Spiderclaw kwam in het fleurige groene bos. Hij was op zoek naar een lekkere prooi want hij had in dagen al niet gegeten. Het was bladgroen en alles was mooi in het bos. Het licht viel in tussen de bomen zodat de witte kater
het lekker warm kreeg. Opeens hoorde hij iets ritselen inde bosjes achter hem. hij zei:
"Wat is me dat". Hij schrok zich bijna een bult toen hij dat geritsel hoorde. Hij keek achter hem. Het waren twee katten die achter een prooi aan het rennen waren. Ze waren zo druk bezig zodat ze Spiderclaw niet hadden zien staan. Een van de jagende katten botste zo hard tegen Spiderclaw aan zo dat hij gewoon om ver vloog. Hij viel lekker zacht in het groene mos in het bos. De poes kwam op me af en helpte me overeind. Ze zei:
"Sorry ik had je niet gezien, ik was zo druk bezig met jagen".Ik kwam overeind en stak men neus in de lucht. Ik rook eens goed en ik rook de geur van een Riverclan kat. Ik vroeg de twee katten:
"Zitten jullie soms bij de Riverclan?"Ze antwoorrdde:
"Ja we zitten bij de Riverclan" Spiderclaw zei:
"Ik ook.""Wat leuk, gaan we anders samen op jacht en dan terug naar het kamp?" zeiden de twee katten.
"Is goed" zei ik. En zo gingen de drie Riverclankatten samen op jacht