot. De doorgang was klein, maar toch begon Nouri zich er in te wurmen. Tikeri volgde hem. Yana deed het zelfde. Ze kwamen in een grot. Het plafont lag redelijk laag, maar de grot strekte zich lang uit. Verder was de grot bezaaid met stalagmieten en stalagtieten. “Is hier jullie kamp, als ik het zo mag noemen?”, vroeg Yana. “Dan zouden de stropers ons al lang hebben gevonden.”, antwoorde Tikeri. “Hier moeten we zijn!”, zei Nouri. Hij stopte bij een dorre struik die daar stond. Tikeri kroop er onderdoor gevolgd door Nouri en Yana. Onder de struik was een gat in de rotswand, juist groot genoeg om een volwassen tijger door te laten. Ze wurmden zich er door. Aan de andere kant van de rotswand was een vallei. Overal stonden dennen en sparren. Hier en daar waren groepjes tijgers te zien. “Dit is onze schuilplaats.”, zei Nouri. “We verlaten de vallei alleen om te gaan jagen. “Hoeveel tijgers zijn hier wel niet?”, vroeg Yana. “Nu zijn we in totaal met tweeentwintig tijgers.”, zei Tikeri. Tussen de bomen door, kwam een witte tijger op hun afstormen. Ze was iets ouder dan Tikeri. “Katta!”, riep Tikeri toen ze bij ons aan kwam. “Fijn dat jullie terug zijn!”, riep Katta. “Ook fijn om jou terug te zien, mama.”, zei Nouri terwijl Katta over zijn oor likte. “En wie is de nieweling?”, vroeg Katta terwijl ze Yana vriendelijk aankeek. “Dit is Yana.”, zij Nouri. “We weten zo goed als niets over haar.”, voegde hij er aan toe. “Wel, fijn je te ontmoeten, Yana.”, zei katta. “Komen jullie mee naar de geboortegrot? Amunna's welpen zijn geboren!” vroeg Katta. “Tuurlijk, Katta”, zei Tikeri terwijl hij zijn neus in haar witte vacht begroef. Terwijl ze opweg waren naar de grot vroeg Nouri aan Yana waar ze vandaan kwam. “Dat weet ik niet meer.”, antwoordde Yana. “Dus, je weet echt niets meer?”, vroeg Katta ongelovig. “Alleen mijn naam.”, zei Yana. Maar dat was een leugen. Ze herrinerde zich nog de twee koplampen die op haar afkwamen. Dat beeld zou ze nooit vergeten.
In de geboortegrot lag een tijger met een geelachtige pels op een bedje gemaakt van mos en prooivachten. Ze lag op haar zij. Drie piepkleine welpjes dronken melk bij de tijger. Yana begreep dat dit Amunna moest zijn. “Dag Amunna!”, zei Katta. “Ze zien er erg lief uit!”, “ Bedankt! En ze zijn het ook.”, “Amunna, ik stel je voor aan Yana.”, zei Nouri. “Dag Yana. Fijn om er weer eens een vriendin bij te hebben!”, zei Amunna terwijl ze naar Yana keek. “Dat vind ik ook!”, zei Yana. “Hebben je welpen al namen?”, vroeg Tikeri. “Nee, daarvoor wacht ik op Rusty. Het zijn ook zijn welpen”, antwoordde Amunna. “Ik zal hem wel gaan halen!”, stelde Nouri voor. Nog voor dat Amunna kon antwoorden, rende Nouri de grot uit. “Wat heb jij toch een atente zoon.”, zij Amunna tegen Katta. Niet veel later kwam Nouri samen met een andere tijger de grot binnen. Yana vermoede dat de andere tijger Rusty moest zijn. “Dag Amunna.”, murmelde hij zacht waarna hij Amunna over haar kop likte. “Fijn je weer te zien.”, zei Amuna. “En..., wat vind je van onze welpen?”, vroeg Amunna. “Het zijn de mooiste welpen van heel Rusland.”, antwoorde hij terwijl hij liefdevol op de welpen neer keek. Het viel Yana op dat Rousté en Amunna erg verschild waren. Amunna had een bijna geele vacht met zwarte strepen. En Rusty's vacht was afgezien de zwarte strepen donker oranje. “Wat als we die welp Amour noemen?”, vroeg Rusty terwijl hij naar een felgestreept welpje wees. “Perfect!”, zei Amunna. “We zullen ze alleen laten.”, zei Tikeri. Niet veel later stonden ze weer buiten. In de geboortegrot was het warm geweest, het had er naar melk geroken. Buiten was het een stuk kouder. “Zullen we gaan eten?”,vroeg Nouri. “Ik heb eigenlijk ook wel honger!”, zei Katta.
