________________________________________
Voor Rosepaw was het normaliteit geworden dat ze zou gewekt worden door zonnestralen, maar deze bleven in de winter natuurlijk langer weg of kwamen gewoon helemaal niet. In dat geval zou het best moeilijk zijn om te wachten tot Rosepaw vanzelf wakker zou worden. De poes had zichzelf namelijk aangeleerd dat alleen die zonnestralen haar zouden wekken, het was namelijk voor haar niet makkelijk om door deze stralen heen te slapen. Ze had er dan ook zorgvuldig voor gezorgd dat ze recht voor de ingang van de Den lag, maar wel nog met iemand voor zich. Als er dan iemand binnen zou komen zou zij niet meteen gewekt worden door diegene. Het was eigenlijk weinig kunst om haar wakker te maken, ze was alert op kleine geluidjes. In de zomer waren er vogeltjes actief en zij werd dan in de morgen ook soms wakker van die vogeltjes, maar dan viel ze ook meteen weer in slaap. Bij de zonnestralen was dit echter niet zo. Raar, maar waar. Ze schrok wakker toen ze opeens een stem hoorde. Het was geen norse, dwangmatige stem, de stem die ze eigenlijk verwacht had bij haar mentor. Iemand die hun boos zou opwekken omdat ze nog niet klaarstonden. Rosepaw had ondertussen vernomen dat ze haar leerlingentijd moest delen met iemand anders genaamd Lastpaw. Rosepaw hoopte dat deze kater of poes mee zou vallen - ze had hem of haar niet gezien tijdens de Ceremonie – aangezien ze zelf niet zo heel goed was in sociaal zijn. De sociale vaardigheden die ze moest hebben had ze dan ook niet. Ook nu zweeg ze uit angst dat ze iets verkeerds zou zeggen en daarmee een hoop zou verpesten voor zichzelf. Ze keek met één oog open toe hoe de kater zich weer naar buiten manoeuvreerde. Rosepaw stond op.
Voorzichtig trippelde de poes naar buiten. Ze keek rond zich heen en haar hart sloeg over toen ze haar mentor zag lopen. Nu was het officieel. Ze was een leerling, had een mentor en er werd van haar verwacht dat ze contacten zou leggen, zou kunnen jagen en eigenlijk aan alle verwachtingen van de RiverClan zou voldoen. Haar vader en moeder zouden haar vast haten als ze wisten wat er allemaal in haar omging. Ze leek zo anders te zijn dan haar ouders. Ze schrok toen ze keek en haar mentor niet meer zag. Ze herinnerde zijn woorden. Hij zou buiten het kamp op hun wachten. Ze kon tijd rekken door iets te eten! Hoewel ze geen honger had, ging Rosepaw gretig in op dit voorstel. Alles was beter dan daarbuiten de realiteit aangaan. Rosepaw liep naar de prooistapel en schrok toen ze vanuit haar ooghoeken twee andere jonge leerlingen op de prooistapel af zag lopen. Uit angst om tegen hun te moeten praten en te moeten uitleggen dat dit haar eerste training was rende ze naar de uitgang van het kamp. Daar kwam ze haar mentor tegen en Rosepaw haalde diep adem. ‘Hallo,’ zei ze. Haar stem klonk vreemd in haar eigen oren, maar dat kwam misschien omdat ze haar stem niet zo vaak gebruikte. Stilzwijgend ging ze naast haar mentor zitten. Ze wist niet wat ze moest zeggen tegen hem, misschien kon ze het beste gewoon zwijgen. Ze snapte zichzelf niet. Tegen Mistpaw kon ze anders zo goed praten en tegen Thislepaw ook, maar buiten haar familie kon ze met niemand omgaan. Hoe kon het toch dat haar sociale vaardigheden tegenover haar kittentijd zo slecht achteruit waren gegaan? Ze wist het niet en keek haar mentor schuw aan, draaide met haar oren en wilde iets zeggen, maar sloot haar mond weer en keek naar voren.
________________________________________