Sitting in a corner all alone,
Staring from the bottom of her soul,
Watching the night come in from the window, window
It'll all collapse tonight, the full moon is here again
In sickness and in health, understanding so demanding
It has no name, there's one for every season
Makes her insane to know
Licht weerspiegelden op het kleine stukje gras waar het zijn weg kon vinden. Als kleine vuurvliegjes, vuur in de duisternis, openden zich twee gele ogen uit het niets. Als het hellevuur die nooit kon gedoofd worden. Mist die uit het niets opkwam. Maar het bleef er wel. Voor hoelang nog wel was maar de vraag. Terwijl zich langzaam de maan zijn baan omhoog hielp, de nacht het gehemelte overdekte, en sterren zich een rondje rond hun as dansten kwam ook het kwaad ergens vandaan. Hoewel ze zich nooit als 'het kwaad' zelve had gedragen, had ze maar al te vaak de bijnaam gekregen. Hier waar het gras eindigde, en maïskolven zich over de vlakte uitreikten, had de maan zijn positie al ingenomen. En scheen nu zwakjes neer op haar pad. Misschien was het niet haar bedoeling. Misschien wilde ze deze reputatie niet. Maar veel meer kans dan dit had ze niet. Ze was tenslotte nog steeds deel van de bloodclan. Het voelde niet als een blok aan haar been, maar meer een, een... Ze wist niet hoe ze het kon noemen. Het was een kans geweest. En nu was de tijd gekomen om die kop eens op te steken. Haar oren spitsten zich vooruit om zodoende te kunnen horen. Haar groene ogen hadden het voordeel geleverd. Ze schudde haar kop leeg en ging in sluip houding zo'n 5 meter van de rat vandaan gaan liggen. Zet schrap, spring op, en doodt Veel meer had haar vriend haar niet geleerd. Maar het hield haar sterk. de gedachte aan hem. Eén keer te veel. En hij was weg. Haar ogen hadden zich onbewust weggedraaid naar een naderende kater. Ze miauwde lichtelijk geërgerd vooraleer op te springen en de kater aan te vallen. Hoewel het een grote prooi geweest was, en ze hem gemakkelijk had kunnen delen had ze er maar weinig zin in. Ze haalde uit naar de kater zijn linkeroog die op zijn beurt uithaalde naar haar keel. Woedend haalde ze met haar staart naar zijn poot uit, greep hem vast, en wist hem met één of andere beweging achter zich op de harde grond te slaan. Een grijnsje sierde haar lippen terwijl een straaltje bloed over haar lippen heen liep. Haar ogen spogen vlammen terwijl ze een laatste maal naar de kater uithaalde en hem zo op de rand van het klif kon weten te brengen. Een genadeslag en het was voorbij. Ze plaatste haar voorpoot op de plek waar ooit zijn hart op volle toeren had geklopt, maar die nu pas langzaam eindigde. Langzaam namen zijn pupillen in grootte toe en namen zo zijn gehele oogballen in beslag. Indi plaatste haar poten op zijn borst waarna ze met wat korte snukjes de kater zijn kop er af rukte. Daar spreken we niet meer over. Ze veegde haar poten netjes aan de grond af waarna ze trots met haar nieuwe trofee in de bek haar pad vervolgde. Ze vond het spijtig geen toeschouwers te hebben maar het boeide haar lekker weinig. Ze legde de kater zijn schedel op de grond waarna ze in langgerekte snukjes richting het kamp piepte. Veel meer kon ze niet bedenken. Maar het moest maar even genoeg zijn.
Moet weer inkomen. Echt flut