16
| |
| Onderwerp: The color of the world had turned dark on me di 18 sep 2012 - 16:18 | |
|
Een schrille kreet klonk in de nachtelijke stilte en doorbrak het als een steen die door ijs werd gegooid. Twee donkere, zwarte ogen opende zich. Met de maan op de achtergrond knipperde hij even en wendde toen zijn ogen er op. Toen hij weer voor zich keek bleef hij doodstil liggen. Hij lag op een oude, holle, omgevallen boomstam die zich over het moeras had genesteld met zijn dikke, gevederde staart om zich heen gedraaid. Zijn nacht zwarte ogen blende bijna volledig in met zijn zwarte pels. Het enige wat zijn zwarte uiterlijk verbrak was zijn witte onderbuik. Langzaam duwde hij zijn poten onder zijn massieve lijf vandaan en strekte zijn voorklauwen uit. Hij geeuwde breed en keek om zich heen. Het was al diep in de nacht en de zon zou over een niet te lange tijd al opkomen. Hij was in slaap gevallen toen hij ging uitrusten op de omgevallen stronk, sinds dien lag hij hier al die tijd zonder enige moeite te doen terug te keren naar het kamp. Terwijl zijn staart over de rand van de stronk hing vielen zijn aarde donkere ogen bijna vanzelf dicht. Er hing een griezelige mistbank om het moeras heen die je sterk deed denken aan een stuk uit een nachtmerrie. Maar hij was hier aan gewend. Al voor negenenveertig manen lang kon hij dit territorium zijn huis noemen, hij die onder de naam Tigerfang schuilde. Heel langzaam kwam hij overeind tot een zittende houding, met elke beweging zijn stijve spieren strekkend. Hij droeg verschillende littekens over zijn hele lichaam die hij verdiend had tijdens vele grens gevechten en territorium gevechten in zijn beginjaren. Met BloodClan op de drempel van elke Clan leek het rustiger te zijn bij de Clans. Ze vlogen liever BloodClan indringers in de haren dan dat ze andere Clankatten pakte, vaak kwamen ze er met een waarschuwing vanaf. Maar hij had zich al een tijdje voorgenomen om elke indringer hard aan te pakken, desnoods wilde ze niet nog meer land kwijt raken. Met een machtige en laatste geeuw kwam de donkere, langharige kater overeind en sprong van de stam af naar het droge. Langzaam begon hij in de richting van het kamp te lopen, zijn ogen half gesloten. Terwijl hij tussen wat omgewoelde aarde en varens heen liep hoorde hij links iets op de aarde krabbelen. Tigerfang bleef niet staan want zijn neus vertelde het hem dat het een dikke pad was. Toen het kamp al in zicht kwam stopte hij plotseling en keek naar links. Alle sporen van de slaap waren verdwenen terwijl hij zich omdraaide en naar het donderpad begon te lopen. Iets trok hem daar naartoe, hij wist alleen niet wat. Terwijl hij zich met veel geweld tussen wat varens doorwrong gingen zijn ogen nu volledig open, klaar om elke kleine beweging op te vangen. Hij was groter dan de gemiddelde kater en had een redelijk platte kop. Zijn lange haren leken in de weg te zitten als je hem zo op het eerste gezicht zag, maar niets was minder waar. Hij had zich aangepast aan zijn lange haren en ze waren hem nauwelijks tot last. Terwijl hij naar het inmiddels uitgestorven donderpad begaf keek hij naar de overkant. Niets bewoog er, al rook hij wel iets. De geuren van het donderpad leken hem ietsje in de war te brengen want hij was niet helemaal zeker of het ShadowClan was, ThunderClan of een compleet andere geur. Om de proef maar niet op de som te nemen miauwde hij achteloos met zijn diepe, rauwe stem “Laat je maar zien, ik heb je allang geroken” Hij vernauwde zijn ogen nu wel tot spleetjes en wachtte tot de onbekende zijn of haar gezicht zou laten zien. Toen rook hij het tussen wat flarden van de stank van het donderpad door, ThunderClan.. een poes! Hij ging met een emotieloos uitdrukking op zijn gelaat zitten tussen wat varens en wachtte af.
Eerst Dawnstripe
|
|