|
| Esmee 243 Actief
| |
| Onderwerp: [Nameless Story] wo 19 jun 2013 - 17:09 | |
| Ja, ik ben ook bezig aan een verhaal. Meer een boek eigenlijk. Schrijven enz duurt lang, en daarna typ ik het ook nog over in Word. Het speelt zich af rond de Middeleeuwen [Love that time].-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- - Proloog:
Voor mij loopt mijn moeder de trap af. Ze tilt haar jurk een beetje op, zodat ze niet kan struikelen. Ik volg haar voorbeeld, en kijk goed uit waar ik op stap. Mijn moeder is een slanke vrouw met een pittig karakter. Ze is pas 35, maar moest al op haar 15e trouwen met Lord Serdon, die overigens ook nog maar 18 was. Diezelfde nacht nog werd ze zwanger, maar ze werden ertoe gedwongen. En toen heeft ze mij een aantal maanden later op de wereld gezet. Mijn geboorte was letterlijk een ramp. Ik lag helemaal verkeerd in mijn moeders buik, werd sowiezo veel te vroeg geboren, en mijn moeder verloor zoveel bloed dat ze daarna een hele tijd buiten bewustzijn was. Het enige wat ze daarvoor zei was ‘Lynn’. Dus hebben ze besloten dat dat mijn naam moest worden. Ik zal altijd wat kleiner blijven dan andere meisjes, en vooral ook altijd anders zijn. De meeste meisjes dromen van lange jurken, terwijl ik ervan walg. Je kunt er niet mee rennen, klimmen, enzovoort. Kortom, zéér onhandig voor meisjes zoals ik. Al zullen het er niet veel zijn.
- Hoofdstuk 1:
“Lady Shyla! Lady Lynn!” roept de kleermaker uit, en buigt eerbiedig het hoofd. Mijn moeder begroet de man met een kort knikje, waardoor haar lange blonde haar op en neer deint. Ik zie de man verbaasd naar mijn moeder staren, verbijsterd door haar schoonheid. Maar wat ze daarna zegt verpest het weer. “Iets interessants te zien, mijnheer?” zegt ze kattig, waarna de arme man gauw in een pashokje verdwijnt. Even later komt hij terug met een donkergroene jurk in zijn hand. “H-het s-spijt me. Er w-was niet g-enoeg stof v-voor een l-langere jur-k...” hakkeld hij zenuwachtig, en staart naar de grond. Mijn moeder kennende komt er zo direct de één of andere woede uitbarsting. Ik vrees het ergste voor de arme man. “Wát zeg je?!” roept ze woedend uit, en rukt de jurk uit zijn handen. Dan trekt ze me mee naarbuiten, en mompelt nog wat dingen die niet zo netjes zijn. Het is maar goed dat ze de grote grijns op mijn gezicht niet ziet. Ik kan er werkelijk niet mee inzitten dat mijn jurk ‘te kort’ is. De kleur ervan staat precies goed bij mijn groene ogen en lange bruine haren, en ik vind de lengte juist goed. Ik heb de jurk aangetrokken en staar in de spiegel. Mijn moeder mag zeggen wat ze wilt, ik wil deze jurk zo vaak mogelijk aan! Na een tijdje komt mijn kamermeisje binnen. Ze is al redelijk oud, en kan niet meer praten. Dat komt omdat haar huis vroeger in brand was gestoken, en je kan nog steeds een paar littekens zien. Desondanks ziet ze er nog prima uit voor haar leeftijd. Ze is ook een van de weinige personen die mijn moeder wél mag. Ze wijst naar een stoel die ook bij de spiegel staat, en ik ga er braaf in zitten.Nadat mijn haar goed geborsteld is, vlecht het oude mens mijn haar in. Dan verdwijnt ze weer. Voorzichtig loop ik de trap af. Ik wil mijn nieuwe jurk niet nu al stuk maken. Maar omdat ik de hele tijd naar de grond kijk, heb ik niet door wat er voor me gebeurt. “Oeps, sorry!” roep ik verbaasd uit, als ik tegen iemand opbots. “Oh geeft niet hoor. Ik zocht u juist, Lady Lynn!” hoor ik een jonge stem zeggen. Of jong, zo jong is hij trouwens ook weer niet. Hoogstens 1 of 2 jaar ouder dan ik. Voor mij staat een dienaar van de koning, een ridder. Hij is niet volledig in harnas, maar er hangt wel een bloedrode cape over zijn schouders. Hij heeft minstens even groene ogen als ik, en net iets donkerder bruin haar. Dan besef ik dat ik hem al de hele tijd sta aan te gapen. “Ik moest een bericht afgeven van lord Serdon, uw vader.” Gaat hij verder. Ik pak de brief