Sparklez sprong van de warme vensterbank van zijn kittypet huis, op het witte zachte vloerkleed. Hij keek om zich heen, en bedacht dat hij wel op avontuur kon gaan. Kijken welke kittypets in zijn straat wonen. En misschien wel vrienden maken. Hij ging door het kattenluikje, de straat in van de twoleg place. Hij ging naar het huis naast zich. Zou daar ook een kat wonen?Dacht hij nieuwsgierig. Hij keek door het raam, maar zag geen katten. ''Jammer'' miauwde hij tegen zichzelf. Hij liep verder over straat. Wanneer zou hij nou een aardige kat tegen komen, die vrienden met hem zou willen zijn? De warme zon scheen op zijn zwarte vacht, en daarom glimde die ook erg mooi. Zijn vacht werd lekker warm daardoor. Hij stopte toen hij bij nog een ander huis naast zich was. Zouden daar dan katten wonen? vroeg hij zich af. Hij ging zitten wachten tot er misschien wel een kat op hem afliep. Hij rook eens goed of hij al een kat kon ruiken. Nee nog niks. Hij begon zich te wassen. Hij likte eerst zijn vacht op zijn buik. Daarna likte hij zijn poot een wreef die over zijn kop. Toen hij eindelijk klaar was met wassen. Wachtte hij nog steets. 'Misschien moet ik naar huis gaan' dacht hij.