Sparkpaw gaapte tot zijn kaken niet meer verder konden spreiden. Zijn glanzende bruine tabby pels zette hij iets op toen een kille bries over de moorlands heen trok. Hij was er vandaag op uit gestuurd om te gaan jagen. Niet dat de kater wat beters te doen had, maar hij was bereid om zoveel meer te doen. Hij wilde een Warrior worden. Hij wist dat hij er klaar voor was immers. Maar de clan blijkbaar nog niet. Dus ging hij, al mokkend, verder met zijn taken. Met toestemming mocht hij het kamp uit. Hij had er een hekel aan, hij wilde zelf weten wanneer hij het kamp uit kon of niet. Terwijl hij bezig was met zijn mokkerige gedachtes, sprong er ineens iets verderop een kat tussen de struiken vandaan. Eventjes zette Sparkpaw zijn pels op en blies hij zachtjes, geschrokken door de plotselinge beweging. De sporen van zijn ontvoering door Bloodclan als kit waren nog steeds zichtbaar. Maar al snel besefte hij wel dat het een mede apprentice was en kalmeerde hij wat. Om zichzelf toch maar iets houding te geven, miauwde de kater, "Mooie vangst," Op een nonchalante toon alsof hij een feit vertelde. Er klonk niet echt veel emotie in zijn stem, alsof hij er niet echt warm of koud van werd. Zijn ambergele blik ging dan ook al snel naar de verte, zoekende naar iets wat er niet was.