Niet veel later kwamen Yana, Nouri, Tikeri en Katta bij een andere grot. Deze grot was veel groter. Aan de rechterkant van de grot lag een gigantishe hoop prooi. Er lagen: een aantal lynxen, een buffel, vijf wilde zwijnen, en twee elanden. Yana koos voor een lynx en ging ergens in de schaduw zitten. Niet veel later kwam Nouri met een zwijn naast haar zitten. Een tijdje later kwam Rusty met een paar vissen in zijn bek de grot binnen. “Hoe kom je daar aan?”, vroeg Tikeri. “Wel..., ik was op berenjacht maar de beer kon ontsnappen, en hij heefd zijn vis laten liggen, het is niet veel, maar beter dan niets.”, zij Rusty. “Hoe hebben jullie de welpen dan genoemd?”, vroeg Katta. “Amour, Luna en Kaira”, antwoordde hij. “Dat zijn mooie namen.”, zei Tikeri. “Vind ik ook, sorry maar ik ga samen met Amunna eten.”, zei hij. Hij liep naar buiten terwijl hij een buffel en een eland achter zich aansleepte. “Warom zitten je ouders daar en niet hier?”, vroeg Yana. “Ik zou willen dat daar een antwoord op wist”, zei Nouri.
Hoofdstuk 2 Yana zat inneengedoken achter een boomstam. Ze besloop een wilde geit. Dit was de eerste keer dat ze op jacht ging. De geit dacht dat hij alleen was. Maar toen sprong Yana, ze sprinte op de geit af. Hij had Yana in het oog gekregen en probeerde te vluchten, maar Yana was al op de geit gesprongen en zette haar tanden in zijn keel. Haar instinkt had haar goed geholpen bij de jacht. Yana keek om zich heen. Ze zag iets bruin tussen de varens zitten. Het rook naar mensen. Ze hupste er op af. Toen ze zag wat het was, schoot een flits van herrineringen door haar heen. Ze was geen tijger, ze was een mens. Yana herrinerde dat haar vingertoppen op de koude witte toetsen stonden, klaar om ze in te drukken. Ze herrinerde zich juf Ann, die altijd had gezegd dat Yana prachtig kon spelen. Ze herrinerde zich haar partituren, die ze uiteindelijk het raam had uitgesmeten. Wat er daar voor Yana lag, was een kappote piano. De piano riep ook andere herrineringen op. Ze herrinerde zich haar broer, hij was om de een of andere reden boos. Dus vond hij het plezant om zijn gitaar tegen de piano stuk te slaan. Sinds dien had er een gat in de piano (en de gitaar) gezeten. Yana kon het gezicht van haar broer nog vaag herrinneren, hij had blond haar, dat hij nooit kamde. Yana had hem voor zijn verjaardag eens een borstel gegeven, hij was er blijkbaar niet erg blij mee geweest. Hij had de borstel door het gat, de piano in gesmeten. Sinds dien had hij huisarrest en was de piano stuk. Maar zijn naam, wist Yana niet meer. Hoe gestoord haar broer ook was, ze miste hem. Yana spitste haar oren. Ze sloop naar de boomstam en verstopte zich daar. Aan de andere kant van de boomstam zat een lynx. Hij had een wit konijn in zijn bek. Twee voor de prijs van een! Dacht Yana. Ze zette zich schrap en sprong. De lynx had haar gezien, maar pas op het moment dat Yana al op hem zat. Nu had ze een wilde geit, een lynx en een konijn. Het was moeilijk voor Yana om al haar prooi tegelijk naar de grot te slepen. Maar het lukte. Bij de grot kwam Yana Mao tegen. Mao was een tijger van ongeveer acht jaar oud. “Zal ik je helpen?”, stelde hij lachend voor. “Dat zou fijn zijn.”, antwoordde Yana. Yana droeg de lynx met zich mee en Mao de de geit en het konijn. In de verborgen valei kwamen ze Katta tegen. “Ben je nu al terug? Dat was snel.”, zei Katta. “Nee, ik kwam Yana tegen. Ze had een beetje moeite met het dragen van al haar prooi.”, lachte Mao. Mao had een erg vrolijke pesoonlijkheid. Het was zo goed als onmogelijk om Mao te haten. “Kom je samen met mij jagen?”, vroeg Mao aan Yana. “Anders verveel ik me toch!”, zei Yana.
Yana sloop tussen de struiken door. Mao had haar uitgedaagd voor een prooi-vang-wedstrijdje. Ook al wist Yana dat ze ging verliezen, deed ze haar best. Oppeens bleef Yana staan, ze zag een man inneengedoken tussen de struiken voor haar zitten. De man kon haar niet zien, hij zat met zijn rug naar haar toe. Hij had iets vast dat herrineringen opriep. Ze was een mens, ze zat in de zetel naar een documentaire over stroperij te kijken. De man had een jachtgeweer vast. Hij richte op iets. Yana keek door de struiken om te zien waar de man op richte. Hij richte op Mao. Op het moment dat de man de trekker over wou halen, besprong Yana hem waardoor hij miste. De kogel kwam niet in Mao's kop terrecht, maar in zijn poot, hij brulde het zo was uit. Ondertussen was Yana in gevecht met de man die een zakmes had bovengehaald. Maar de man had pech, Mao besloop hem langs achter. Hij sprong en beet in de man zijn nek. De man viel voorover, zijn ogen waren open, heel langzaam rees zijn borsthas op en neer. Maar na een tijdje was hij echt dood. De sneeuw rondom hun kleurde rood van het bloed. “Die stropers beginnen echt een probleem te worden.”, zei Mao zacht.
