Spottedpaw hoorde dat het kraaken steeds dichterbij kwam. Ze hielt haar adem in en keek naar de plek, waar het kraaken vandaan kwam. Spottedpaw was bang, maar ze dacht aan de slangenrotsen terug, dat Shadowpaw haar geholpen had, anders was ze nu niet meer hier geweest. Ze voelde nog steeds de pijn en keek naar haar poot, waarop zich de beet van het lelijke beest bevond. De beet was nog steeds niet helemaal weg, maar ze wist dat het litteken altijd zou bestaan. Plotseling werd ze wakker gerukt uit haar droom, want het kraken was nu precies voor haar. Spottedpaw wachte een beetje en bereide zich voor op een aanval. Toen sprong ze en belande, tot haar verbazing, midden op Shadowpaw.