Met een hoopje kruiden in zijn bek, hinkte de goudbruine leerling door het kamp naar zijn opslag plekje in de medicijn den. Birchpaw had orders gekregen om kruiden te gaan zoeken die op waren, aangezien nieuw blad nu in volle gang was en er een heerlijk zonnetje scheen had hij maar al te graag elke mogelijkheid aangepakt om het kamp uit te komen. Hij zat te veel binnen en hij wist het. Hij baalde nog steeds als een stekker op bepaalde tijden, hij was niets voor niets een medicijn kat. Hij was het omdat het niet anders kon. Zuchtend legde hij de kruiden neer en wierp een blik op Smokebreath die in een hoekje kruiden zat te sorteren en hem niet opgemerkt had. Hij zat met zijn rug naar hem toe wat gunstig was voor Birchpaw. Zwijgend schuifelde hij achteruit en hinkte weer naar buiten. Toen de zon zijn pels raakte sloot hij zijn ogen even en liet hij een verrukte miauw ontsnappen. Hij had zo veel koude weken achter de rug dat de zon verwelkomt was. Bij elke kat leek het. Het hele kamp leek ontspannen te zijn. De zon stond op zijn hoogst en bracht een lekker warm gevoel mee. Hij ging zitten voor de den en zuchtte. Hij vond zelf dat hij nog niet klaar was met zijn tocht naar kruiden en bessen dus hij kwam meteen weer omhoog. Hij draaide zich voor een kwartslag om en zijn goudgele ogen zweefde naar Smokebreath die nog steeds met zijn rug naar hem toe stond. Birchpaw zag zijn kans schoon en hinkte naar de uitgang van het kamp.
Uitgeput ging Birchpaw zitten in de schaduw van een kale boom. Het moeras omringde hem volop en je kon de kikkers luid horen kwaken en de krekels horen sjirpen. Hij was ver weg van het kamp gehinkt en vond het tijd voor een pauze. Hoewel veel katten dachten dat ShadowClan territorium niet erg rijk was aan kruiden kon je je vergissen. Je moest gewoon weten waar je moest kijken. De gouden ogen van de leerling zweefde over het stille territorium om hem heen. Er was geen kat te zien, geen vuiltje aan de lucht. Een beetje te zoet en perfect naar zijn smaak.
[OPEN]