Hoofdstuk 3 Mao lag te slapen in een grot aan de rand van de vallei. Katta had zijn wond schoon gemaakt en de kogel er uit geprutst. Nu begon zijn poot langzaam te herstellen, dat zou dagen of misschien zelfs maanden duren. Nouri kwam naast haar zitten. “Ik haat stropers”, zei hij. Woede brandde in zijn ogen. Mao en Nouri waren best goede vrienden. “Ik begrijp het”, zei Yana. “Volgens mij begrijp jij helemaal niets!”, riep Nouri. “Jij bent hier nog maar een dag, voor jou betekend Mao niet zo veel als voor mij!”, Nouri draaide zich om en liep boos weg. Yana wou achter hem aan gaan maar ze bedacht dat Nouri misschien wat tijd nodig had om 'af te koelen'. Ze ging de grot uit. Buiten zag ze Youna zitten. Youna was de zus van Nouri. Ze had een witte vacht, net als haar moeder. Ze had vriendelijke, bruine ogen. Ze was zo goed als altijd vriendelijk en soms een beetje té nieuwsgierig. “Nouri is van streek, weet jij waarom?”, vroeg Youna. “We waren in gesprek en ik moet iets gezegt hebben dat hem van streek heefd gemaakt”, antwoordde Yana. “Hadden jullie het over Mao?”, “Ja”, zei Yana. “Wel, ja...”, zei Youna “Mao betekend erg veel voor Nouri. Mao is zijn beste vriend en Nouri was hem bijna kwijt. Daarom was hij zo gefrustreerd, ik hoop dat je het begrijpt”, vervolgde ze. “Je hebt gelijk. Maar ik heb Mao gered en toch is Nouri boos op mij”, Yana keek Youna niet begrijpend aan. “Ook in mijn ogen is Nouri voor het grootste deel mysterie, niemand begrijpt hem echt”, zei Youna. Yana knikte. “Ik moet gaan”, zei Youna. “Tot de volgende keer! Daag!”, riep ze nog voordat ze wegspurte. “Dag!”, zei Yana.
“Yana!”, ze draaide zich om. Daar stond Nouri. “Het spijt me, ik was gewoon een beetje van streek. Kun je me vergeven?”, hij keek haar smekend aan. “Natuurlijk vergeef ik je!”, lachte Yana. “Bedankt”, Nouri keek Yana opgetogen aan. “Ik heb honger”, dat was weer eens een typische opmerking voor Nouri. “Kom, dan zullen we iets gaan eten”, zei Yana. “Goed plan”, zei Nouri. De laatste zonnestralen waren aan de rand van de horizon verdwenen toen ze bij de eetgrot -zoals ze het noemde- aankwamen. Youna zat aan de rand van de grot op een wilde gijt te kauwen. Yana liep naar de berg prooi en koos een zwijn. Nouri nam een eland en ging in de schaduw van een overhellende rots aan de rand van de grot zitten. Yana volgde hem. Nouri trok de vacht van de eland open met zijn tanden. “Ik hou van eland”, zei hij dromerig. “Fijn voor jou dan”, lachte Yana.
De volgende ochtend was Yana in een goed humeur. Ze had zich de vorige avond rot geamuseerd met Nouri. “Volgens mij ben jij de enige die mij echt begrijpt”, had hij gezegd. Yana stond met haar rug naar 'de slaapgrot' toegekeerd. Sneeuwvlokjes danste voor haar ogen. Nevado kwam op haar af. Nevado was Katta's broer. Zijn vacht was wit, net als die van Katta. Zijn ogen waren blauw. Hij had een groot lidteken onder zijn linker oog. Hij was een van dat soort tijgers waar je naartoe liep als je een probleem had. Als je hem iets vroeg, had hij altijd een antwoord. “Dag Yana”, zei hij rustig. “Dag Nevado”, zei ze afwezig. “Waar denk je aan?”, vroeg hij terwijl hij haar niewsgierig aankeek. “Teveel om op te noemen”, zei Yana. “oké, dan. Maar eigenlijk zocht ik Katta. Weet jij waar ze is?”, “In de slaapgrot”, zij ze kortaf. “Bedankt!”, zei hij terwijl hij in de duisternis van de grot verdween.
Tikeri kwam op haar af. “Dag Yana, we hebben jou de regels nog niet uitgelegd, denk ik”, zei hij. “Dat denk ik ook”, zei Yana. “Oké dan, ik zal je vertellen wat je wel en niet mag doen”, zei Tikeri. “Ten eerste, je mag geen andere tijgers pijn doen. Behalve als hij jou aan valt, natuurlijk”, vervolgde hij. Yana knikte. “En je mag pas eten als je zelf een grote prooi hebt gevangen, als je gewond bent maken we wel een uitzondering. En als je gaat jagen, mag je niet langer dan een dag weg zijn, het maakt niemand uit of je helemaal naar Alaska wandeld om te gaan jagen, je moet gewoon op tijd terug zijn”, “Ik denk dat ik me daar wel aan kan houden”, zei Yana. “En wees gerust, ik ben niet van plan om naar Alaska te wandelen hoor”, lachte Yana.
