Hallo
Ik ben in een melige, raadgevende bui.
Ik zie dat hier vaak 'dt' fouten worden gemaakt.
Niet erg, natuurlijk, maar stel toch dat je een presentatie of een belangrijk examen/toets moet maken over 'dt'.
Daarom ga ik jullie eens een trucje aanleren! (Mousefur kent nog een trucje, maar ik doe het op mijn manier)
Kijk, je hebt 'smurfen':
Ik smurf - Ik word
Jij smurft - Jij wordt
Hij smurft - Hij wordt
Zij smurft - Zij wordt
Jullie smurven - Jullie worden
Wij smurven - Wij worden
Zij smurven - Zij worden
Zie je het verschil? Kijk, je kan niet zeggen: jij smurf.
Dat past niet helemaal. Jij smurft kan je wel zeggen.
Altijd als je een 't' hoort bij smurfen, zet je een 't' achter de 'd'
Voorbeeld:
Ik word vandaag dertien. - Ik smurf vandaag dertien.
Word jij vandaag dertien? - Smurf jij vandaag dertien?
Hij wordt vandaag dertien. - Hij smurft vandaag dertien.
P.S: Voor verder vragen, of misschien meer uitleg over iets anders of over dit, pb me!
P.S.S: Voor dringend hulp mag je ook een speciaal mail adres van me vragen (niet voor nep gevallen, als dit opgemerkt wordt, vlieg je net zo hard als dat Eddy Wally zong: Ik spring uit een vliegmachine)