It's a lovely day, isn't it? ('Silverpaw)

_{Het was warm. Heel warm. Vrij heet, kon je zelfs stellen. Zo heet dat je de grond boven de auto's zag trillen en er boven het asfalt fata morgana's ontstonden. Zo heet dat zelfs een briesje geen verkoeling bracht, maar alleen maar meer hete lucht in je gezicht blies, alsof je voor een open over stond. Zo heet dat zelfs in de schaduw zitten je nauwelijks beschermde tegen de warmte. Zo heet dat de meeste mensen aan niets anders meer konden denken dan: 'Ik wil nu in een rivier springen. Of in een meer. Of in zee. Of in een zwembad. Of in ieder geval: in water!' en er in zijn straat nog een rij stond voor de ijssalon twee straten verderop. Heerlijk.

Nee, ik heb geen enkel bezwaar tegen deze temperatuur, dacht Oswald Tips, terwijl hij zich genoeglijk op zijn rug draaide. Nadat hij eerst zorgvuldig om zich heen gekeken had, natuurlijk. Een echte heer ging natuurlijk niet in bijzijn van anderen over de grond liggen rollen.
Even later rolde hij weer op zijn buik en stond op. Nadat hij opnieuw rondgekeken had, rekte hij zich uit en geeuwde.

Korte tijd later wandelde hij langs de rij voor de ijssalon en verbaasde zich erover hoeveel die tweebenen overhadden voor een ijsje. Sommige tweebenen waren toch vreemd... Beth niet, natuurlijk. Nee, Beth zou zich nooit tot het niveau van deze ijssalonrij verlagen. Beth hield niet zo van dit soort ijs. Wel had ze soms een doosje ijs uit de supermarkt (wel van een topmerk natuurlijk, Beth was geen huismerkmens).

Weer een korte tijd daarna liep hij aan de rand van het grote dorp. Zijn huis was daar niet ver vandaan. Mr. Tips sprong op het muurtje van een tuin waarvan hij wist dat er geen kat woonde en keek naar het bos. Hij vond het best een mooie plek en het leek hem fijn om daar te wandelen, maar hij wist dat daar de wilde katten leefden en hij was verstandig genoeg om zich niet op hun grondgebied te begeven. Nou ja, hún grondgebied, in Mr. Tips' ogen was het bos eigendom van de tweebenen van de stad, niet van die boskatten, maar hij wist ook dat zij daar anders over dachten.
Hij had daar een tijdje gezeten toen hij een zwerfkat zag. Het was niet echt een zwerfkat, want ze kwam vanuit het bos, maar de boskatten waren ook niet veel meer dan zwervers, wel?}