Hoofdstuk 4 Yana zat ineengedoken achter een struik. De linx voor haar had niet door dat hij niet alleen was. Yana maakte zich klaar voor de sprong, zette zich af en spurte achter de linx aan. Yana was niet echt een lange afstandsloper, de linx ontsnapte. “Ik neem aan dat jij het ook haat als je prooi juist weet te ontsnappen”, zei Nouri die met een zwijn tussen zijn tanden naar Yana toe kwam. “Wat denk je zelf”, zei Yana. “Tijgers hebben altijd maar tien procent kans om hun prooi te vangen”, Nouri keek Yana niet begrijpend aan. “Dat betekend dat je tien keer hebt geprobeerd een prooi te vangen, het maar een keer is gelukt”, verduidelijkte Yana. “O, dat wist ik niet”, zei Nouri. “Misschien kunnen we beter terug naar de vallei gaan, we zitten al meer dan een halve dag achter een horde wilde zwijnen aan”, zei hij. “We hebben er drie gevangen, dat is best goed”, zei Yana. “Ja, we kunnen niet eewig blijven jagen”, zei Nouri.
Niet veel later smeet Yana haar zwijn op de berg prooi. Mao zat aan de rand van de eetgrot. Zijn poot zag er al wat beter uit. Toen Nouri hem zag, stormde hij blind van geluk, op hem af “Mao! Het is fijn je terug te hebben!”, riep Nouri. Hij verborg zijn neus in Mao's vacht. “Je kon Mao ook gewoon bezoeken als je dat wou”, zei Yana. “Ik ben gewoon blij dat hij weer beter is”, zei Nouri. “Eigenlijk is mijn poot nog aan het herstellen”, zei Mao. “Ik vind het gewoon fijn dat we weer samen kunnen eten! Net als vroeger!”, Nouri verborg zijn gezicht in Mao's dikke vacht. “Ik zie dat jullie veel hebben gevangen”, zei Mao. “Dat zie je goed”, lachte Yana. Niet veel later zaten Mao, Nouri en Yana aan de rand van de grot een paar wilde zwijnen naar binnen te werken. Youna kwam naar binnen kwam strompeld. Ze keek niet bepaald vrolijk. “Wat is er?”, vroeg Yana. “Ze hakken ons bos om”, zei ze. “Wie zijn ze?”, Yana keek Youna niet begrijpend aan. “De mensen, het bos word steeds kleiner, prooi sterft, als het zo door gaat, zullen wij ook sterven.”, treurig keek ze voor zich uit. Youna's woorden maakte iets los in haar. Een herrinering; ze was een mens, het was een oude herrinering, want Yana was nog klein. Ze zat vanuit haar kamer door het raam te kijken hoe haar vader een of andere dode boom die in hun tuin stond zat om te zagen. Haar vader had bruin haar en bruine ogen. Hij droeg altijd een jeans, behalve in het zwembad. “Yana?”, ze hoorde een stem. Toen schrok ze wakker uit haar herinnering. Youna keek haar bezorgd aan. “Is er iets?”, “Nee, alles gaat goed”, zei Yana. Ze keek Youna even aan en toen ging ze verder met het eten van haar prooi.
Yana werd wakker omdat ze iets tegen haar zij voelde bewegen. Ze keek op. Naast haar stond Nouri zich uit te rekken. Hij was waarschijnlijk nog moe. Yana had zelf ook het gevoel dat ze nog niet helemaal wakker was. Ze stond op, wankelde een beetje op haar poten en rekte zich uit. Ze moest terug denken aan de vorige nacht. Het was een heldere nacht geweest. Zij en Nouri waren op de rots aan de rand van de vallei gaan zitten. Nouri had zijn neus in Yana's vacht begraven. “Ik hou van jou”, had hij gezegd. “meer dan dat ik van eland hou”,. “Ik hou ook van jou”, had ze gemurmeld. Ze legde haar kop tegen zijn schouder aan, ze bleven daar lang zitten. Yana had lang in Nouri's blauwe ogen gekeken. “Ik ben zo blij dat jij er bent”, had hij gezegd. “Ik hoop dat we nog lang samen kunnen zijn”,. Yana hield erg veel van Nouri, ze was al een tijdje verliefd op hem. Maar ze had zich voorgenomen dat niet te zeggen. Tot Nouri haar had verteld hoeveel hij van haar hield. Ze wast best opgelucht toen ze hoorde dat hij ook op haar verliefd was. Ze werd er vanbinnen warm van.
a living nightmarewaar het over gaat: - Spoiler:
Als Caty naar een groot huis verhuisd dat zich temidden van een groot bos bevind, ontdekt ze dat zij en haar familie daar niet alleen zijn, er leven namelijk geesten, als een van deze geesten bezit neemd van een van Caty's familieleden, wword het een race tegen de klok om die persoon te stoppen, voor het te laat is...
wat ik al heb - Spoiler:
Proloog
Lea stond met de computer in haar handen op het balkon. Onder haar zag ze haar ouders door het zwembad waadden, ze hadden niet eens door dat ze daar stond. Met een krachtige worp gooide ze de computer in de richting van het helderblauwe water. Vonken schoten op toen hij in het zwembad belande. De elektriciteit elektricuteerde haar ouders, waarna ze roerloos over het water bleven drijven. Voor Lea wat het alsof ze wakker werd uit een droom. Toen drong wat ze had gedaan tot haar door: Ze had haar ouders vermoord! Het was alsof iemand anders bezit had genomen over haar lichaam en die computer in het water had gegooid. Toen verdween de kleur voor Lea's ogen en wist ze niets meer.
