________________________________________
‘Roseblade ! Roseblade !’ De rosse poes zat met een verdrietig gezicht naar het meer te kijken. Ondanks dat ze de patrouille had afgeleid, had ze er weinig geloof in dat het ook werkelijk zou gaan zoals ze dachten. Lionheart was heel erg overtuigd geweest, maar zij vond het toch een twijfelgeval. Ze wist dan ook niet zo goed wat ze ervan moest denken. Zou het misgaan? Haar ademhaling ging schrokkerig bij dat idee eruit. Ze wist niet wat ze moest doen om haar eigen gevoel beter te maken, wist ook niet hoe het zou stoppen, dat doemdenken. Ze schrok dan ook op van een enthousiaste Vileclaw. De kater kwam voor haar staan, gaf haar een lik over haar wang en keek haar grijnzend aan. Hij gaf haar een hele uitleg over een cyperse, grijze kater die gearriveerd was in de ShadowClan. Aan de woedende blikken van de andere katten gezien te hebben, was het Lionheart. Dit maakte dat Roseblade onmiddellijk opstond, Vileclaw een lik gaf en onmiddellijk begon te rennen naar het kamp. Ze voelde zich ontzettend opgewonden, maar hield ook in haar achterhoofd dat Brokenstar hem misschien niet geloofde en hem weg zou sturen. Hij was immers een almachtige, gerespecteerd leider. Als hij een keuze zou maken, zou elke kat in de Clan deze moeten accepteren. Heel de Clan hing van hem af, als hij dood zou gaan, zouden ze de Deputy moeten vertrouwen. En Roseblade wist op dit moment niet wie dat was, maar richtte haar aandacht daar ook niet zo op. De poes rende heel snel verder, ontweek een paar obstakels en zette haar tocht naar het kamp voor. Adrenaline dreef door haar lichaam, zette haar voort om sneller te kunnen lopen, maar gaf haar ook een sein als ze moest afremmen en als haar ledematen te moe werden.
Algauw remde ze af in het kamp. Opgewonden keek ze met pretoogjes naar Lionheart. Ze kon het al van zijn gezicht lezen. Het was gelukt. Vileclaw keek haar heel even aan, knikte haar toe en liep toen naar de andere katten. Die vroegen zich echter nog niets hardop af, dus Roseblade had het gevoel dat ze niet eens wisten dat ze al die tijd om de tuin geleid waren door haar en Vileclaw. Glimlachend keek ze naar Lionheart, waarna ze hem een kopje gaf. ‘Meen je dat?’ fluisterde ze. Ze haalde diep adem. ‘Ik zou ook alles voor jou doen,’ snorde ze. Nu dat hij in de Clan geaccepteerd was door Brokenstar en de anderen zich er wel langzaam bij moesten gaan leggen, voelde zij zich meer op haar gemak dan ze ooit geweest was. Toen hingen haar oortjes naar beneden. ‘Heb je Brokenstar over mij verteld?’ zei ze voorzichtig. Ze hoefde het antwoord eigenlijk niet eens af te wachten. Ze wist dat hij het gedaan had, Lionheart had goede redenen nodig en in zijn ogen was zij er een. ‘Hoe reageerde hij? Was hij boos? Vindt hij me nu geen goede krijger meer voor de Clan?’ Vragend keek ze hem aan, antwoorden verwachtend. Zou Lionheart de boel een beetje kunnen ophelderen voor haar? Zou Brokenstar niet al te boos op haar zijn? Ze had immers voor een deel haar Clan verraden door stiekeme ontmoetingen te hebben met Lionheart, ook al waren dezen wel steeds per ongeluk gebeurd. Ze was benieuwd naar zijn antwoorden, maar voelde ook angst. Toch voelde ze zich bij hem veilig en voor de veiligheid op te zoeken, leunde ze tegen hem aan met haar kopje. Zachtjes snorde ze. Hij maakte haar vreselijk gelukkig, dat zou hij normaal ook moeten weten.
________________________________________