Leafheart verveelde zich. Ze had niks te doen, dus was ze maar op jacht gegaan. Ze sloop door het windclangebied, op zoek naar een prooi. Opeens draaide de wind en rook ze een geur die ze al een tijdje niet meer geroken had. Dat kon toch niet waar zijn? Ze rende ernaartoe. Opeens hoorde ze iemand schreeuwen. "Help!" Leafheart sprintte ernaartoe, en zag 2 katers staan. Een angstige witte, en een boze, donkerdere. Ze zag nog een andere kat komen aan sprinten, Brighteye als ze zich niet vergiste. "Laat hem met rust!", spuugde die naar de donkerdere. "'Verlaat de Windclan of ik zorg ervoor dat je enkele littekens krijgt die je eraan zullen herinneren dat je hier niet welkom bent!", blies ze woedend. De grote massieve kater vloog op haar af, maar ze vocht dapper. "Frostpaw, kom helpen! Met twee kunnen we hem aan!", riep ze. Dus het was waar? Het was Frostpaw? Hij was niet dood? Ze sprong op de kater af en klampte zich vast in zijn rug. Ze beet in zijn schouder. Ze was vastbesloten niet los te laten.