Hoofdstuk 1
Caty stond voor het oude, grote huis. ze kon nog steeds niet geloven dat haar ouders dit verkozen boven hun gezeligge appartement in Leuven. Ze schrok op uit haar gedachten door het geluid van de klaxon van de verhuiswagen. Ze stond in de weg. Caty stapte opzij zodat de verhuiswagen verder de oprit op kon rijden. Ze liep naar haar moeder die bij de voordeur met oude sleutel in het slot stond te morrelen. "Lukt het?", vroeg ze. "De sleutel is een beetje roestig", mompelde mama. Niet veel later ging de deur open met een 'klik'. Achter de eikenhouten deur was een donkere hall te zien waar zich bijna geen ramen bevonden. "Waarom zijn we hier ook al weer gaan wonen?", klaagde Caty. "Dat hebben we je al duizend keer uitgelegd, dit is handiger voor je vader om naar zijn werk te gaan", zei mama. "Voor mij is het anders niet zo handig", klaagde ze. "Ik moet tien kilometer fietsen om in de bewoonde wereld terrecht te komen, en nog eens tien kilometer als ik wil shoppen", vervolgde ze boos. "Ik kan hier niet eens een pizza bestellen!", "Luister, de wereld draaid niet alleen om jou, we kunnen niet meer in dat appartement gaan wonen, dat heefd nu weer een nieuwe ijgenaar", zei mama terwijl ze haar hand op Caty's schouder legde. Toen Caty haar nieuwe kamer zag, vond ze het niet meer zo erg dat ze verhuisd waren. Ze had een groot hemelbed, een ingeboude kast en een raam dat uitzicht bood aan het gigantische bos dat hun huis omringde.
the thirteenthwaar het over gaat: - Spoiler:
Amy wil lid worden van een heksen genoodschap voor mensen met groene ogen. maar dan moet ze eerst een beproeving ondergaan. En wat ze moet doen, blijkt moeilijker te zijn dan verwacht...
wat ik tot nu toe heb: - Spoiler:
~Proloog~ Amy lag met een boek in haar bed. Ze had zwart haar en groene ogen. Ze woonde in een huis dat zich te midden van een groot bos bevond. het was al laat. Ze had zo goed als de hele dag in bed gelegen, ze had haar rustplaats alleen verlaten om eten en drinken te gaan halen. Ze wierp een blik op haar wekker. "Kwart na twaalf", mompelde ze in zichzelf. "Het is tijd", zei ze zacht. Ze gleed uit haar bed, trok haar jeans aan en liep in de richting van de gang, ze liep de trap af en trok de deur open. Ze liep naar buiten en trok de deur achter zich dicht. Toen begon ze te sprinten, in de richting van het bos. Na een paar minuten gelopen te hebben, kwam ze op de open plek. De anderen waren er nog niet. Toen zag ze een donkere figuur tussen de schaduw verschijnen, het was Ramona, haar donkere ogen glinsterden in het zachte maanlicht. "Je bent er", zei ze met een onheilspellende grijns op haar gezicht. "Olivia, de doos", beval ze. Olivia haalde de eikenhouten kist onder haar jas vandaan. "Ben je er klaar voor, Amy?", vroeg Ramona. "Als je nu ja zegt, kan je niet meer terug, dat weet je", "Ik ben klaar", zei Amy, ze barste zo wat van de zenuwachtigheid. "Dan beginnen we", grijnsde Ramona. Ramona en de anderen waren met tien, Amy was aleen, ze kreeg het benouwd. Ze gingen in een cirkel rond haar staan, ze kwamen steeds dichter, amy's angst was in haar ogen te lezen. "W-wat gaan jullie doen?", stamelde ze. Toen werd alles zwart voor haar ogen. ~hoofdstuk 1~ Toen Amy's ogen open gingen, had ze echt geen idee waar ze was. Ze keek om zich heen en zag dat ze in een bed lag. De kamer waarin het bed zich bevond, had rotsachtige wanden. Totaal gedesoriënteerd stapte ze uit het bed en keek rond. In de kamer stond er ook nog een boekenkast, een kleerkast, een bureau een een houten stoel. Naast de boekenkast bevond zich een deur waarop in krullerige letters het cijfer 13 was geschreven. "Waar ben ik?", mompelde Amy in zichzelf. Ze wandelde naar de deur en ontdekte dat hij niet op slot was. Buiten de deur bevond zich een gang. In die gang zag ze dan weer andere deuren waar ook cijfers op stonden, het deed haar aan een hotel denken. Amy wandelde naar het einde van de gang. Daar bevond zich een grote ruimte waarin een tafel met dertien stoelen te zien was. "Dag Amy", zei een stem achter Amy. ze draaide zich om. Daar zach ze de zogenaamde Olivia staan. "Jij heet toch Olivia?", vroeg