Xana werd wakker. De maan scheen op haar pels en Xana voelde de warmte dat in het huis van haar lieve tweebenen speelde. Ze hadden dat ding aan de muur, dat warmte afstond, aangezet en er klonk een vreemd geluid wat Xana niet thuis kon brengen. In ieder geval was het een uurtje geleden nog koud en dankzij dat ding was het heerlijk warm. Xana hoorde rustige ademhalingen van bovenaf komen. Ze had haar oren gespitst. Ze hoorden de bazen iets zeggen. De grote mand waar zij op lagen piepte en Xana hoorde voetstappen. Er klonk een tijdje niks, toen hoorde ze een gekraak, alsof een deur openging en het kraken van de trap. Xana voelde een streling over haar hoofd en spon zachtjes. De tweebeen leek uitgeput en Xana sprong bezorgd op de keukentafel. De tweebeen keek haar glimlachend aan en streelde Xana's hoofd nogmaals, terwijl Xana bezorgd mauwde. De tweebeen zei iets en ging toen naar boven. Xana keek vanaf de keukentafel door het raam van de deur naar de ronde maan. Xana sprong door het kattenluikje. Ze mauwde een keer kort, alsof ze iemand specifiek wou wakker maken. Ze wou ook graag iemand hebben om te praten. 'Is iemand daar?', vroeg Xana toen.