Zuchtend wurmde Honeykit zich dieper in het warme holletje van mos en bladeren. Ze wilde opstaan, maar het was eigenlijk nog te vroeg, en dan zouden die stomme poezen met hun kittens gaan zeuren dat ze veel te veel kabaal maakte. Vlakbij gaapte een pasgeboren kitten. 'Gut, wat is die klein.' dacht ze, en ging op haar andere zij liggen.
Een halfuurtje later kwam de zon echt op, en Honeykit verklaarde dat het nu tijd was om op te staan. Vlug sprong ze op, en huppelde naar buiten. Het was nog lekker fris, en ze moest vlug bij de waterpoel zien te komen voor wat drinken. Straks was alles al opgedronken door haar clangenoten of verdampt door de hete zon. Met lange teugen werkte ze het water naarbinnen. Het was lekker koud, en ze sprong giechelend midden in de plas. Het water spatte om haar heen, en ze zag een kleine regenboog door de kleine waterdruppels. Vrolijk stampte ze in het rond, niet beseffend dat de andere kittens dus straks ergens anders water moesten halen. Nu had Honeykit honger. Ze schudde haar vacht uit en trok een muisje van de prooistapel. Daarna ging ze op een middelmatig grote steen liggen, en liet haar vachtje drogen zodat hij straks helemaal mooi zou glimmen. Ze at de muis op, en staarde opgewonden in het rond. Bijna iedereen die sliep nog, ze zou kunnen ontsnappen....
--Trushpaw--