Amy. Olivia had lichtblond haar, groene ogen en een mooi gebruinde huid. Op haar arm was een krullerige tatoeage van het cijfer 4 te zien. "Ja", antwoorde ze glimlachend. Het was Amy opgevallen dat iedereen die ze de vorige avond had gezien, groene ogen had. "Hey", zei een stem achter hun. "Amy, dit is Nova", zei Olivia. Nova had krullerig, ros haar, groene ogen (zoals iedereen hier) en dezelfde tatoeage als Olivia, maar dan met het cijfer 9. "Het spijt ons van de vorige avond, maar je mag alleen weten waar we zijn als je een van ons bent, en dat ben je nog niet. We moesten je dus in slaap brengen", zei Nova verontschuldigend. "In slaap brengen?", zei Amy niet begrijpend. "Tijdens je beproeving om een van ons te worden, zal je over magie leren, iemand met magie in slaap brengen is een van de simpelste dingen die je kan doen", verduidelijkte Olivia. Amy knikte, alsof ze begreep wat Olivia bedoelde, wat eigenlijk niet zo was. Ramona kwam de ruimte binnen. Ze had bruin haar, dat de vorige avond zwart had geleken en het cijfer 1 als tatoeage. Het was duidelijk dat zij hier de baas was. "Nova en Olivia, willen jullie de anderen wakker maken, ondertussen praat ik wel met Amy", Ramona's geel-groene ogen bestudeerde Amy van top tot teen. "Zo, Amy, weet je wat je te wachten staat?", vroeg ze. "Eerlijk gezegd niet, nee", bekende Amy terwijl ze naar de grond keek. "De training die je moet ondergaan om een van ons te worden, is hard, maar ik denk dat jij dat ook bent", glimlachte ze naar Amy. Amy lag op haar bed. Ze was erg zenuwachtig, vannacht zou haar beproeving beginnen. Er werd op de deur geklopt. "Binnen", riep Amy. Ramona trok de deur open. "Het is tijd om te beginnen", zei ze. "Oké, wat moet ik doen?", vroeg may terwijl ze rechtop ging zitten. "Opletten", zei Ramona kortaf. "Ik ga je eerst les geven", "Les geven?", Amy keek Ramona niet begrijpend aan. "Je moet weten wie te vertrouwen is en wie niet", zuchte Ramona. "O, ik dacht dat ik oprachten of zo zou moeten uitvoeren", zei Amy. "Dat ga je nog moeten doen", zei Ramona. "Oké, je mag niemand vertrouwen, behalve jezelf en ons", zei Ramona. Amy knikte. "Dat was de les! Nu kan je met de echte opdrachten beginnen", Amy keek nogal verbaasd toen Ramona dat zei. "Moet ik eerst niet over magie leren?", vroeg ze. "Nee, je moet er zelf zien achter te komen hoe magie in elkaar zit", glimlachte Ramona. "Olivia komt je de benodigdheden brengen voor je beproeving, en dan zullen we beginnen", zei ze voordat ze de gang op liep. Niet veel later kwam Olivia met een rugzak de kamer binnen. "Dag Amy", glimlachte ze. "Het is tijd om te gaan", Amy pakte de rugzak aan en bekeek de inhoud even. Er zat in; het boek 'magie voor dummies' , een toiletzak met tandenborstel en zeep, zonnecréme, een ei met een groene schaal en een regenjas. "Wat moet ik hiermee?", vroeg Amy terwijl ze het ei uit de zak haalde. het had een dikke, groene en een beetje leerachtige schil. "Als je de magie voor dummies gids hebt gelezen, begrijp je het wel", zei Olivia. "Kom, we moeten gaan", glimlachte ze.
~hoofdstuk 2~ Amy, Olivia, Ramona en de rest stonden rond een tafel. "Zo, jij moet dit boek zien te vinden", glimlachte Ramona terweil ze een foto van een oud boek liet zien. "Oké, waar kan ik dat boek vinden?", vroeg Amy. "Wel", zei Ramona terweil ze een kaart van Europa en een fluostift boven haalde. "wij zijn nu ongeveer hier", zei ze terweil ze met haar stift een puntje vlak naast Brussel zette. "En het boek is volgens mijn bronnen ongeveer hier", ze zette een puntje op Oslo. "Maar, Oslo ligt in Noorwegen?", Amy keek Ramona verbaasd aan. "Hoe moet ik daar zien te komen?", vroeg ze. "Dat is niet mijn probleem, ik moet het boek tegen het einde van de maand hebben", glimlachte ze. "Oké, dan", mompelde Amy in zichzelf.
Predictedwaar het over gaat: - Spoiler:
in het jaar 3112, is het aardoppervlak onleefbaar geworden, de rest van de mensheid leefd in een grote, met beton overdekte stad. in die stad, wonen Nick en zijn vrienden, als zij op een dag een blad vinden met een code er op, komen ze er achter dat die code een betekenis heefd, het steld een datum voor...
