"Thornpaw, terug!" zei ze tegen zichzelf. Ze was weer veel te ver uit haar territorium gelopen, gevaarlijk dicht bij de rogues. Ze wou zich juist omkeren toen ze een konijn zag. En wat voor een konijn. Het had een vreemde witte kleur en was moddervet. Thornpaw zou zichzelf niet zijn geweest als ze dat konijn gewoon liet doorlopen. Maar eerst het even pesten. Normaal was ze altijd vriendelijk tegen ander dieren, maar ze vond het zo leuk om met een konijn te spelen. Het liep wel altijd slecht af voor het dier. "Wrhaaaaah!" ze sprong tevoorschijn uit de struiken. Het konijn keek angstig om en hobbelde weg."En konijntjelief..." Thornpaw maakte een sprong en zat recht voor het konijn dat verschrikt haar aan keek."...Waar gaan we naar toe?" Ze glimlachte nog eens gemeen en deed met een hoog stemmetje: "Wij gaan naar het windclankamp..." Daarna maakte ze een sprongetje en zei weer met haar gewone stem: "Correctie: Ik ga naar het windclankamp, en jij...." ze grijnsde gemeen. "Jij gaat in de maag van de windclankatten" Nu was het konijn genoeg gepest. Ze zou er snel een eind aan maken. "Bye Bye!" Met een snelle beet doodde ze het konijn. Ze wilde het juist oppakken tot ze een geluid hoorde. Dat was de stem van een kat? Een kat die zong? Thornpaw wilde er juist naar toe wandelen, tot ze de geur rook. Bloodclan. "Weg hier" mompelde ze. Maar ze kon niet aan de drang weerstaan om even te kijken. Met een snelle sprong zat ze in een boom en zag ze een mooie poes die naar de rivier kijk. "Whaaaah!" Thornpaw voelde takjes onder haar poten kraken .Windclanners waren het niet gewend om vaak in bomen te klimmen. Met een lawaai van jewelste, viel ze omlaag, recht in de rivier waar de poes bij zat. Ze hees zich kletsnat op de kant. Vluchten zou geen zin meer hebben. De poes zou haar kunnen doden als ze wilde. "Hallo" zei ze dan maar, niet wetend wat ze moest doen.