aan die hij me toesteekt. “Is de brief echt niet voor Lady Shyla?” vraag ik voor de zekerheid. Meestal ontvangt enkel mijn moeder belangrijke brieven. De jonge ridder schud zijn hoofd. Dan gebaar ik naar een deur aan de linkerkant van de gang. “We gaan wel even naar mijn kantoortje.” glimlach ik. Mijn vader heeft het laatst voor mij laten maken, en ik moet zeggen dat ik er super blij mee ben. Ik trek me er s’ avonds altijd even terug, of als ik niets te doen heb. De ridder loopt erheen, en houdt de deur open. “Na u, Lady” grijnst hij. Ik loop snel naarbinnen. ‘Dat word nog eens wat zo.’ denk ik, en ga bij het raam staan. Verbijsterd staar ik naar het briefje in mijn handen. Het is niet alleen de tekst die me laat schrikken, maar ook het handschrift. ‘Lieve dochter, het doet me pijn dit te moeten zeggen, maar het gaat niet zo goed met me. Hierdoor zal ik dus nog langer weg blij....’ schrijft hij. Ik lees niet verder. Ik kan het niet, want de tranen staan in mijn ogen. De brief glijd uit mijn handen. Hoe is dit mogelijk? Hoe? In hemelsnaam, hoe? Aan zijn handschrift te zien, gaat het nog veel en veel slechter dan hij laat blijken. Geschrokken zak ik neer in mijn stoel, en staar voor me uit. Waarom? Waarom toch?
Theme Didn't know that I was lost I was losing everything But I was still thinking that everything was going to be ok And that there was still hope There wasn't
Laatst aangepast door Splashingkit op wo 19 jun 2013 - 17:54; in totaal 1 keer bewerkt |
| | | Esmee 243 Actief
| |
| Onderwerp: Re: [Nameless Story] wo 19 jun 2013 - 17:54 | |
| - Hoofdstuk 1:
“Lady Shyla! Lady Lynn!” roept de kleermaker uit, en buigt eerbiedig het hoofd. Mijn moeder begroet de man met een kort knikje, waardoor haar lange blonde haar op en neer deint. Ik zie de man verbaasd naar mijn moeder staren, verbijsterd door haar schoonheid. Maar wat ze daarna zegt verpest het weer. “Iets interessants te zien, mijnheer?” zegt ze kattig, waarna de arme man gauw in een pashokje verdwijnt. Even later komt hij terug met een donkergroene jurk in zijn hand. “H-het s-spijt me. Er w-was niet g-enoeg stof v-voor een l-langere jur-k...” hakkeld hij zenuwachtig, en staart naar de grond. Mijn moeder kennende komt er zo direct de één of andere woede uitbarsting. Ik vrees het ergste voor de arme man. “Wát zeg je?!” roept ze woedend uit, en rukt de jurk uit zijn handen. Dan trekt ze me mee naarbuiten, en mompelt nog wat dingen die niet zo netjes zijn. Het is maar goed dat ze de grote grijns op mijn gezicht niet ziet. Ik kan er werkelijk niet mee inzitten dat mijn jurk ‘te kort’ is. De kleur ervan staat precies goed bij mijn groene ogen en lange bruine haren, en ik vind de lengte juist goed. Ik heb de jurk aangetrokken en staar in de spiegel. Mijn moeder mag zeggen wat ze wilt, ik wil deze jurk zo vaak mogelijk aan! Na een tijdje komt mijn kamermeisje binnen. Ze is al redelijk oud, en kan niet meer praten. Dat komt omdat haar huis vroeger in brand was gestoken, en je kan nog steeds een paar littekens zien. Desondanks ziet ze er nog prima uit voor haar leeftijd. Ze is ook een van de weinige personen die mijn moeder wél mag. Ze wijst naar een stoel die ook bij de spiegel staat, en ik ga er braaf in zitten.Nadat mijn haar goed geborsteld is, vlecht het oude mens mijn haar in. Dan verdwijnt ze weer. Voorzichtig loop ik de trap af. Ik wil mijn nieuwe jurk niet nu al stuk maken. Maar omdat ik de hele tijd naar de grond kijk, heb ik niet door wat er voor me gebeurt. “Oeps, sorry!” roep ik verbaasd uit, als ik tegen iemand opbots. “Oh geeft niet hoor. Ik zocht u juist, Lady Lynn!” hoor ik een jonge stem zeggen. Of jong, zo jong is hij trouwens ook weer niet. Hoogstens 1 of 2 jaar ouder dan ik. Voor mij staat een dienaar van de koning, een ridder. Hij is niet volledig in harnas, maar er hangt wel een bloedrode cape over zijn schouders. Hij heeft minstens even groene ogen