Waakzaam sloeg Strawberry de kater gade. Hij was groter dan haar en als haar schatting correct was, ook ouder, of tenminste van dezelfde leeftijd. Ze wist niet goed wat ze aanmoest met katten uit de tweebeenplaats. Het konden zachtaardige kittypets zijn, of onvoorspelbare rogues, of wrede bloodclankatten... Met geen van alle wilde ze eigenlijk echt te maken hebben. Nu moest ze haar trots in ieder geval wegslikken. "Zou ik u de weg kunnen vragen naar de buitenwijk, die vlak bij het bos? Loop ik in de juiste richting?" Haar tanden knarsten eventjes over elkaar. Ze voelde zich kwetsbaar, ze haatte het.