Rustig liep Mousefur over het groene gras. Het was alweer zomer, en overal was het mooi weer, en scheen de zon. De poes had een dikke vacht, waar ook nog eens zwarte aftekeningen op stonden. Ze werd dus knettergek van al die hitte. Dus besloot ze maar te gaan zwemmen. Tevreden liep ze door de bosjes, heide gronden en andere grassen. Overal vlogen zwarte zwaluwen over haar heen. Wel erg laag over de grond. Dat voorspelde dus regen! Maar aan de lucht gezien, duurde dat nog minstens een halve dag. Nu was het begin van de middag. Na allerlei soorten gedachten, was Mousefur er. Voor haar lag een groot meer, waar een brede rivier uitmondde. In het meer was maar een lichte stroming. Dus ideaal om in te zwemmen. Zachtjes liep Mousefur naar de branding. De zon brandde in haar rug. Snel stak ze haar voorpoten in het water. Daarna de rest van haar lichaam. Gelijk voelde ze een hele opluchting. Overal werd het heerlijk koel. Mousefur voelde het koude water op haar huid prikkelen. Na een rondje zwemmen, was ze er al aan gewend. De wart witte poes gaf een zucht. Dit was pas leven.. Ze was wel blij dat ze in de RiverClan geboren werd. Anders zat ze daar maar in de hels brandende zon. Na een paar rondjes peinzen en nadenken, zwom Mousefur weer naar de oever. Voorzichtig kwam ze het water uit. Haar vacht hing zwaar aan haar lichaam. Snel schudde ze zich uit. Druipend ging ze aan de oever liggen. Mousefur sloot haar ogen en dacht na over van alles en nog wat. Ook over Stormtail... Ze vond het best wel een leuke kater.. Snel schudde ze die gedachte uit haar kop. Hij vind haar echt niet leuk hoor... Tenminste.. Vlug deed de poes haar ogen weer open. Voorzichtig stond ze op. Er kwam daar iemand aan.. Maar Mousefur wist niet wie. Een beetje zenuwachtig keek ze om zich heen. Daarna naar de bosjes. Daar zag ze twee amberkleurige ogen. 'W-Wie is daar?' Vroeg Mousefur. Nieuwsgierig wachtte ze af.