Zarre likte zijn witte snoetje terug proper en liet zijn schoteltje melk voor wat het was. Hij liep rustig naar de ruit. Het beloofde een mooie dag te worden zag hij tevreden. De lenige kater sprong van de vensterbank en kroop door zijn kattenluikje. Buiten werd hij begroet door de vogeltjes die overal rondvlogen. Soms ving de gestreepte kat er wel een, gewoon voor de lol, maar nooit echt om op te eten. Hij had namelijk genoeg twolegeten binnen staan. Lui door het zonnetje dat op zijn bruine vacht scheen rekte hij zich uit. Hij likte een paar keek over zijn witte borstje en sprong op het hekken naast zijn tuin. 'hé, wie loopt er daar nu?' Vroeg de kater zich nog versuft van de slaap af. Toen hij beter keek herkende hij aan het rode vachtje dat het Sunny was, een kitten van een paar tuinen verderop. Hij kroop zijn hek af en liep richting de kitten. Hij sprong in de volgende tuin weer op het hekken en er weer af. Hij lande lenig in Sunny's tuintje. 'Ha, Sunny, alles goed?' Vroeg de kater beleefd. Natuurlijk kende hij deze kitten nog niet goed, ze was namelijk nog erg jong. Maar hij had geen zin om een hele dag alleen te zitten dus kon hij haar net zo goed beter leren kennen. Hij liep nog wat dichter naar het kleine poesje toe, voor hij zich plaatste. Hij likte zijn verwarde haar van het slapen, terug in de plooi en keek de kitten vriendelijk aan terwijl hij zijn staart krulde om zijn voorpoten. 'Oh, je herkent me vast niet. Je was nog zo klein toen ik je het laatst zag. Ik ben Zarre ik woon een paar tuinen verderop.' Stelde de bruin gestreepte kater zich voor terwijl hij de kitten begroetend aanraakte met zijn zalmkleurige neusje.