________________________________________
Boos keek Rosekit naar haar broer Thislekit. ‘Het enige wat jij doet is slapen!’ zeurde de kitten, waarna ze hem een por met haar neusje gaf. Natuurlijk werkte dat niet om hem wakker te krijgen. Ze vond het niet bepaald leuk. Ze wilde dat Thislekit wakker werd en leuke dingen met haar deed, niet de hele dag sliep. En over Mistkit kon ze precies hetzelfde zeggen. Haar zusje bleef maar slapen. Ze waren nu één maan oud en zelfs dat vonden ze een reden om te blijven liggen. Als ze binnenkort leerling werden, dan konden ze toch ook niet de hele tijd blijven slapen? Rosekit vond het daarbij ook niet leuk van haar ouders dat ze zo weinig kwamen. Misschien hadden ze het druk met hun eigen leerlingen – alhoewel Rosekit sterk betwijfelde of ze allebei wel een leerling hadden – maar dat was nog geen reden om zo lang weg te blijven. Was zij dan de enige die de adrenaline dagelijks door haar lijf voelde gonzen, waardoor ze niet eens meer fatsoenlijk kon gaan slapen? Zachtjes zuchtte het poesje, waarna ze even met haar voorpoot over haar kopje ging. Ze vond het niet fijn om een kitten te zijn. Ze lag hier maar te niksen in de kraamkamer. Plotseling hoorde ze opgewonden stemmen. Rosekit stond op en liep naar de uitgang van de kraamkamer. Tot hier en niet verder, was haar wel eens gezegd. Nieuwsgierig keek Rosekit naar buiten. Ze stak haar kopje hoog in de lucht toen ze een kat voorbij zag lopen die haar even aankeek. Ze had nog steeds moeite met sommige blikken die katten op haar wierpen, maar had genoeg aan het feit dat ze niet op haar mondje was gevallen. En daar hadden de andere katten ook sneller weet van gekregen dat ze in eerste instantie misschien hadden gewild.
Daarbuiten was eigenlijk niks interessants te zien. Het gepiep was afkomstig van twee kits die vrolijk rond elkaar heen drentelden. Rosekit blies haar wangen even op. Boos stampte ze met haar voorpootje op de grond. Was er dan ook helemaal niks anders te doen dan hier te blijven zitten? Haar schattige, onschuldige blik werd echter algauw opgezet toen ze een kat naar haar zag kijken. Misschien werkte het wel. Maar de kat grinnikte alleen maar en liep van haar weg. Zachtjes en protesterend piepte Rosekit. Dan ging ze zelf maar naar buiten! Boos zette ze haar staart op. Ze vond het niet leuk dat de katten haar hier negeerden, of haar blikken gaven die haar niet goed gezind waren. Als zij haar niet hielpen, hielp ze zichzelf wel een weg naar buiten! Met dit idee in haar hoofd begon Rosekit naar voren te lopen, maar struikelde echter en viel toen volle bak naar voren. Ze kwam pijnlijk hard op de grond terecht en kwam vervolgens overeind. Versuft keek ze rond zich heen. Waar was ze ook alweer?
________________________________________