wat ik tot nu toe heb: - Spoiler:
De voorspelling (2-5-2012)
Juf Ann stond vooraan in de klas. Ze was de juf van het vijfde leerjaar. “Oké, we gaan een tekening maken van hoe we denken dat onze wereld er uit gaat zien binnen honderd jaar. Die tekening stoppen we dan in een koffer, die koffer gaan we dan begraven. Binnen honderd jaar wordt die koffer weer opgegraven en dan kunnen de mensen in de toekomst zien of dat onze gedachten over hun tijd wel kloppen.”, zei ze. “Noor, deel jij de papieren uit?”, de juf pakte een stapel papieren van haar bureau en gaf die aan Noor. Terwijl Noor de papieren uitdeelde begon iedereen alvast iets te bedenken over de toekomst. Jan, die naast Elea zat tekende een ruimteschip waar volgens hem marsmannetjes met plasmageweren uit kwamen. “Wat ga jij tekenen?”, fluisterde Jan tegen Elea. Elea antwoorde niet. Wat op zich niet zo vreemd was, want ze zei namelijk nooit iets. Omdat ze nooit iets zei, was ze tot zogeznaamde 'schoolgek' vernoemd. Elea pakte haar podlood en keek naar naar het witte blad. Ze begon te schrijven: Z.L. 21 8.5.2112 12.12 . Zo begon ze heel haar blad vol te schrijven. Emma zat achter Elea en keek nieuwsgierig naar wat er op Elea's blad stond. “Maar wat ben jij nu aan het doen!?”, krijste Emma door de klas. Iedereen keek naar Emma. “Wat is er?”, vroeg juf Ann. “Elea zit gewoon haar blad vol te schijven”, zei Emma. “Laat haar maar doen, je kan beter aan je eigen tekening beginnen”, suste juf Ann. Mokkend boog Emma zich over haar blad. Het echte probleem begon pas toen Elea's blad vol stond. Voor- en achterkant. Om de een of andere reden schreef ze verder op haar bank. “Euh,...juf!”, begon Jan. “Wat is er?”, zuchte juf Ann. “Elea is op haar bank aan het schrijven”, zei Jan. “Elea stop er mee!”, zei juf Ann, zonder nog maar te kijken naar Elea. Elea deed gewoon door. Juf Ann liep naar Elea's bank. “Elea, geef dat podlood aan mij.”, Elea's ogen waren op haar bank gericht. Ze deed gewoon voort. “Kijk me aan als ik iets tegen je zeg!”, riep juf Ann boos. Elea deed gewoon voort. Juf Ann griste het podlood uit Elea's hand. Elea deed gewoon voort, het leek alzof ze schreef met een ontzichbaar podlood.
Elea's tekening is uiteindelijk samen met de andere tekeningen begraven. Niemand wist wat Elea nu eigenlijk had opgeschreven, niet dat veel mensen het zich afvroegen. Wat zeker niemand wist, is het feit dat het papier zo belangrijk zou zijn. Maar daar zou, vroeg of laat toch iemand achter komen.
Opgegraven (1-5-3112)
Nico stond bij iets wat ooit een bouwwerf was. Nu was er alleen nog een grote krater met een onmenselijk diep gat in de grond te zien. Lang geleden waren mensen begonnen met het bouwen van huizen op deze plek. Die huizen waren er nooit echt gekomen. Nico keek naar het reusachtige gat. Hij kon de bodem niet zien. “Hey Nico!”, daar kwam Freek aan. “Hey Freak.”, zei Nico. Freak was Freeks toepasselijke bijnaam. Freak had opvallende grasgroene ogen en dik ros haar. Wat er zo speciaal was aan Freak was het feit dat hij nergens goed in was. Hij had een keer beweerd dat hij met eekhorens kon praten, maar daar hadden ze hem alleen mee uitgelachen. “Zullen we het gat van dichtbij gaan bekijken?”, grijnsde Nico. “Tuurlijk!”, zei Freak. “wie het eerste daar is!”, schreeuwde Freak terwijl hij zich langs de krater naar beneden liet glijden. Nico spurte achter hem aan. Niet veel later stond hij bij het gat. “Ik was duidelijk eerste.”, zei Freak. “Maar jij had een voorsprong!”, siste Nico nijdig. “Doet er niet toe.”, zei Freak “Ik ga meten hoe diep het is.”, zei Nico terwijl hij zijn horloge pakte. Met zijn horloge kon Nico bellen, smsen sturen, spelletjes spelen en zo veel andere dingen doen. Het was een soort van mini-gsm. Nico had ooit, in het museum gsm's van vroeger gezien. Wat er ook nog zo handig was aan zijn horloge was, dat hij er lengte en diepte mee kon meten. “Dat gat moet wel erg diep zijn.”, mompelde Nico. “Wat bedoel je daar mee?”, vroeg Freak. “Wel, het is te diep voor mijn horloge om de diepte te meten.”, zei Nico. “Dit is saai.”, zuchte Freak. “Wie als eerste terug boven is!”, schreeuwde hij terwijl hij langs de krater omhoog liep. Nico begon achter hem aan te lopen. Freak struikelde, waarover kon Nico niet zien. Nico stopte. Het duurde niet lang, of Freak begon onmenselijk hard te schreeuwen. Nico rende naar hem toe. Freaks knie was op een puntige steen beland en lag helemaal open. Hij had schaafwonden op zijn handpalmen. Nico wist niet wat hij moest doen. Hij woonde een paar straten verder. “Freak, ik ben even weg. Ik ga thuis de EHBO kist halen. Ik ben zo meteen terug.”, zei hij. Nico rende naar huis. Freak verzorgen zou een probleem worden. Want Nico en EHBO gaan niet samen. Nico had geluk, terwijl hij naar huis rende kwam hij Cathy tegen. Cathy had lang kastangekleurig haar en grote, bruine ogen. Daarbij was Freak verliefd op haar. Maar hij had het haar nooit verteld. “Waar moet jij zo dringend naartoe?”, zei ze vrolijk. “Wel Freak en ik waren bij het gat maar Freak struikelde, hij heeft een wonde in zijn knie, en nu ga ik de EHBO kist halen!”, legde hij snel uit. “Aangezien jij niets van EHBO weet, zal ik al naar het gat gaan en op jou en EHBO kist wachten. Ik zal Freak wel verzorgen.”, zei ze geruststellend. “Bedankt!”, riep Nico terwijl hij verder rende.
