Rustig liep de apprentice door het territorium heen. Haar tred was ietwat apart: soms zette ze haar poot bijna neer, maar leek ze te twijfelen en zette hem dus niet helemaal op de grond. Het duurde dan enkele milliseconden voordat ze haar poot echt stevig op de grond zette en verder liep. Soms bleef ze stilstaan en keek ze eventjes op naar iets, of gewoon om zich heen. Niet perse angstig, maar gewoon omdat ze meende dat ze iets hoorde. Haar grote ogen tuurden dan ergens naar en soms maakte ze een plotselinge beweging omdat ze iets zag bewegen, maar ze ging er nooit echt op af. Ze wist dat ze niet goed kon jagen, dat zou nog wel eens komen. Ze was er nu meer op uit om wat meer bekend te worden met het territorium.
Het geluid van stromend water dronk haar oren binnen. En de geuren die daarmee gepaard gingen baanden zich een weg haar neus in. Het rook… Fijn. Fris. Ja, fris dat was het. Blij liep ze verder. Als ze alleen was, was er altijd niks mis. Meestal werd ze pas chagrijnig wanneer er anderen bij kwamen. Nou, niet perse chagrijnig: maar ze had altijd een nogal afstandelijke houding tegenover anderen. Het was puur omdat ze het gewend was, beschermde zichzelf. Die onzichtbare muur om haar heen, om haar te beschermen tegen de buitenwereld.
Een stem zorgde ervoor dat ze uit haar gedachtes opschrok en met een ruk opkeek. Haar rustige en ietwat blije houding veranderde gelijk in een gesloten en ietwat dreigende houding. Keek met een felle blik richting de kat die iets had gezegd. Een andere apprentice. Omdat ze tegen de zon inkeek kon ze enkel zijn contouren zien en meer niet, keek op een gegeven moment weg omdat het pijn begon te doen aan haar ogen. Ze gaf echter geen reactie, ze had naar hem gekeken en dat moest duidelijk hebben gemaakt dat ze hem wel had gezien.
OOC; Mwiep. Wist niks, sorry. Hopelijk kun je er iets mee D: