Behoedzaam trippelde Skytail over de bevroren beekjes .Bij elke stap kraakte het, en dat joeg de kater schrik aan. Normaal zwom hij graag, maar in de winter was hij niet echt te vinden voor een nat pak. Plots zag hij een langharige apprentice lopen. Hij zag haar wel eens in het kamp. Zou ze hier mogen komen van haar mentor? Of zou ze hier stiekem naartoe zijn gelopen? Snel verwierp hij de gedachte. De meeste mentors die hij kende, waren even oud als hem, en lieten alles en nog wat toe. Hij besloot om op het poesje af te lopen. "Brr" mompelde die. Skytail kon erin komen. Zelf rilde hij ook hard, ondanks zijn dikke wintervacht. Ondertussen begon het ook nog te sneeuwen. "Dit toch ook niet!" bromde Skytail. Vroeger, toen hij een apprentice was, vond hij het heerlijk om in de sneeuw te spelen. Maar nu was dat allang over. Nu dacht hij alleen nog aan de jacht, aan te clan te dienen, en natuurlijk aan zijn kits en lieve partner Angelwing. Toen richtte hij zijn blik weer op het poesje dat door de sneeuw sprong. Maar plots zakte ze er door. Waarschijnlijk was er een plas onder, die ze niet gezien had. "Aah!" gilde ze. Skytail stormde er op af. Gelukkig was de apprentice er al snel uit gesprongen. "Gaat het?" riep de warrior bezorgd en gaf haar een par stevige likken om haar weer warm te krijgen. "Je moet oppassen. Hier zijn er meestal plassen verborgen." snorde hij. "Jouw naam was toch Kittypaw hé?"