Dirtpaw opende zijn ogen. Hij schudde zijn vieze vacht, en gaapte even luid. Zijn poten lagen wijduit rond zijn lichaam. De andere apprentice's bleven altijd bij hem uit de buurt slapen, omdat hij zo vies was. Maar ja, dat komt er van als je je vacht bijna nooit wast. De apprentice stond op, en rekte zich eens fijn uit. Nadat hij zijn slaapplekje netjes had gemaakt, trippelde hij de apprentice den uit. En koude stroom van ijzige lucht kwam hem tegemoet. Even rilde Dirtpaw. Er lag hier en daar wat ijsel, en de lucht was zo koud dat je longen er pijn van deden. Dirtpaw voelde zich ondanks de kou toch warm van binnen. Het voelde fijn zoveel katten om zich heen te hebben. En als je problemen had, was er altijd wel een warrior of apprentice om er mee over te praten. Opeens knorde de maag van de kater. 'Eten' Schoot er door zijn kop. Snel trippelde hij naar de prooistapel, en pakte er en muis vanaf. Meer had hij niet nodig. Het kwam niet zomaar dat hij zo dun was. Nu zou hij gaan jagen, want dat moest natuurlijk ook gebeuren. Opeens zag hij een kat staan. Misschien zou die wel mee willen jagen. Jagen alleen was nooit leuk. Snel trippelde hij naar de kat toe, en vroeg: ''Hallo! Heb je zin om te gaan jagen?'' Ondanks hij de kat niet kende, zag hij er wel aardig uit.
-Mijn eerste verhaal. Liever niet op antwoorden, maar tips geven want die heb ik hard nodig-
(HET IS VEEL TE KORT NIET?)