het was een donkere en kille avond. Het was stil en er was niks behalve krekels te horen. De wind lag plat en er was geen mens of kat te horen. Zachtjes als en havik die in de lucht vloog en zijn prooi zag sloop er een pikzwarte kat door was gras. Alleen zijn gele ogen waren te zien . De omgeving bestond grotendeels uit moeras en zand en vlakes. Er was weinig leven te zien maar de katter zag duidelijk wel wat. Het was een kleine adder die stil zat. De katter sloop stilletjes verder en rook gewoon de adder die een meter of twee voor hem zat. Het diertje had niet door dat die besprongen zou worden en als eten zou worden serveert en kroop verder. De zwarte kat stond ineens stil en ging klaar zitten. Het was nu of nooit en hij zette zich af en sprong op de adder. geschrokken probeerde het arme dier weg te vluchten maar de nagels van de zwarte kat zat al snel in de adder.
Na een gevecht tussen de kwade adder en de katter was het weer stil. De kater had de sterrenclan bedankt .De geblaas en de sis was over en nu was er weer de kille stilte en de vervelende krekels. De omgeving was weer verder gegaan met zijn zaak. Op een tak van een boom lag een zwarte kat. In zijn bek een adder die niet erg heel meer was . "ooit zal dat gebied van de clan zijn"zei hij zacht met een lage en dreigende stem. De kat fing zitten en grijnsde. Hun clan zal ooit groter worden en meer gebied willen. De andere katten hadden maar pech en moesten hun kracht maar voelen. De zwarte kat grijnsde en keek rond. Deze kat zou naar niemand luisteren die niet in dit gebied hoorde en zou laten zien wie hij was. Blackclaw keek naar boven en keek naar de ziverpels. Ook was het maanhoog dus scheen de maan die zijn vacht deed schijnen als de wolken er niet voor hingen.