als ik, en net iets donkerder bruin haar. Dan besef ik dat ik hem al de hele tijd sta aan te gapen. “Ik moest een bericht afgeven van lord Serdon, uw vader.” Gaat hij verder. Ik pak de brief aan die hij me toesteekt. “Is de brief echt niet voor Lady Shyla?” vraag ik voor de zekerheid. Meestal ontvangt enkel mijn moeder belangrijke brieven. De jonge ridder schud zijn hoofd. Dan gebaar ik naar een deur aan de linkerkant van de gang. “We gaan wel even naar mijn kantoortje.” glimlach ik. Mijn vader heeft het laatst voor mij laten maken, en ik moet zeggen dat ik er super blij mee ben. Ik trek me er s’ avonds altijd even terug, of als ik niets te doen heb. De ridder loopt erheen, en houdt de deur open. “Na u, Lady” grijnst hij. Ik loop snel naarbinnen. ‘Dat word nog eens wat zo.’ denk ik, en ga bij het raam staan. Verbijsterd staar ik naar het briefje in mijn handen. Het is niet alleen de tekst die me laat schrikken, maar ook het handschrift. ‘Lieve dochter, het doet me pijn dit te moeten zeggen, maar het gaat niet zo goed met me. Hierdoor zal ik dus nog langer weg blij....’ schrijft hij. Ik lees niet verder. Ik kan het niet, want de tranen staan in mijn ogen. De brief glijd uit mijn handen. Hoe is dit mogelijk? Hoe? In hemelsnaam, hoe? Aan zijn handschrift te zien, gaat het nog veel en veel slechter dan hij laat blijken. Geschrokken zak ik neer in mijn stoel, en staar voor me uit. Waarom? Waarom toch?
Theme Didn't know that I was lost I was losing everything But I was still thinking that everything was going to be ok And that there was still hope There wasn't |
| | | Soepsas 12 Actief
| |
| Onderwerp: Re: [Nameless Story] wo 19 jun 2013 - 18:09 | |
| Awesome c: Ik zie nu al leuke karakters aankomen, en de tijd is idd heel interesant en leuk c:
Meer, meer, meer! |
| | | Esmee 243 Actief
| |
| | | | Esmee 366 Actief
| |
| Onderwerp: Re: [Nameless Story] za 22 jun 2013 - 22:13 | |
| - Eerste deel Hoofdstuk 2:
Gefrustreerd staar ik naar de grond. “Ik ga er heen.” zeg ik, en kijk mijn moeder weer smekend aan. Maar ze schudt onverbiddelijk haar hoofd, voor de zoveelste keer vandaag. Ondertussen staan de tranen al in mijn ogen. “Maar waarom niet?” herhaal ik smekend. Aan haar gezicht te zien, zal het antwoord nee blijven, en antwoord krijg ik ook niet. Ik ren de kamer uit, maar ver kom ik niet. Halverwege de gang trap ik op mijn jurk, en ik val snikkend op mijn knieën. Als ik weer opsta, zit er een groot gat in de jurk. Het kan me niet meer schelen. Het enige wat me intresseerd is dat ik niet naar mijn vader kan. En dan vormt zich een plannetje in mijn hoofd. ‘Wat als ik gewoon weg ga zonder toestemming?’ Ik droog mijn tranen, en loop rustig verder. Vanavond. Dan gaat het gebeuren. Ik loop mijn kamer weer in, en trek de kast open. Mijn blik glijd over alle jurken, totdat mijn oog op een groen tuniekje valt. En onderin staat een paar donkerbruine laarzen. Vlug haal ik ze uit de kast, en verberg ze onder mijn dekbed. Hier zal niemand ze vinden. Dan verwissel ik mijn kapotte jurk in voor een elegante rode. Niemand zal vermoeden wat mijn plan is. Maar ik moet nog enkele dingen klaar leggen. Eerst mijn paard klaar maken. Even later kom ik aan bij de stallen. Mijn bruine paard Flame briest even zachtjes, en druk zijn neus in mijn hand. “Sst..” fluister ik, en leg het zadel op zijn rug. Ik hoop dat ze zijn gebries niet gehoord hebben. Dan gooi ik wat haver in zijn voederbak. Met de enorme rit die hij voor de boeg heeft, moet hij voldoende in zijn maag hebben. Ik leg een warme paardendeken in een hoekje, zodat ik die straks niet meer hoef te pakken. Nadat ik alles nogmaals gecheckt heb, loop ik weer naarbuiten. De wind waait mijn haar in mijn gezicht, en ik heb moeite om staande te blijven. Oh nee. Alsjeblieft, zeg dat het niet waar is. We krijgen storm. Ik moet straks in de storm op weg, en ik besef me dat al te goed. En een zware storm.