Niet veel later stond Nico met een EHBO kist op het bouwwwerf. Freak en Cathy wachtten al op hem. “Hier”, zei Nico terwijl hij de kist aan Cathy overhandigde. Cathy pakte een aantal producten en begon met het ontsmetten van Freaks Knie. “Waar ben je precies over gestruikeld?”, vroeg Nico. “Ik denk dat het die steen daar was.”, zei Freak terwijl boos naar een aarde-kleurig stuk rots keek. De steen zat begraven in de grond, alleen een klein topje ervan was te zien. Nico liep er op af. Nu hij vlak bij de steen zat, kon hij zien dat het geen steen was. Het was een stuk metaal dat uit de grond stak. Nico begon het uit te graven. “Hey iedereen!”, Muze kwam aangelopen. Muze had lang, stijl zwart haar. Ze droeg haar gewoonlijke openstaande, leren jas. Daaronder droeg ze een grijs T-schirt met een doodskop er op. “Wat zijn we aan het doen?”, vroeg ze. “Ik ben gestruikeld, Cathy verzorgd mijn knie, en Nico graaft een steen op.”, legde hij snel uit. “Het is geen steen”, zei Nico. Wat Nico aan het uitgraven was, was een koffer. Nu moest hij de koffer nog verder uit de grond trekken. Het duurde niet lang of de koffer was al helemaal uit de grond. “Wow! Een echte ouderwetse koffer!”, riep Freak. “Hoeveel denk je dat we daarvoor kunnen krijgen?”, voegde hij er aan toe. “Hoe bedoel je?”, vroeg Nico. “Wel, het museum zal er wel een aardig bedrag voor willen betalen!”, riep Freak. “Ik vind dat we eerst moeten kijken wat er in zit.”, zei Muze. “Oké, maar kunnen we dat dan mischien ergens binnen doen?”, vroeg Cathy. “Waarom?”, vroeg Muze. “binnen is het toch veel comfortabeler”, zei Cathy.
Een tijdje later waren ze in Nico's kamer. De koffer lag op zijn bed. Iedereen keek gespannen toe toen Nico de koffer langzaam opende. “Tekeningen?!”, riep Freak. “De koffer ziet vol met tekeningen?”, iedereen keek teleurgesteld naar de tekeningen in de koffer. Muze pakte een tekening op en keek op de achterkant. Er stond iets op geschreven. “Hoi ik ben Jan. op mijn tekening staan marsmannetjes met plasmageweren.”, las Muze voor. “Het zijn gewoon oude tekeningen”, zei Chaty. “Kijk, een briefje!”, zei Freak. “Beste persoon die dit vind, in deze koffer zitten tekeningen en spullen uit 2012 op de tekeningen laten wij zien hoe wij dachten dat de wereld er uit zal zien in 2112 en met die spullen kunnen jullie zien hoe onze tijd er uit zag”, las Freak voor. “Wat moet dit hier voorstellen?”, muze pakte een stuk papier uit de koffer. “Wat staat er op?”, vroeg Nico. “Z.L. 21 8.5.3112 Z.L. 21 8.5.3112 en zo voort”, zei Muze. “Kijk, een oude foto!”, riep Cathy. Op de foto stonden allemaal jongeren en aan de zijkant stond een oude vrouw. Oneraan de foto stond 2011-2012 Basischool Groeningbeek geschreven. Het was een klasfoto. “Moet je die gast zijn gezicht zien!”, lachte Freak terwijl hij een dikke, blonde knul met een bril en een varkensachtige neus aanwees. “Het is gemeen om dat soort dingen over iemand te zeggen!”, zei Muze boos. “Maar als ik zijn gezicht zie, begrijp ik waarom je het zei!”, muze moest zichzelf inhouden om niet in de lach te schieten toen ze het gezicht van de jongen zag. “Waarom zou iemand letters en cijfers op een blad schrijven?”, vroeg Nico om maar eens van onderwerp te verranderen. “Denk je dat ik het weet of zo?”, vroeg Muze. “Kijk!”, zei Cathy. “Lucht!”, ze wees naar de helderblauwe hemel bovenaan de foto. In de stad waar Nico, Freak, Cathy en Muze woonden, was de hemel nooit te zien. Hun stad was overdekt door een ruesachtige, betonnen koepel. Bovenaan de koepel branden lampen die de zon moesten immiteren. Die koepel was daar om de mensen te beschermen, de lucht was zodanig vervuild dat de mensen binnenshuis een gasmasker moesten dragen. Veel mensen hebben het niet overleefd, daarom besloten de wetenschappers om de overlevenden te gaan zoeken en samen een manier te zoeken om verder te kunnen leven. Hun beste plan was een reusachtige door een koepel overdekte stad te maken. Cathy had iets met lucht, wat pecies, wist niemand. “Misschien is het een soort van code.” zei Muze. “Ja!” zei Cathy. “8.5.3112 zou een datum kunnen zijn.”, “Oké, maar 'Z.L. 21' dat slaat toch nergens op?”, zei Freak.
|
|