Dawnheart schrok wakker in het warriors den, ze had net een nachtmerrie over BloodClan gehad. Oef dacht de poes Het was maar een droom.. Ze merkte dat het vroeg in de ochtend was, ze haatte de ochtend, en bladval, en de donderwolken die boven het kamp hingen. Als ze niet snel was, zou het gaan regenen. Ze liep het warriors den uit, rechtstreeks het kamp uit zonder te eten, en zag druppels op de bladeren en het gras. Deze nacht had het geregend, en bladkaal kwam al snel. Voordat Dawn het kamp uit was keek ze vanuit haar ooghoek nog even naar de prooistapel, die eigenlijks best laag was. Logisch, het was bladval en er moesten vier clans in hun eigen territorium prooi vinden en delen. Hopelijk ging Dawnheart dit keer meer vangen. Ze snoof de ochtendlucht, en de natte bladeren terwijl er een koele bries over haar rug ging. Ze rilde even kort, maar negeerde de rest van de wind omdat ze een heerlijke geur rook. Eekhoorn. Ze volgde het spoor, dook in de sluiphouding en zo stil mogelijk ging ze op het beestje af. Helaas voor Dawnheart stapte de warrior op een takje, wat het bruine beestje voor haar hoorde, en recht in de gele ogen van Dawnheart kreeg. De gevlekte poes sprong er op af, heel even leek het dat Dawn de pluizige staart te pakken had, maar de eekhoorn ontsnapte als nog uit Dawnheart's scherpe klauwen, en vluchtte wat struiken in. Dawnheart was moe van de jacht, moe van het vroeg opstaan, moe van het nauwlijks slapen van de nachtmerries. En het begon te regenen. Fijn. Het regende, Dawnheart kon niks vangen, Dawn was moe, het was koud, de clan had voedsel nodig, Dawn had ochtenhumeur, Dawnheart had nachtmerries, Bluestar is kort geleden doodgegaan, én bladkaal was bijna in zicht. 'Deze dag begint al goed,' zuchtte Dawnheart sarcastisch. 'Geweldig,' Dawn had écht geen zin om nu positief te doen.