[& Shrewleap]
De poten van Mosspaw zetten zich langzaam in het gras, dat nog nat was van de dauw. Het was een vroege ochtend, de zon was nog nauwelijks op en scheen net door de druppels door. Dit alles bij elkaar zorgde voor een mooi effect, en het liet haar de geur nogmaals opsnuiven. Het verse mos had een scherpe overheersende geur, maar dat was waar ze zo van hield. Mosspaw versnelde haar pas wat, en warmde haar spieren zo om weer eens op een stevige manier de dag te beginnen. Dit betekende goed jagen voor de Clan, aan haar training voldoen en misschien zelfs op een patrouille gaan. Ze hoopte die van de avond, daar gebeurde meestal wat bij. Dan kwam je bijvoorbeeld een andere Clan tegen, of je merkte dat iemand over de grens was gegaan. Mosspaw wist niet precies wat het was, maar ze wist dat de spannende verhalen altijd kwamen van de Apprentices die op de avond patrouille waren geweest. Zelf had ze dat nog nooit gedaan, het was meestal de middag patrouille waarin ze deelnam. Maar dat was haar eigen schuld, want haar mentor wist hoeveel ze van ochtenden hield, en de training was dan meestal in de ochtend. Dat betekende vrije tijd in de middag, die ze dan besteedde aan een patrouille. Mosspaw genoot onwijs van haar leven als een Clankat, een andere manier zou ze zich niet kunnen voorstellen. Als kittypet werd je te veel in de watten gelegd, en als rogue was je dan weer zo alleen. Een Bloodclan was ze in de verste verte niet, het lag niet in haar aard om zomaar te doden. Dus was ze perfect op haar plaats. De vier reusachtige bomen kwamen in beeld, en ze rende de heuvel af, de bries tegen haar gezicht slaand. Al snel merkte ze de geuren van de andere clans, één scherper dan de anderen. Die van ShadowClan, was er een kat in de buurt? Nieuwsgierig keek ze om zich heen, en mauwde een voorzichtige 'hallo.'