Wavefur schrok op toen ze twee amberen ogen zag maar kneep daarna haar ogen tot spleetjes. Ze vertrouwde clankatten niet, geen haar op haar hoofd. Ze nam een dreigende houding aan uit zelfverdediging, 'Wat is er clankat? Valt er iets te zien?' Miauwde ze koeltjes, ze maakte zich al weer op om er vandoor te gaan. Plots, viel de muis weer neer voor haar voorpoten, eventjes glanste er verwardheid in haar ogen, maar daarna keek ze weer met dezelfde koele blik naar de clankat. 'Hier neem maar, maar zeg het niemand.' Miauwde de donkere cyperse kater kalm, 'k heb wel eer, en respecteer andere katten die niet zomaar de grens oversteken.. zelfs niet voor een prooi' De kater tilde zijn hoofd op, 'Zou ik mogen weten hoe jij heet' Miauwde de kater, Wave keek hem aan, haar groene ogen leken zich even in de zijne te boren, ze probeerde haar onzekerheid en angst te verbergen. Langzaam ging ze zitten, maar als een vlug gebaar, wikkelde ze haar pluizige staart om haar achterpoot, zodat de wonden bedekt werden. Ze had geen zin om zwakte te tonen aan een clankat. Nee, zeker niet aan een clankat. 'Ik eet Wavefur,' Miauwde ze, en ze keek de clankat strak aan, 'En wie mag jij wezen?' Haar stem had nogsteeds de koele ondertoon. Ze had de muis met nog geen haar aangeraakt, ze wou eerst zeker zijn van de intenties van de clankat. Want je wist het maar nooit.