You're not my scent ~ Blacksoul

De schemering maakte plaats voor de vroege ochtend. Ongeveer alle bladeren waren van de bomen en lagen dor op de grond. Blacksoul hield van dit seizoen, afgezien dat de prooi schaars was en dat je je best moest doen om het te overleven. Bladval was net zou koud en kil als Blacksoul zelf, hier voelde ze zich in haar element. Ze snoof de koude geuren op en liep rustig en stil over de koude, harde grond. De zon scheen helder in haar ambere ogen. Haar staart zwiepte even op en neer van ongeduld. Ze was vroeg opgestaan om haar taken te doen. Dan had ze s' middags misschien nog wat tijd om uit te rusten. Jagen, dat was de eerste prioriteit in bladval. En dus was ze dat nu ook aan het doen. Terwijl de koude geuren haar neus in stroomden ving ze ondertussen de prooi geuren op. Muis, vogel en een oud spoor van een eekhoorn. Ze wist zeker dat ze op de laatste prooi niet ging jagen. Die beesten waren zo harig dat alle haren nog dagenlang in je mond bleven zitten. Al snel pikte ze het spoor van de muis eruit en langzaam kroop ze over de grond. Haar oren waren gespitst op ieder ander geluid dat onnatuurlijk was. Na een paar minuten sluipen vond ze de muis scharrelend onder een boom, bladeren wegduwend opzoek naar enig voedsel. Op Blacksouls gelaat kwam een grijns. Haar staart zwiepte nog een keer en ze sprong. De muis was te laat. Blacksoul greep hem bij zijn staart en met een snelle beet was de muis dood. Zo snel als ze kon trippelde ze terug naar het kamp. Ze gooide de muis op de kleine prooistapel en keek in het rond. Ongeveer alle katten waren nu bezig met hun taken. Zij zou ook verder moeten gaan. Ze snoof de geuren van haar kampleden op en trippelde vervolgens weer weg. Verder met jagen maar. later zou ze wel in de dageraadpatrouille inhaken. Die was toch nog niet weg. Terwijl ze zo opzoek was naar geuren kwam een andere geur haar neus binnen. Een onbekende kat, geen Bloodclan of andere clan. Het was een rogue. Stilletjes volgde ze het geurspoor en voor haar doemde uiteindelijk een rossige kat op, niet ver van het kamp vandaan. Blacksoul was niet vijandig, deze kat leek immers geen kwaad in zin te hebben, maar toch moest ze voorzichtig zijn. Met een staart zwiepend van lichte woede keek ze de kat aan. 'Je bevind je op Bloodclan territorium, mag ik vragen wat je hier doet?' Sprak Blacksoul met een stem van ijs. Ze taxeerde de poes. Misschien een goede vechter, maar ze onderschatte haar niet.

Blacksouls oren bewogen even toen ze geluid op de achtergrond hoorde, maar het waren maar een paar murmelende katten die aan het jagen waren. Zolang ze niet op haar lette was alles goed. "Wel, een bloodclan ken ik niet en ik dacht dat ik op de grens was. Is het dan zo verboden om op te grens te komen? Ik woon hier vlakbij en ik ga ook wel eens graag wandelen. Dat doe jij ook, niet? Of wat ben je aan het doen?" Blacksoul kon er niets aan doen dan even een kort lachje te laten horen. Zij was trouw aan haar clan, ze ging wel eens 'wandelen' zoals de rosse kattin dat zei, maar ze bleef altijd in de buurt. Soms waagde zich even in het clanterritorium om wat muizen weg te snappen maar meer ook niet. "Ik ben Rowan, een rogue van de buurt. En jij bent? Moet ik je aanspreken als Bloodclan of wat is het? Ik heb er nog nooit van gehoord in elk geval dus je mag me altijd wel informatie aanbieden." Haar stem was de kalmte zelf. Blacksouls mondhoeken trokken zich even op in een kleine zachte glimlach. Haar staart legde ze over haar poten. 'Well beste Rowan, de naam is Blacksoul. Je bevind je net over de grens dus technisch gezien mag ik je wegjagen of vermoorden. Maar voorlopig ben je nog niet vijandig dus dat laten we dan maar achterwege. En wat de bloodclan is, is makkelijk uit te leggen. Wij zijn gewoon moordende katten die alle clans uit het woud willen hebben. Meer zeg ik niet, dat moet je zelf maar uitzoeken.' Sprak Blacksoul met de eeuwige kilte in haar stem. Slechts weinigen hadden ooit warmte in haar stem gehoord. Ze stond op en rekte zich even uit, waarbij haar lange klauwen zich in de grond harkten. 'En nu moet je opschieten met weg gaan of ik en een paar van mijn vrienden gaan even op je jagen.' Zei ze en ze keek Rowan aan met een glimmende blik. Ze had wel weer even zin om haar poten te strekken. In een vriendelijke mood was ze duidelijk niet.

Blacksoul volgde elke beweging van Rowan nauwkeurig. Er waren wel grotere katten waar ze mee had gevochten, maar ze moest nooit onderschatten. Ze had het eens gedaan met Fireheart, hij had haar verslagen. Ze was verslagen door een poesiepoes, ze gromde binnensmonds en haat vulde haar hart. Hij zou ooit nog wel eens verliezen van haar, en dan wel verschrikkelijk verliezen waarbij hij bijna niet meer kon opstaan. "Nou nou aangenaam Blacksoul. Wat ben je toch een lieverd, hm? Ik ben op dit moment nu niet echt vijandig inderdaad, maar ik kan ook veranderen net als jij." Blacksoul kneep haar ogen tot spleetjes en haar staart verschoof een beetje, haar oren bewogen. Dat zou iedereen kunnen, Blacksoul hechtte niet teveel waarde aan de woorden. Rowan stond op en begon om Blacksoul heen te lopen, de zwarte poes bleef zitten waar ze zat en staarde voor zich uit. "Nou nou. Ben je nou opeens een zielepoot? Kan je me niet alleen aan dan? Ga je meteen je vrienden erbij halen? Ik dacht dat jij wel een stukje stoerder was, Blacksoul." Het was duidelijk dat Blacksoul Rowan's humeur had geraakt dat nu steeds verder aan het dalen was. "Als je het vriendelijk en normaal had verteld, was er geen probleem geweest, maar Rowan haar humeurtje is een klein beetje aangetast nu." Blacksoul snoof. Nee alsof ze dat nog niet had gemerkt. 'Ik kan je makkelijk alleen aan.' Snoof Blacksoul spottend. 'Laat ik er verder maar geen woorden aan vuil maken.' Ze draaide zich in een snelle beweging om en met een poot zonder klauwen duwde ze Rowan hard handig om. Deze had zich al duidelijk op een gevecht klaargemaakt en Blacksoul duwde haar klauwen uit de hulsjes. Ze waren lang en blikkerden in het vroege ochtendlicht. Een satanische grijns sierde de zwarte kat haar gezicht. 'Eens kijken hoe dik je vachtje wel niet is.' En ze legde de klauwen op Rowan's zij, die ze toen ging bewerken.