In de verte slaat een klok. Middernacht. Ik trek de dekens nog eenmaal tot mijn kin op. Voorlopig zal ik daar niet meer onder liggen, besef ik plotseling. Na een paar minuten stap ik uit bed. Nu alles klaar ligt, kan ik niet meer terug. Even later ben ik klaar om te vertrekken, en stap ik de donkere nacht in. Mijn hart klopt in mijn keel. Ben ik niets vergeten? Slaapt iedereen wel echt? Dan kruip ik de stallen binnen. Flame staat zoals verwacht klaar. Voorzichtig loop ik naar hem toe. Ik durf niets te zeggen. Uit angst dat hij me zal verraden door te hinniken. En dan hoor ik ineens stemmen in de verte. Snel klim ik in het zadel, en trek aan de teugels. “Rijden, rijden!” fluister ik gefrustreerd, en blijf met moeite in het zadel zodra Flame begint te galoperen. Ik rijd vlak langs een paar wachters. “Hé jij daar! Niet zo vlug!” roept er een. Ze herkennen me niet, het is te donker. Angst en frustratie martelen me vanbinnen. Ik sluit mijn ogen, en open ze weer. Nog honderd meter tot de poort. Het lijkt nog zo ver. Ik durf niet achterom te kijken of ze me volgen, maar waarschijnlijk wel. Nog vijftig meter. ‘Volhouden Lynn.’ De wind waait mijn kap af, en het begint te regenen. Dikke, koude druppels vallen in mijn nek, en ik word door en door nat. Eindelijk kijk ik achterom. Ik ben bang dat de wachters me nog steeds volgen. Maar er is niets of niemand te bekennen. Ik schrik van de enorme schaduw die de poort ineens over mij heen werpt. Opgelucht ontsnapt er een zucht tussen mijn lippen, en ik besef dat ik al die tijd mijn adem ingehouden heb. De paardenhoeven roffelen op het kleine zandpad. Ik heb expres niet de hoofdweg gekozen. Misschien zou een reiziger me herkennen, en dan zou deze dat natuurlijk overal vertellen. En dat moet ik net niet hebben. Ik trek met mijn linkerhand mijn kap weer over mijn hoofd. Mijn handen beginnen al aardig koud te worden, maar ik moet nog zo’n vijf uur rijden voordat ik het eerste kleine dorpje tegen zal komen. Ik ga weer verzitten, en woei bijna van mijn paard af. Ik grijp hem bij zijn rode manen, en trek mezelf weer terug. Hoe zal dit aflopen? De storm wordt met de minuut erger, en Flame glijd steeds vaker uit door de modder. Na een tijdje begint het zelfs te hagelen. Het bekogeld mij, alsof het mij wil beletten dat ik deze reis overleef. Misschien is dat ook wel zo. En dan, als ik denk dat het niet erger kan worden, slaat vlak bij het pad de bliksem in. Flame begint te stijgeren, en met een gil vlieg ik uit het zadel. Mijn voet blijft steken in de stijgbeugels, en ik probeer mijn voet wanhopig te bevrijden. Maar het lukt niet, en Flame is hopeloos in paniek. Hij sleept me mee in zijn vlucht. Ik weet niet meer hoe ik moet handelen, en angst krijgt de overhand. Ik stoot mijn hoofd tegen een steen, maar voel gek genoeg geen pijn. En dan verlies ik het bewustzijn.
And now I finally found you, I lost myself. |
| | | | Onderwerp: Re: [Nameless Story] | |
| |
| | | |
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |