Thistlefrost was niet ingedeeld in 1 van de patrouilles, vreemd was dat niet: er zijn zoveel warriors nu, genoeg warriors die wel gewoon konden communiceren met elkaar en die geen beperkingen hadden. Hij wel, helaas, maar er viel niets aan te doen, toch? Hij zuchtte, tenminste geluidloos, maar het was een zucht. Toen liep hij verder, richting de Stream. Straks zou hij maar gewoon wat gaan vissen, dan was hij goed genoeg bezig voor de clan. Opeens spitste hij zijn oren: Hij hoorde iets ritselen in de bosjes. Prooi? Hier? Of een andere kat.. Hij snoof en de heerlijke geur van Muis drong zijn neus binnen. Hij zakte in zijn jachthouding en sloop langzaam vooruit: Ervoor zorgend dat zijn lange staart de blaadjes niet zou raken. Poot voor poot dichterbij komend en door het bosje heen gaan zag hij langzaam maar zeker het beestje tevoorschijn komen, hij had geluk: Hij was dik voor een muis in deze tijd van het jaar. Nog 3 stappen, 2... 1, hij nam een grote sprong en lande meteen op het beestje. Meteen beet hij het beestje dood om het niet verder te laten lijden. Dankje Starclan dacht hij. Hij nam het diertje in zijn bek en liep verder naar de Stream, hij was er nu vlakbij en hij zag een poes zitten. De poes leek hem niet te horen, of deed alsof hij er niet was. Ze zat onder de wonden en enkele littekens. Thistlefrost twijfelde even om erheen te gaan maar herkende de poes opeens als Lotusleaf, 1 van zijn dengenoten. Die kon hem toch weinig kwaads doen? Tenminste: dat hoopte hij. Hij stapte verder op haar af, hij had hoi gezegd en haar gewaarschuwd dat hij er was als hij dat gekund had. Nu liep hij gewoon tot hij naast haar stond, hij keek haar even aan en wachtte op een reactie, hij was benieuwd of hij kon helpen en probeerde een oplossing te bedenken om dat duidelijk te kunnen maken. Hij kon gewoon nergens op komen en ging dus maar gewoon zitten en deed wat zij net ook deed: Naar de stroom staren en zwijgen.