Oakclaw liep met een woeste vaart voort. Ze had een hond horen huilen en Fightsoul horen brullen. Fightsoul kon zijn mannetje staan maar ze was te bezorgd om zo maar weg te lopen. Ze stopte toen de vieze stank van bloed haar tegemoet kwam. Ze durfde niet tevoorschijn te komen. Ze zag Fightsoul vechten als een Tijger van de TigerClan, met de snelheid van Luipaard van de LeopardClan en met de kracht van een leeuw van de LionClan. Ze wou hem helpen maar durfde niet. De hond had net zoals bij haar zijn nek opengereten. Hij lag op de grond. Ze jammerde zachtjes maar bleef verscholen zitten. Toen Fightsoul zijn ogen sloot liep ze zo zachtjes mogelijk naar hem toe en ze drukte haar snuit tegen zijn bebloede nek. "Ik hou van jou en ik vergeet je nooit.", murmelde ze. Fightsoul bewoog niet. Ze wist niet of hij het gehoord had of niet. Ze likte zijn nek en zijn rug schoon en daarna waste ze zijn oren en kop. Ze wikkelde haar staart rond zijn lijf en voelde zijn warmte zich mengen met haar warmte. "Ik hou van je.", fluisterde ze zachtjes. Haar tong schuurde tussen zijn ogen en daarna waste ze zijn buik. Ze stond op en zei nog hardop: "Ik vergeet je nooit." Een traan vermengd met bloed drupte op de grond. Een stuk van haar hart zou weg verschrompelen en alleen maar een leeg bebloed gat overlaten. Ze stapte terug naar het struikgewas.