De tabby kater opende zijn lichtgele ogen. Het was vandaag een frisse dag, en dat betekende dat het perfect was om te jagen. Ashfur rekte zijn bruine lichaam uit, en gaapte. Zijn nagels maakte kleine kuiltjes in de zachte grond wanneer Ashfur naar buiten liep. De windclankater snoof even de heerlijke aroma's van de ochtenddauw in. Ashfur glipte het kamp uit om wat prooi te jagen. Al gauw kwam de zo bekende geur van verse dikke vogel zijn neus in gekropen. De kater sprong behendig in de sluiphouding. Langzaam maar zeker kwam hij steeds dichterbij het nietsvermoedende muisje. Toen hij eindelijk dichtbij genoeg was belandde hij met een krachtige zet van zijn achterpoten op het doodsbange muisje. Met een snelle beet maakte hij er een eind aan. Opeens kroop en andere geur zijn neus in. En vieze scherpe gemene geur. ''Bloodclan...'' Miauwde hij tegen zichzelf. ''Kom tevoorschijn stuk rattenpoep'' Spuugde hij naar de plek waar de geur vandaan kwam.
.:beetje kort:.
Accjes;
Pumapaw.
Spottedclaw.
Ashfur.