Herbert 118
| |
| Onderwerp: Dad... Dad, wake up! [+Owlfrost] zo 21 okt 2012 - 15:25 | |
| Met grote ogen volgde ik een neervallend blad. De randen waren bruin en naar boven gekruld, de kleur werd naar binnen toe alsmaar lichter en bij de hoofdnerf was het citroengeel. Stil als ik was zag ik hoe het in spiralen naar beneden viel, het ding beschreef zwierig cirkels in de lucht. Mijn kopje draaide mee terwijl mijn ogen niet-begrijpend fonkelden. Mijn vacht was nog zacht en pluizig zoals die van iedere kitten die een paar weken oud was en de wind deed de haren op en neer dansen. Met m'n staart keurig voor de poten geslagen zat ik daar. Nieuwsgierig als iedere kitten van mijn leeftijd. Naar mate het blad dichter naar de grond werd getrokken begon ik van de ene naar de andere poot te springen. "Ik heb je bijna", piepte ik vrolijk. Ik hapte in de lucht tot het blad nog maar een muizenlengte van me verwijderd was. En toen waaide het weg, meegevoerd door een windvlaag. Plots veranderde er iets. Het ging geleidelijk aan, zodat ik het niet meteen door had. Trippelend draaide ik in een rondje maar de omgeving was nog steeds hetzelfde. Het begon gewoon steeds kouder te worden, de kille tongen van de wind likten me. Zachtjes kromp ik in één en liet mijn tanden vijandig zien tegen de koude lucht. De randen van het kamp begonnen op te lossen. Katten en hun half opgegeten prooi losten op in de oprukkende duisternis. Overal om me heen was die zwarte golf, het donker. Het was niet zoals een nacht. In de nacht fonkelden de krijgers van de Starclan aan de hemel, in de nacht wierp een gehoornde maan koel,zilverwit licht over het kamp. Hier waren er geen sterren, hier was geen maan. "Wat gebeurd er?", mauwde ik bang. Mijn stem schoot hoog uit. Het was een schelle klank. Mijn ooghoeken begonnen te tintelen. Ik draaide met mijn kopje. Weg van de tinteling, weg van de duisternis en angst. Maar nog voor ik me bewoog had het donker zich alweer voor me geplaatst en had de angst zich al op me gepland. Ik was nu helemaal alleen. Het kamp was verdwenen, samen met de katten en de dens. Er ontsnapte een traan uit mijn ooghoek. De parel liep over mijn tabby pels naar beneden. Er kwamen er meer. Warme, prikkende tranen die over mijn snoet naar beneden biggelden. Plots stapte er iets uit de duisternis. In schimmig, bleek silhouet. Er straalde een koud zilver licht vanaf alsof het was geweven uit maanlicht. Het stapte langzaam en kalm op me af. "Hallo... Hallo!", piepte ik. Er kwam geen antwoord. De kat leek in een oogwenk bij me te zijn, al liep hij nooit. We waren nog maar een muizen pas van elkaar af toen ik hem in zijn gezicht durfde te kijken. Ik gilde. Waar ogen moesten zitten bevonden zich lege gaten met krioelende maden in. Rond zijn lippen zat geronnen bloed dat eveneens de rest van zijn pels besmeurde. Er zaten overal littekens over zijn lichaam. Met krachtige bewegingen dook de schim op me af. Ik gilde nog een keer.
Ik schoot wakker, mijn ogen wijd opengesperd van angst. Het donker was er nog steeds, overal om me heen, maar dit keer was het anders. De koude was minder, deze plek was veel tastbaarder en levendiger, hier viel het licht van de Silverpelt over me heen. Verward wentelde ik mijn kleine, met dons bedekte lichaampje en stootte een zielig gepiep uit:"Iiee-eeep" Het enige dat er nog was, waren mijn warme tranen. Ze zaten over mijn hele snoet, kleverig en vochtig. Mijn ogen waren opgezwollen. Huiverend ademde ik in. Ik fluisterde mezelf trillend sussende woordjes toe. Ik ging staan, trippelde doelloos in een ronde en ging terug liggen. Moe en bang rolde ik me op tot een pluizig bolletje. Met mijn dunne staart bedekte ik mijn ogen. Vanaf het moment dat ik mijn kopje op het zachte mos legde en de schellen voor mijn ogen vielen kwam hij terug. De enge schim, met zijn lelijke kop en dode ogen. En met al het bloed. Piepend opende ik ze weer. Met een bange mauw draaide ik me en tuurde door de den. Iedereen sliep. Mijn mam en twee zusjes en alle andere Queens. Ze keken allemaal zo lief en vriendelijk. Ik wou me tegen hen aan nestelen en tussen hun warme haren in slaap vallen maar ik wist wel dat dat niet zou lukken. Stilletjes stond ik op en trippelde naar de uitgang van de den. Ik was bang voor de nacht en al het donker maar de aanblik van de Silverpelt was rustgevend. Snel dribbelde ik naar de Warriors den. Mijn kleine pootjes trommelden tegen de stoffige grond. Een zand wolkje prikte in mijn neus en maakte me aan het niezen. M'n dunne staartje hing tussen mijn pootjes toen ik onhandig naar binnen sloop. Mijn pap lag vlak naast de ingang. "Pap... Pap, wordt wakker", piepte ik met een hoog, bang stemmetje. Ik porde met mijn pluizige poot tegen zijn zij. Ik gaf hem een zacht hapje in zijn oor en zette mijn voetjes tegen zijn sterke borstkas aan. "Pap, wakker worden", miauwde ik nog een keer.
{& Soof/Owlfrost}
|
|