De wind blies heel zachtjes door de nekharen van Cindersmoke, die inmiddels rechtop stonden. Bewegingsloos stond hij daar. Zwijgend. Je kon de wind horen huilen. Over een paar tellen zou hij aanvallen. Hij had zijn vizier gericht op een klein konijntje, wit en nog erg donzig. Het was schattig, maar ook heerlijk om te eten. Zijn tong kwam even naar buiten bij die gedachte. Hij had honger.. Hij strekte zijn achterpoten en zette zich af. Met één krachtige sprong landde hij precies voor het beestje. Het keek hem angstig aan. Met een krachtige slag had hij hem, en hij beet de keel van het beestje door. Hij voelde het bloed langs zijn mondhoeken glijden, en voorzichtig vermaalde hij een stukje van het vlees. Het was heerlijk. Hij zag dat hij zich op de grenslijnen bevond. Had hij zo lang gezocht naar een prooi..? Nou ja, hij had geen vrees voor andere katten. Hij keek naar het mooie water van de rivier. Toen hij erin keek, zag hij zijn spiegelbeeld. Hij glimlachte zachtjes. Ineens hoorde hij een plons dichtbij hem. Hij keek om maar zag niets. Ineens zag hij een klein, wit kopje boven het water uitsteken. Er klonk een klein gilletje. Ook al zou het een kat van een andere clan zijn, hij kon het niet over zijn hart verdragen om het beestje niet te redden. Hij zette zich af, voor de tweede keer die dag, en dook het water in. Algauw had hij de kat in het vizier. Het was niet groot, maar ook niet heel klein. Hij schatte het op een leerling. Toen hij de kat naderde, greep hij het bij zich en zwom weer naar de oever. Hij legde de kat erop en klom even later ook op de kant. Hij had nu meer tijd om het beestje te bekijken. Het rook als een Shadowclan-kat. Hij zag rustig naast de kat zitten, wachtend tot het zijn ogen zou openen. Hij keek een beetje bezorgd naar het sneeuwwitte beestje, maar algauw verdwenen die zorgen weer.
xD